Raadsvergadering 15 maart 2001 - 22 -
Naar de heer Koning nog eventjes. D66 maakt zich sterk voor het openbaar onderwijs. Op mijn niveau
heb ik dus gisteren gestaakt voor kwalitatief goed onderwijs, maar in algemeen het onderwijs. Ik heb
menig mailtje gestuurd aan mijn fractievoorzitter en die heeft, niet door mijn mailtjes, maar afgelopen
zaterdag heel duidelijk stelling genomen. Dus verwondert het me dat u dat zegt, want u leest de kran
ten. Dat was mijn laatste opmerking.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Meneer Koning daagde mij ook uit dat ik zaterdag op dat con
gres mijn zegje daar zou gaan doen. Er zijn mensen die dat misschien veel beter kunnen dan ik, maar
als u zich nou aansluit bij datgeen waar mijn partij zich sterk voor maakt, dan komt het waarschijnlijk
nog wel goed ook, meneer Koning, dus die oproep plaats ik dan maar even terug aan u. Samen staan
we sterk, denk ik dan.
Even terug naar de wethouder voorzitter. Hij begon zijn verhaal met te zeggen: het team begon vaak
oude koeien uit de sloot te halen en dat moeten we niet doen. Dat ben ik op zich wel met hem eens,
maar ik heb ook gezegd: je moet toch ook kijken naar de geschiedenis. En dat is niet altijd een verwijt,
maar het is gewoon het neerzetten van een tendens zoals het gegaan is. En we moeten voorkomen dat
het zo blijft gaan. Er is gesproken over een gemotiveerd team. Ik ben ervan overtuigd, maar dat was er
in het verleden ook. Ik wil dat ook wel even vastgesteld zien, want anders zou je de indruk kunnen
krijgen dat ze dat in het verleden niet waren en ik denk dat daar bewijzen genoeg voor zijn dat dat wel
zo was.
Er zijn geen risico's zegt u als we nu starten. Ik ben daar nog niet zo zeker van omdat op de door ons
gestelde vragen heel vaak staat: komt in het plan van aanpak. En dan denk ik bijvoorbeeld van over de
naschoolse opvang, is daar inderdaad ook bij de minderheden een draagvlak voor, als er bijvoorbeeld
ook een prijskaartje aan komt te hangen. En dat zijn over het algemeen geen lage prijzen die daarvoor
gevraagd worden. Dat gold idem voor de mogelijkheden die De Buut heeft. Dat zijn van die vragen
waarvan ik denk: daar moetje over nadenken, wantje kunt het wel starten, maar als blijkt dat niemand
er gebruik van gaat maken, om wat voor reden dan ook, dan ben je misschien verkeerd bezig. Dus ik
denk dat er wel enige risico's aan zitten. Als u mij nog een keer kunt verzekeren zo dadelijk dat die er
in zekere zin absoluut niet zijn, dan ga ik nog even nadenken. Ik denk dat wat de heer Meilof schetst,
heel juist is. Er kunnen dingen zijn, en die hebben wij niet in de hand, die het dermate, ja, onmogelijk
maken om dit proces door te zetten, en dat kan zelfs bestemmingsplantechnisch zijn. Dan denk ik van:
dan moet u terug kunnen komen, iedere maand weer bij ons in de onderwijscommissie om te zeggen ja)
waar u op dat moment bent. Ik deel de mening van de heer Roest als het gaat over de sluiting van de
Desmond Tutuschool. Ik vind dat we nü moeten zeggen tegen de ouders, nü moeten laten weten: gaat
die school dicht per 1 augustus of niet. Als je iets met je kind wil, dan moetje nu de kans krijgen, als jyj
je daar niet meer naar terug wil, naar iets anders te zoeken. En ik vind dat dat écht duidelijk moet zijn.
Ik vind dat het duidelijk moet zijn naar ouders, ik vind dat het duidelijk moet zijn naar een team. Je
doet het per 1 augustus komend jaar, of volgend jaar, maar dan moetje het nü zeggen, als je het nu
ook per 1 augustus wilt doen. Ik wil daar absoluut straks helderheid van u over en ik vraag me ook af
waarom dat op dit moment zo moeilijk te stellen zou zijn.
Voorzitter, de heer Naseri wil nog een persoonlijke opmerking maken. Uiteraard heeft het wel te ma-
M
in
ge
w<
m
m
ac
ken met dit onderwerp. te
sc
Heer NASERI (PvdA): Voorzitter, in uw opdracht aan Unia voor het onderzoek staat: in het onderzoek
van de alternatieven worden de mogelijkheden om kinderen met een andere dan Nederlandse etnische
achtergrond gezamenlijk met het bijzondere onderwijs op te vangen ook meegenomen. Q
De opzet van het onderzoek was en ik citeer: het onderzoek betreft het verminderen van de grote con- re
centratie allochtone leerlingen binnen het openbare onderwijs en de rol die de overige onderwijsrich- st
tingen hierin willen spelen.
Inmiddels zijn de resultaten van het onderzoek bekend. De eerste conclusie van de onderzoekers luidt: jy
er is geen draagvlak voor spreiding van allochtone leerlingen. Voorzitter, ik vind dat een trieste con-
statering. Mijn persoonlijke ervaring en van mijn kennissen is, dat met name tijdens het basisonder- m
wijs, behalve het Ieren van de taal en diverse stoffen, het basisonderwijs een cruciale rol speelt voor de jJ|
wederzijdse integratie van leerlingen en hun ouders. Op een school met leerlingen van diverse etnische n
groepen leer je eikaars normen en waarden. Ook de ouders van de leerlingen komen zo in contact met
mensen uit andere etnische groepen. Mede naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek heeft u
ni
is