Raadsvergadering 19 april 2001 -2- 3. Ingekomen stukken en mededelingen van de voorzitter VOORZITTER: Ik had nog een derde punt waarvan ik melding wilde maken en dat is namelijk het feit dat de afgelopen tijd een aantal fractieassistenten de eed of de belofte hebben afgelegd in het kader van het functioneren en ook de toegankelijkheid voor geheime en vertrouwelijke informatie. Dit is een uitvloeisel geweest van een discussiepunt een maand of twee geleden naar aanleiding van het onder werp onderwijs, en ik wil de personen nog even bij naam noemen. Dat zijn de volgende fractieassis tenten geweest. De heer Oosterveen, mevrouw Mulder, de heer Van den Eijnden, mevrouw Brienesse, mevrouw Van Geuns, de heer Sielcken, mevrouw Tak, de heerNuijten, de heer Veldman, de heer Van Toor. Een groot aantal beëdigde fractieassistenten. Daar doe ik juist vanavond mededeling van, zodat we dat ook in de verslaglegging kunnen aantreffen en daarmee is dit punt wat extra gemarkeerd. 4. Vragenhalfuurtje VOORZITTER: Voor dat halfuurtje hebben zich geen mensen gemeld. Dus ik kan overstappen naar het naar vorengehaalde agendapunt 8. 8. Initiatiefvoorstel van WD- en CD A-fractie betreffende oversteekplaatsen winkelgebieden VOORZITTER: Ik wilde vragen of de heer Craenen, daar nodig ik u graag toe uit, naar voren zou willen komen, dan kunt u gebruik maken van de microfoon. Heer CRAENEN: Dames en heren, ik ben een vreemde eend in de bijt, in deze zaal. Ik wil kort iets over mijzelf vertellen. Ik woon sinds 28 jaar in Soest, ik ben vader van twee volwassen kinderen en ik interesseer mij erg voor veiligheid. Ik kom vaak op straat en ik probeer wel eens gesprekjes aan te knopen met mensen om te zien wat er bij de mensen leeft. Dat is een beetje mijn insteek voor wat de zebrapaden betreft. Ik denk dat er in Soest een heel gevaarlijke situatie is, omdat een groot deel van de mensen, ongeveer 40 tot 50% die ik ontmoet heb op die zebrapaden in de winkelstraat niet goed weet wat er aan de hand is. Ik heb eens een keer een wethouder ontmoet, ik zal de naam niet noemen, ook niet straks aan de bar, die man zei mij: "je bent in een 30 km-gebied zo goed beschermd, dat als je op het midden van de straat gaat lopen, en met je armen zwaait, en je wordt aangereden, dan heb je nog wettelijke bescherming". Ik heb de politie gebeld om te vragen of dat juist was. De politie was glas helder: als voetganger heb je geen enkel recht bij het oversteken van de Van Weedestraat. Dus geen enkel recht. Je hangt af van de good will van een automobilist. En dat gaat uitstekend tot toch op een goed moment een miscommunicatie optreedt en dan gaat pas blijken datje geen enkel recht hebt. Ik heb de politie niet direct op hun woord geloofd, hoewel ik daar hele goede ervaringen mee heb. Ik heb het Ministerie van Verkeer en Waterstaat gebeld. Aan de andere kant van de telefoon begon iemand ontzettend hard te lachen en die vroeg of ik meer van dat soort denkbeelden had. Ik zei: dat zijn niet mijn denkbeelden. Ze hebben ook datgene gezegd wat de politie gezegd heeft. Dus iemand die over steekt bij de Van Weedestraat, hangt af van de good will, de gunst van de automobilist. En ik denk: of die zebrapaden er komen of niet, dat moet óf veranderen, óf er moet een publiciteitscampagne komen waarbij je duidelijk maakt waar een burger aan toe is. Ik denk zonder het gelezen te hebben dat in ieder partijprogramma wel staat dat u op zult komen voor de zwakken in de samenleving. De zwakken in de samenleving. En als u bij de zebrapaden staat, dan ziet u dat het juist die zwakken in de samenle ving zijn, kinderen, ouderen, gehandicapten, dat is niet mijn onderwerp, maar daar komt mijn collega op, die het meeste risico lopen. Ik heb mij ook laten vertellen dat het al of niet komen van deze zebra paden ook een kwestie is van wat het kost. Ik denk zelf dat de zebrapaden heel eenvoudig uitgevoerd kunnen worden. Ik ben ook graag bereid om daaraan te helpen. In tweeërlei opzicht. Ik ben bereid om op een zaterdag of op een zondag, als er weinig verkeer is witte strepen te trekken en als we het geld niet op kunnen brengen, dan ben ik bereid om een bedelaarsactie, zo noem ik het maar even, in Soest te ontketenen, en de burgers ervan te overtuigen dat ze moeten komen. Ik denk dat ze latent al over tuigd zijn daarvan, dus een argument achteraf van: ja, wij waren ervoor, maar wij hadden geen geld,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2001 | | pagina 41