Raadsvergadering 15 maart 2001
-24-
goed kwalitatief onderwijs het ook wordt, een witte of een gemengde school wordtIk geloof er niet
in. Ik deel de mening van de heer Meilof. Dan denk ik: maar willen we dat? Of moeten we die brede
school neerzetten in Soest-Zuid? Misschien dat die daar kansrijker is.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, ik vond: de mening van de heer Naseri behoeft geen toelichting, die
was volstrekt helder.
Heer MEILOF (CU/SGP): Even over de hele zaak dat we meer met visie bezig moeten zijn. Ik betrek
daar even wit en zwart bij. Ik gebruik heel bewust wit en zwart en bruin en ik blijf het doen. Ik bedoel
er ook niets beledigends mee, ik vind zwart en bruin veel mooier dan wit vaak, dus met andere woor
den het kan bij mij niet eens iets beledigends zijn
Heer ROEST (D66): Voorzitter, mag ik u vragen de heer Meilof te corrigeren, want net is duidelijk
aangegeven dat één lid van de raad daar grote moeite mee heeft.
VOORZITTER: Ja, maar ik vind dat de heer Meilof, meneer Roest, ook gelegenheid moet hebben om
toe te lichten dat hij niets verkeerd beoogt door een formulering die hij gebruikt heeft en ik zou hem
nogmaals de gelegenheid daarvoor willen geven.
Heer MEILOF (CU/SGP): Toen de heer Roest in een eerdere ronde even reageerde op de heer Naseri,
deed hij hetzelfde door over een zwarte school te spreken en dat deed hij per ongeluk, dat wist hij niet.
Zo natuurlijk eigen was hem dat. Dat was even mijn eerste reactie.
Heer ROEST (D66): Dat is niet waar.
Heer MEILOF (CU/SGP): Ja, dat deed u wel. Nou ja, u kunt het later misschien terug zien wat er op
de band gestaan heeft.
VOORZITTER: Ik zou echt willen vragen nu even weer de zaak bij de zaak te laten. Nogmaals, voor
de derde keer in de tweede termijn, meneer Meilof u het woord. Zou u uw toelichting willen geven?
Heer MEILOF (CU/SGP): Ik vind visie-ontwikkeling zoals erover gesproken wordt, een belangrijke
zaak. Het belangrijkste van die hele zaak vind ik het feit dat we het gedaan hebben. En we deden dat
op zo'n wijze dat wij concludeerden dat we het niet goed konden. Zoals we ook, als ik in de commis
sie r.o. zit, de diepgang van de riolen niet altijd even goed kan peilen, en dus met andere woorden afga
op bepaalde technische adviezen en niet probeer tot in de hoogste diepte erin te duiken, zo doe ik dat
ook met onderwijs niet. En houd ik het bij een bepaalde beperkte overhead-visie. En meer kan ik niet.
En omdat we dat niet konden en onderwijs meer vraagt, zijn we zo wijs geweest om te zeggen: het
moet een eigen bestuur krijgen, los van de raad, die de verantwoordelijkheid wel kan dragen voor wat
er gedragen moet worden. In die zin vind ik dat we met elkaar op het meest terechte niveau aan visie
ontwikkeling hebben gedaan. We hebben erkend dat wij er niet goed toe in staat waren. Daar blijkt
ook uit het feit dat we deze twee scholen op deze manier creëren. Ook het feit dat we zo dapper ge
weest zijn om niet vast te houden aan die 30-70% norm, omdat we wisten dat we die niet konden
handhaven. En omdat we beter kunnen zeggen we krijgen waarschijnlijk, zoals ook mevrouw Steke
lenburg nu zegt, een donkere school, dat is nooit onze wil geweest, onze wens, want we wensen te
integreren, maar daar zit achter, dat als we die donkere school hebben, dan zullen we ook alles investe
ren aan integratie wat we kunnen doen. Maar dan gaan we niet een achterhoede gevecht voortdurend
voeren wat ons toch niet lukt. En wat we nu met de ene school na de andere hebben geprobeerd en wat
niet gegaan is. Dus met andere woorden: laten we ons neerleggen bij wat realistisch is en laten we een
startpunt nemen bij wat haalbaar is. Dank u.
Mevrouw BIJMAN (GGS): Voorzitter, ik heb wel gesproken, maar er zit mij eigenlijk toch nog iets
dwars. Er wordt hier steeds gesproken alsof op de andere basisscholen in het Smitsveen geen allochto
ne kinderen zouden zitten en ik denk dat iedereen de cijfers maar eens even goed moet bekijken en dan
blijkt Van der Hucht Valeriaan bijna 30% allochtone kinderen te hebben en de Waterink ook ruim