Raadsvergadering 17 oktober 2001
-37-
Hoofdfunctie 8.
Hoofdfunctie 9.
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Financiering en algemene dekkingsmiddelen
Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Ik grijp eigenlijk daarbij ook terug naar het A-gedeelte waar mevrouw
Gerritse ook naar verwees. Ik heb in de commissie gevraagd: we gaan uit van een prijsstijging van 3%,
terwijl we zelf overal met een correctie van 5% rekening houden. En ik had gevraagd: hoe groot is het
risico dat we daarmee in de problemen komen. Ik noem dit nu even bij financiën in het algemeen, maar
wellicht is daar toch nog iets over te zeggen.
Heer ROEST (D66): Twee opmerkingen. De eerste is dat ik me dus. en dat heb ik pas bij dit punt staan,
wil aansluiten bij het betoog van het CDA over de voorstellen van nieuw beleid voor oud beleid. Het
antwoord van de wethouder vond ik. ze kwam wel enigszins tegemoet, maar ik zou toch graag willen dat
het college zijn best deed om een aantal voorstellen te formuleren in die lijst van nieuw beleid, zodat we
daar ook die afweging in moeten maken. Dus misschien kan ze daar toch nog eventjes op terugkomen. Ik
heb het ook bij mijn lijstje geformuleerd voor nieuwe beleidsvoornemens.'
Mevrouw MANN (GL/PS): Ja, ik wil wel even reageren op de heer Van Vuuren en ook naar de wethouder
toe.
Heer ROEST (D66): Ho, ik was nog niet klaar hoor. Voor uw informatie, ik zei dat ik twee punten had en
één hebben we nu gehad. Dan wil ik toch niet de gelegenheid voorbij laten gaan om u te herinneren aan de
toch wel een beetje gedane belofte, ook richting inwoners is dat belangrijk, naar een overzicht van de
hertaxaties OZB, die uiteindelijk niet voor deze raad beschikbaar is, terwijl we wel maatregelen in die
richting overwegen. Misschien kan de wethouder me nog van de laatste informatie op de hoogte stellen.
Mevrouw MANN (GLT'S): Voorzitter, ik had begrepen dat bij de inflatie, als die meer dan 2% is, dat
ieder procent eigenlijk een verliespost betekent in de begroting van ongeveer 200.000,-. Ik meen dat ik
dat een keer gelezen heb. Dus als u zegt: we hebben het over een inflatie van meer dan 4%, zou ik toch
nog wel een keer willen weten: hoe houdt het u bezig, in hoeverre u dus veel minder kan besteden voor
hetzelfde geld als u bij iedere procent 200.000,- gaat missen.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, ook wij kunnen ons wel aansluiten bij de opmerking
van het CDA, daar waar zij vragen aan de fracties ten aanzien van oud voor nieuw. Ik zat me alleen even
af te vragen of we dat dan zelf aan moeten geven of dat er ook als het ware een telefoonboek komt vanuit
het ambtelijk apparaat c.q. het college waaruit we zouden kunnen kiezen. Ik denk dat dat nog een verschil
is.
we
het
Wethouder BLOMMERS: Voorzitter, laten we beginnen met naar iets te verwijzen wat zo meteen aan de
orde komt, namelijk de tweede begrotingswijziging van de meerjarenbegroting. Er staat een uitputtend
verslag op blz. 4 wat eigenlijk aangeeft dat wij de begroting ramen op 3%. Je moet van iets uitgaan, dan
doe je het ook niet te gek, je gaat niet uit van 1je gaat ook niet uit van 10, dus neemt iets wat je
realistisch vindt, maar watje ook nog bij kunt sturen. Nou, dan ziet u dat we op het moment dat de
septembercirculaire komt dat er dan onmiddellijk wordt gekeken: wat hebben we nodig om het realistisch
te maken, dan gaan er een heleboel van die meevallers zo regelrecht de begroting in om hem op dat
moment weer reëel te maken. In die zin wil ik ook graag de vraag van mevrouw Mann beantwoorden. Het
gaat ons niet zozeer om het feit van: maak ik me daar zorgen over. Wat we proberen is de begroting
zodanig te maken dat er geen majeure operaties nodig zijn naar aanleiding van dit soort circulaires om een
realistisch bedrag in de begroting te krijgen. En dat lukt de ene keer beter dan de andere, maar totnogtoe
moet ik zeggen dat mijn ervaring is dat wij er redelijk uitkomen. Dat er inderdaad geen grote verrassingen