Raadsvergadering 18 april 2002 -29- VOORZITTER: Dank u wel. Wie in tweede termijn? Heer ROEST (D66): Ik ben mijn verhaal begonnen met de constatering dat het planwinst was voor de gemeente en dat ons dat geld zou moeten kosten omdat het tegendeel zou zijn: planverlies voor de ondernemer, minder volume enz., daar zou meer winst op kunnen worden gemaakt. Mijn bezwaar richt zich tegen het bedrag en de onderbouwing van het bedrag. De wethouder is niet ingegaan op mijn verhaal dat ik eigenlijk de opbrengstenkant eigenlijk wel slecht onderbouwd vond. En we willen toch vandaag een krediet geven met de hoogte van een bepaald bedrag dat tot stand gekomen is door berekeningen. Wat u ter inzage heeft gelegd, in mijn fractie zitten wel BTW-deskundigen, die zeggen: het is belachelijk dit lijstje dat we hebben gezien, dat kan zo helemaal niet. Ik kan het niet vertalen hier, want het is veel te ingewikkeld. Maar die cijfers hebben ons niet vrolijk gestemd. Eigenlijk is het idee dat het misschien slim zou zijn, als ik ook de VVD heb gehoord, om in ieder geval het besluit misschien een maand te verleggen, zodat je dus nader inzicht zou kunnen hebben en dat die vragen wel beantwoord zijn. En dan wordt ook de hoogte van het krediet duidelijk. Misschien kunt u dan een afspraak maken van: hoe gaat u in op die vraag van mij van eventuele planbouwwinst, dan is het niet planwinst, maar bouwwinst, als de opbrengsten hoger mochten zijn. Dat vind ik wel belangrijk, daar heb ik niet echt oh, dan is het niet tot mij doorgedrongen, sorry. Heer NIJHOFF (Soest 2002): Voorzitter, ik kan me wel vinden in de woorden van de heer Roest. Ik wilde er eigenlijk nog aan toevoegen, ik weet niet op welke manier precies de onderhandelingen gevoerd zijn om tot een bepaald bedrag te komen, maar het vertrekpunt, het tekort van bedragen exclusief of inclusief BTW maken voor mij toch een groot verschil. En juist uit dat vertrekpunt met bedrag inclusief of exclusief BTW, daar bestaat de onduidelijkheid over. En verder, ja, ik blijf het bedrag enorm groot vinden en ik zou graag met de heer Roest toch nog in een commissievergadering daar verder over willen praten. Dank u wel. Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Voorzitter, we willen daar niet verder over praten over een maand. Ik denk dat het nu duidelijk is. Het is denk ik heel duidelijk weergegeven door de wethouder. Dit is het maximum wat er ter beschikking staat om daar een mooi plan van te maken. Wij krijgen het als commissie, daar ga ik van uit, meermalen terug met de financiële onderbouwingen, met het contract, met een eventuele meerwaarde, met een eventuele andere berekening. Het kan in dat opzicht alleen maar meevallen, want we weten de maximale ruimte die we de wethouder hebben gegeven om mee aan de slag te gaan. Daarnaast krijgen we ook nog het ruimtelijke aspect te zien, we krijgen ook nog het voorstel te zien, dus we zullen daar meermalen over praten. Dus wij willen graag onze steun geven aan de wethouder om door te gaan met het plan. Ik zou zeggen: maak er wat moois van en zorg dat het wat goedkoper uitvalt dan hier staat aangegeven. En dan zouden we daar erg blij mee zijn. Mevrouw MANN (GL): Voorzitter, wij voelen heel veel voor het voorstel om het een maand uit te stellen en ons toch meer uitleg, meer inzicht te geven en dan zullen we het opnieuw Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Voorzitter, even via u een vraag. Wat denkt u dat in die maand duidelijk wordt als de hele onderhandelingen en procedure nog gestart moeten worden? Mevrouw MANN (GL): Mevrouw Van Roomen, dat is juist het probleem vaak. Als je wilt dat iets duidelijker wordt, dan kan je het meestal niet zo heel goed aangeven wat allemaal onduidelijk is. Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Dat zal nooit binnen een maand haalbaar zijn. Mevrouw MANN (GL): U weet het heel goed, begrijp ik. Maar kan u mij uitleggen Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Dat is toch heel logisch, onderhandelingen kunt u in een maand niet op die manier daar neerzetten. Heer ROEST (D66): Voorzitter, misschien is het toch goed te zeggen dat niet de hele onderhandelingen over worden gedaan, maar in het kader van de omgang van de raad met elkaar moet

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2002 | | pagina 112