9- Raadsvergadering 15 maart 2001 -11- Tweede vraag: B&W van Soest hebben de afgelopen periode aangetoond, en dat kunnen we toch echt i- gevoeglijk wel zeggen, niet te beschikken over veel bestuurlijke deskundigheid in de onderwijspro blematiek. Het bijzonder onderwijs is veel beter af dan het openbaar onderwijs met zo'n club als wij. or Dat durf ik best te zeggen. Wat doen we, wethouder, met de bestuurlijke inbreng ten aanzien van on- k- derwijskundigheid? Wat zijn uw plannen? Bij het personeel is die deskundigheid betreffende het openbaar onderwijs gezien die Tussenbalans prima aanwezig. Die weten precies waar ze over praten. Maar bestuurlijk kunnen we ze te weinig ondersteunen doordat er gebrek is aan deskundigheid. Bestu ne ren in het onderwijs is meer voorzitter, dan het voeren van een accommodatiebeleid. Er werd net ge- e? zegd: dan investeer je in stenen. Daar moet een andere gedachte bij komen. Derde vraag: Hoe ziet het college de samenhang tussen het onderwijsbeleid en andere beleidsterreinen zoals volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en welzijn? Samenhang tussen die onderdelen is heel belangrijk. We beginnen langzamerhand in het gemeentehuis iet te ontdekken dat de schotten tussen die verschillende afdelingen neergehaald moeten worden. Dat dat vruchtbaar is, dat dat ingaat op een vraag uit de samenleving. Maar dat het niet is zoals ouderwets: wij bieden iets aan. Nee. Wat is de samenhang? En daar groeien extra kansen uit. Samenhang ook met t voorschoolse opvang. Voorzitter, deze voorzitter, wanneer mag ik nu eindelijk eens van een wethou- dig. der van Soest een visie op het onderwijs tegemoet zien, die gaat over meer dan het openbaar onder- an wijs. Hij is uit 1998, die vraag. Misschien dat we er langzamerhand toch aan toe komen. En dan hoeft t's het niet morgen te zijn, voorzitter, maar besturen betekent: vooruitzien. s De laatste vraag is en dat is heel concreet: Is afsluiting van een convenant met het bijzonder onderwijs niet nü aan de orde? Het bijzonder onderwijs ziet de waarde van het openbaar onderwijs. Maar dan ook met de billen bloot, zou ik zeggen. Spreidingsbeleid willen we, daar staat het bijzonder onderwijs ook achter. Investeringen willen we, maar voor elke investering die we plegen in het openbaar onder- 3 wijs wordt er een bedrag gesleuteld naar het bijzonder onderwijs. Dat gold ook voor de kwaliteitsim- d- puls. Dat gaat nu ook gelden. Er is niet volkomen zekerheid bij dit college, het kan er niet zijn, wat er t van deze investering terecht moet komen bij het bijzonder onderwijs. U moet nü daar keiharde afspra- i- ken over maken, en die gaan wat mij betreft verder dan alleen maar die stenen die er komen. Die gaan ï- ook over afspraken ten aanzien van profilering. Want het bijzonder onderwijs heeft via dit onderzoek aangegeven een goed openbaar onderwijs nodig te vinden. Voor hun eigen positie. Dan zeg ik: laat dat id. ook maar blijken. Mijn vraag aan de wethouder: wil hij koersen op een convenant met het bijzonder ebed onderwijs over het algehele beleid, nba- ich- Mevrouw MANN (GL/PS): Voorzitter, er zullen weinig raadsvoorstellen zijn geweest, denk ik, die ;eren zoveel discussie hebben opgeleverd als deze discussie over het onderwijs. Ik neem aan dat er van- kij- avond nauwelijks nieuwe gezichtspunten zullen komen, want we hebben er zoveel over gepraat. En ik id wilde er eigenlijk vanavond dus niet zo erg over hebben, maar meer proberen om toch even de hele niks onderwijssituatie een beetje te plaatsen in het hele onderwijsbestel. Dat is weer een beetje een theore- >and tisch begin, maar ik kom absoluut bij een praktisch einde. Volgens de beginselen van de openbare r van school moet de school een ontmoetingsplaats zijn van kinderen en volwassenen, met verschillende it achtergronden, zowel levensbeschouwelijk, cultureel als sociaal-economisch, die op voet van volko- ;>et men gelijkwaardigheid een schoolgemeenschap vormen. Dat is een prachtig uitgangspunt, ook in deze an samenleving. Een samenleving waarin allerlei tendensen zijn waar te nemen, waarbij het onderwijs lodig? een grote rol kan spelen. Om een paar ontwikkelingen in de samenleving te noemen: de ontkerkelij- zoek king, individualisering, anonimisering, vervreemding, multi-etnische bevolkingssamenstelling, die aan heeft de ene kant cultuurverrijking, maar ook een ongewenste tegenstelling oplevert. De school moet dus om zoeken naar waarden en normen die passen in deze tijd. De school heeft een maatschappelijke functie, inten- moet kinderen voorbereiden op deelname aan de samenleving, moet leren omgaan met verschillen op jzet basis van cultuur, godsdienst, levensbeschouwing, sociale achtergrond enzovoort. De huidige vrijheid ge- van onderwijs, de verzuiling, heeft niet geleid tot realisering van dit ideaal. Het organiseert zelfs de me- tegenstellingen. Er ontstaan juist grote verschillen tussen scholen. Er ontstaan zwarte en witte scholen, rsfoort En er komen steeds weer nieuwe richtingen bij, islamitische, boeddhistische, hindoeïstische scholen, it in Er zouden alleen maar scholen moeten zijn - als u begrijpt wat ik bedoel - er zouden alleen maar vordt scholen moeten zijn, scholen die zich slechts onderscheiden door hun programma's. Er zou geen over- Wil schrijdingsregeling moeten zijn. Een regeling die 2 tot 4 miljard per jaar kost en die geen investering geeft eigenlijk, zuiver gezien, in kwaliteit van onderwijs.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2001 | | pagina 20