Raadsvergadering 21 juni 2001
- 14 -
uren per week een projectleiding voor het hele onderwijs voor elkaar kan krijgen, dan hadden we daar
op zijn minst tussen toen en nu van u middels de brief aan de raad zoals dat gebruikelijk is, een reactie
op verwacht. Ik zit daar niet om tegen die muur te praten. Ik probeer u te helpen, te adviseren, en daar
ben ik voor ingehuurd. Als u er dan vervolgens gewoon, omdat u proeft dat er toch niemand daarop
reageert, en er een meerderheid is, op die manier op reageert, dan kan ik net zo goed thuisblijven. Dat
doe ik overigens niet, ik zal u blijven belagen op dat punt.
Het tweede punt is de directeur. U zegt: wij hebben daar andere ideeën over. Moet ik dat dan zo, op dit
moment, beluisteren bij u, dat u zegt: op het moment dat de bovenschoolse directeur niet meer op onze
loonlijst voorkomt, dan gaan wij niet meer over tot het aanstellen van bovenschoolse directeuren? Ik
spreek nadrukkelijk in meervoud, omdat ik weet dat er andere opties door ons hier in de raad ook naar
voren zijn gebracht, maar u weet pas volgend jaar hoe het Ministerie eventueel daarover denkt.
Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, het is iets laat, maar ik zou toch eventjes, want het komt
helemaal naar boven zetten, de vraag willen stellen aan mevrouw Stekelenburg, hoe het komt dat zij
zo weinig vertrouwen heeft in mede-raadsleden. Alsof wij met z'n allen niet bezorgd zijn om de finan
ciële situatie van Soest en of wij met z'n allen niet letten op hoe onze middelen worden uitgegeven.
Hoe komt dat w antrouwen toch? Wij zitten er met z'n allen bij en we letten erop.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Ik wil daar graag op reageren. Ik weet niet, misschien speelt het
bij u wel, maar ik hoor het niet. Ik hoor alleen maar hoe we dat kloppend hart enzovoort. Dat hoor ik.
Dat vind ik prima, maar daar hoort dan wel het prijskaartje bij wat er ook wat ons betreft bij hoort. En
dat is, deze financiële bijdrage vinden wij absoluut te hoog. Ik denk dat het gewoon van de waanzin is.
Er zijn gemeentes die het voor veel minder op even goede manier kunnen. Waarom kunnen wij niet
wat anderen wel kunnen? Dat bedoel ik met gemeenschapsgeld. Er zijn meer dingen in Soest, dat heb
ik net aangegeven, zoals straks ook genoemd, C-drie, bieb, de sport, allemaal dingen die we allemaal
belangrijk vinden. We constateren op dit moment dat we zwaar negatief komen te zitten. En als we
hier niet een limiet aan stellen, dan denk ik dat dat alleen maar op gaat lopen. En dan moeten we bin
nenkort dingen gaan doen waar we allemaal niet blij mee zijn. En dat bedoel ik dus te zeggen. En dat
gaat hier eigenlijk alleen maar van: ja, we gaan ermee door. Ik vind eigenlijk in principe dat we er ook
mee door moeten gaan. We hebben ja gezegd, dan moeten we het doen. Maar ik vind datje wel heel
goed na moet denken. En dan kom ik meteen daarmee inderdaad op het punt dat ik noemde, de over
schrijdingsregeling. Ik denk dat dat gewoon een juridische zaak is. U weet dat wij in het verleden, toen
het ging over het Unia-rapport, ook bij VNG en ministerie navraag hebben gedaan. Daar hebt u ons
ook op geantwoord. Daaruit blijkt wel degelijk dat ieder schoolbestuur bij iedere overschrijding dat
kan doen. En het is wel geld uit de kwaliteitsimpuls, maar die is nooit bedoeld om personeelsproble
men op te lossen. Die was bedoeld om het onderwijs inhoudelijk te verbeteren. En hier gaat het dus uit
de kwaliteitsimpuls. Ik denk dat we heel zorgvuldig, juridisch, moeten kijken hoe dat zit. En het ge
mak dat u hier nou uitspreekt, staat op de band, kan later eventueel tegen ons gebruikt worden, uw
woorden dus. Ik denk dat er echt heel goed over nagedacht moet worden, en dat het later niet tegen
ons gebruikt wordt.
Ten aanzien van het aantal leerlingen. U zegt: de Klimop stijgt. Dat is een prettig gegeven, maar ik
vroeg ook hoeveel zouden er eventueel minder komen in het komend jaar. En ik verwacht nogmaals,
dat als je dat soort opmerkingen in de commissie maakt, en de wethouder heeft het niet paraat, dat kan
ik heel goed begrijpen, maar reageer dan op dat soort opmerkingen. Geef dan later een reactie. Ik heb
nota bene via de secretaris nog geprobeerd van: komt er nog een reactie van de wethouder zowel op de
voorstellen inhoudelijk, als op de financiële voorstellen van de brede school? De secretaris zou het
overdragen, dat zal ongetwijfeld gebeurd zijn. Geen krimp. Dan baal ik echt, dan denk ik: waarom zit
ik me hier nou druk te maken? Alleen om het gemak dat er een meerderheid is? Het kan niet zo zijn
dat ik die verantwoordelijkheid daarmee neem. Dat betekent dus ook, om die reden, niet omdat we het
in feite niet eens zijn met die school, dat vinden we nog steeds, maar het gemak waarmee hier met
geld omgegaan wordt, waarop onvoldoende antwoord is, en dat betreurt mij. En dat is de reden dat we
tegen moeten zijn.
Heer MEILOF (CU/SGP): Voorzitter, alleen even een kleine kanttekening bij enkele opmerkingen van
enkele fracties en van de wethouder over de overschrijdingsregeling. Ieder jaar komt dat wel eens een