Raadsvergadering 18 april 2002
-28-
eerder ingegrepen. In dat proces is het gekomen tot een nieuw bestemmingsplan. En dat nieuwe
bestemmingsplan hebben we, met elkaar, raad en college, opnieuw gemaakt en daarin hebben we
aangegeven wat de ruimtelijke mogelijkheden zijn. Dat ook in de richting van de heer Van
Wuijckhuijse. Dat is dus het kader waarbinnen de ontwikkelingen op deze hoek zich moeten bewegen.
Nooit daarbuiten, en altijd daarbinnen. Als laatste hebben we ook op dat moment ons heel goed
gerealiseerd dat dat interveniëren in die ruimtelijke mogelijkheden op die plek, in gewoon Nederlands
gezegd: minder mogelijk maken dan datgene wat er vroeger mogelijk was en dat vooral ook op een
andere manier mogelijk maken, dat daar financiële consequenties aan zitten. En ik heb altijd gezegd
dat het bij stedelijke vernieuwing en kwaliteit van stedelijke vernieuwing hoort, net zo goed als
beeldkwaliteitsplan in eerste instantie alleen maar geld kostte, kost stedelijke vernieuwing in deze zin
geld. Ik zeg u eerlijk: in dit geval veel geld. Daar ook geen misverstand over. En wat we gedaan
hebben is u inzage geven in hoe wij tot de gedachte over de hoeveelheid geld zijn gekomen en de
externe deskundige die ernaar gekeken heeft of dat enigszins reëel is, dan wel dat dat helemaal buiten
de waarheid is. En ik kan u op dat punt nog een stuk of drie andere berekeningen in dat kader
meegeven die in globale zin altijd in de buurt komen van deze bedragen. En dan treffen je twee
dingen: hoe kan, of het nou over een half of een heel miljoen gaat, een ondernemer de bereidheid
hebben om mee te werken aan een project dat geld kost, of dat nou veel of weinig is. Dat is de vraag
die natuurlijk in het college ook is gesteld, dat heeft met die verwevenheid te maken, en ik spreek dat
ook maar weer uit. Er zijn in dit proces natuurlijk heel veel onderhandelingen gevoerd, en wat betreft
de ondernemer, had hij het liever opgelost in de sfeer van ruimtelijke compensatie. Heel duidelijk:
mag ik ergens in Soest op plekken die nog in bezit van de gemeente Soest zijn, ik denk aan spannende
locaties als voor mijn part het 'geitenweitje', zou ik daar niet iets mogen bouwen, want dan kan ik een
deel van het tekort oplossen. Het college heeft heel bewust gezegd: de keuze van tekorten op plan A
oplossen op andere plekken, op andere r.o.-punten in deze gemeente, is een weg die we misschien in
het verleden in Soest veel gegaan zijn, maar die we niet meer willen gaan. Als iets geld kost, dan
moeten we dat ervoor over hebben, of niet. Maar we moeten het niet verknopen aan allerlei andere
projecten die er uiteindelijk toe leiden datje geen beeld meer hebt watje met elkaar hebt afgesproken.
In die zin is dit dus clean, het kost geld, en dan is het helder. En dat wil je of dat wil je niet.
Van belang is natuurlijk dat u in uw discussie vandaag een beetje de focus hebt gezet op een aantal
componenten van de financiële onderbouwing zoals we die voor u ter inzage hebben gelegd van het
tekort zoals dat daar ligt. En ik denk dat het een duale raad past en dat zeg ik in alle oprechtheid dat dit
voorstel ook niets anders is. En ik denk dat de heer Van Wuijckhuijse dat ook correct geformuleerd
heeft, dat hij zegt tegen het college: college, u vraagt nu budget. U vraagt budget ter omvang van
maximaal dit, ga aan het werk, maak een contract, zet daar precies in wanneer er betaald wordt, wat
ervoor geleverd wordt, wat de onderbouwing daarvan is, wat de BTW-component daarin is, en dan
nog belangrijker: wat er gebeurt op het moment dat er veel meer opbrengst op deze locatie
gegenereerd kan worden. Voor de goede orde: alle deskundigen, en ik heb dezelfde deskundige die
ons vorig jaar geadviseerd heeft, ook dit vandaag nog, omdat we met een ander project ook bezig zijn,
uitgebreid hierover gesproken. En nog steeds is het helder dat ook met andere, zeg maar de situatie
van vandaag, dat niet tot een ander beeld dan het tekorte beeld van dit project leidt. Laat dus helder
zijn dat ik naar u terug moet, op enig moment, om verantwoording af te leggen in de richting van de
raad over zowel de juridische als de financiële consequenties, en misschien ook wel de
beeldkwaliteitsconsequenties, als ik het zo mag formuleren, van datgene wat ik u hier vanavond vraag.
En dat een college dat alleen maar kan doen als ze zelf van mening is, weliswaar hebt u dan de
middelen maximaal ter beschikking gesteld als raad, daar ga ik in ieder geval van uit dat u dat doet,
dat een college alleen maar die middelen daadwerkelijk ter beschikking zal stellen als daar in
juridische en financiële zin een dusdanige onderbouwing zit dat dat ook daadwerkelijk mogelijk is.
Onze optiek is het tekort zoals dat op dit moment is aangegeven, reëel en zelfs iets groter dan op dit
moment in de stukken is aangegeven, maar hebben wij aangegeven dat de maximale bijdrage vanuit
Soest nooit meer mag zijn dan datgene wat hier is aangegeven. Dus eigenlijk geef ik daarmee aan,
voorzitter, geef het college de ruimte om met maximaal dit budget de zaak juridisch en financieel uit te
werken en geef ons de gelegenheid om die nadere juridische en financiële uitwerking bij u neer te
leggen in het kader van de verantwoordingaflegging in de richting van de raad. Daar zou ik het op dit
moment bij willen laten.
