Raadsvergadering 19 april 2001
-18-
Ra;
Natuur en recreatie. Ik zeg het expres zo. En dat wil zeggen dat recreatiedruk nooit zo groot mag zijn
dat de hoofdfunctie natuur daardoor schade ondervindt. Wij weten allemaal dat in deze regio veel ge
bouwd wordt, dat er veel mensen uit de Randstad hier komen recreëren, en dat geeft ontegenzeglijk
schade aan onze waardevolle bossen. We weten ook dat mountainbikers daar een prominent voorbeeld
van zijn, mevrouw Van Roomen. En wij weten dat het dus, ik kijk ook met name naar u, want u
noemde uzelf boelje herinner ik mij even, ja inderdaad, er staat boeije achter uw naam, en dan noemen
we met name diegenen die niet recreëren in onze bossen op de manieren zoals het mag, maar diegenen
die in onze bossen rondrijden op een manier die schade toebrengt aan die hoofdfunctie natuur. En ik
vond het aardig dat er met name uit de CDA-fractie het woordje 'rondje rond de kerk' nog eens ge
noemd werd. Wat zou er tegen een rondje rond de kerk zijn, voor de CDA-fractie. Ik denk dat dat een
hele positieve term zou moeten zijn voor de fractie van het CDA
Heer ROEST (D66): Bedoelt u niet een rondje naar de kerk eigenlijk?
He
M<
aai
zei
Wethouder KROL: Ik denk dat in de huidige samenleving, voorzitter, je ook al heel blij moet zijn als
mensen überhaupt rond de kerk heen rijden, en wie weet gaat er dan ook nog eens iemand naar binnen.
Wat ik daarmee aan wil geven is, dat we in onze bossen op dit moment inderdaad - wat we dan het jq
rondje rond de kerk noemen - een klein parcours hebben dat zodanig oninteressant is voor de mensen,
dat ze de neiging hebben om daardoor ondeugend te gaan doen. En ik heb daarom inderdaad in de
raadscommissievergadering aangegeven dat het verstandig is om te zoeken naar geleiding van dat
soort type recreatie. Ik bedoel daar niet meer en niet minder mee dan: je gaat een plek aangeven waar
het mag, daar zul je mountainbikers moeten laten recreëren, maar het betekent tegelijkertijd, en ik wil j
dat met kracht aangeven, en ik steun daarin ook de opmerkingen die er genoemd zijn door GGS en de
VVD-fractie, het is onaanvaardbaar als je dit soort routes maakt en je vergroot het speelveld, als ik het
zo mag noemen, voor mensen die een mountainbike gebruiken, dan is het onaanvaardbaar dat men
zich buiten dat inmiddels groter geworden speelveld begeeft. En dat betekent voor mij dat er op het
gebied van de handhaving, en daar hebben we natuurlijk onze eigen mensen op, maar daar zal zeker jg
ook door politie grotere inzet voor moeten worden gepleegd, moeten worden voorkomen dat die ge-
bieden die uiterst kwetsbaar zijn en die gebieden, ik noem met name de Korte Duinen, waar we heel
veel ook financiële inzet plegen om die gebieden nog mooier te maken dan ze nu al zijn, ik verwijs
naar het herinrichtingsplan voor het terrein Zonnegloren. Het is onaanvaardbaar als daar schade ont
staat omdat mensen denken: alles in deze wereld is van mij, waar ik kan rijden mag ik ook rijden. Zo
werkt het dus niet.
Het laatste puntje is de ik zou haast zeggen eeuwigdurende bijna rituele discussie over chemisch of
niet-chemisch. En ik denk dat de heer Van 't Holt voorzitter, terecht heeft aangegeven de woorden die j j
ik in de commissie gesproken heb. Het beleidsplan waar u aan de ene kant heel positief bent over hoe
het tot stand gekomen is, is dus zo geworden omdat de samenleving, natuur- en milieuorganisaties en
de raadscommissie gezegd hebben dat het er zo uit zou moeten zien. En een onderdeel daarvan is dat
we met z'n allen van mening zijn dat we de Amerikaanse eik wat zouden moeten terugdringen in het
bos. Daar zijn we het allemaal over eens. Het enige puntje van discussie wat er is, is de manier waarop
je dat moet doen. En ik heb aangegeven dat dit college en deze wethouder in een gebied waar we als j,
hoofdfunctie natuur hebben, uiterst terughoudend zullen zijn met het gebruik van chemische middelen.
En het woord spuiten, dat is een beetje gebruikt in het kader dat we het over onkruid op de verhardin-
gen hadden, dat mag al jaren niet meer, er wordt geen chemische middelen gespoten in het bos. Het
gaat over het insmeren van een stobbe, een omgezaagde boom, waardoor je voorkomt dat die uitloopt. j(
Laat duidelijk zijn, voorzitter, dit college, deze wethouder, vindt datje daar uiterst terughoudend mee
moet zijn, maar ik zal mij vanavond niet, dat spreek ik ook uit, vastleggen dat dat nooit zal voorkomen
op bepaalde percelen in het bos. En het staat in de nota, dat hebben we besproken. Dat is gebonden aan
de regeling certificering bossen, dat heeft mevrouw Duijm terecht aangegeven, en die regeling is ex- j-
pliciet over onder welke omstandigheden je onder bepaalde regels toch chemische middelen mag ge
bruiken en als dat nodig is om die hoofdfunctie natuur te bereiken, dan vind ik dat in uitzonderingssi
tuaties aanvaardbaar. Wat betreft het college houd ik dat dus ook graag overeind.
Ij
1-
w