V\ ethouder V\ 1 F TE: Voorzitter, ik kan er op dit moment niet anders op antwoorden dan dat ik
er morgen naar zal kijken en zo snel mogelijk de heer Hilbrands bericht zal geven.
VOORZITTER: Oké, en dan zullen we ook afgaan op uw laatste aanvullingen of uw reactie.
Daarmee de inspraakmogelijkheid voldoende aan de orde geweest? Ja, akkoord.
3. Vaststelling notulen van de raadsvergadering van 26 maart 2002
De notulen worden ongewijzigd goedgekeurd.
4. Ingekomen stukken en mededelingen van de voorzitter
Er zijn geen ingekomen stukken en de mededelingen van de voorzitter zi jn bij de opening aan
de orde geweest.
5. Vragenhalfuurtje
Hiervan wordt geen gebruik gemaakt.
6. Voorstel garantie geldlening Balans
Het voorstel (RV 02-39) is komen te vervallen.
7. Jaarverslag 2001
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, ik heb nu over de jaarrekening twee
opmerkingen, één heel kort en één wat langer. Met betrekking tot de bestemming van het
jaarresultaat kunnen wij instemmen met uw voorstel. Het onderdeel van het raadsvoorstel
waarbij de jaarrekening de tweede kwaliteitsimpuls wordt toegekend, dat willen wij zien als
een onderdeel van de Voorjaarsnota, en wij zullen bij dat punt daar dan ook op terugkomen.
Bij de behandeling in de commissie van de jaarrekening heeft mijn fractie gesproken over het
contact tussen burger en overheid en de noodzaak tot verbetering daarvan. Onze maatschappij
heeft zeer sterke tendensen naar een verdere individualisering. Als overheid dragen wij daar
zeker aan bij door steeds meer aan mensen hun mening te vragen, zelfs vragen voor die
mening op te komen in allerlei zaken zoals mede door ons georganiseerd, ik noem maar
klankbordgroepen, inspraak, interactieve beleidsvoorbereiding etc. Het eigenbelang neemt
daardoor een steeds meer centrale plaats in bij de besluitvorming waar de gemeente als
overheid rekening mee heeft te houden. Het is een goede zaak dat de burgers van Nederland
en Soest worden gemobiliseerd op die eigen mening, dat versterkt de belangenafweging en
levert een belangrijke bijdrage aan het proces waarbij de overheid er niet alleen is voor de
burger, maar waarbij die overheid er ook is vóór die burger, en ook van die burger. Dat laatste
betekent ook dat het mobiliseren van onvrede op individuele beleving een ontwikkeling is die
ons grote onrust baart. Een overheid voor en van de burger staat namelijk niet alleen voor de
individuele verantwoordelijkheid, maar juist ook voor de gedeelde verantwoordelijkheid
binnen onze samenleving, het gemeenschappelijk belang. De leefbaarheid van onze
samenleving heeft een overheid nodig die staat voor heelheid en schoonheid, openbare orde
en veiligheid, onderwijs en volksgezondheid en zo kunnen we nog vele zaken noemen. En
juist bij het vormgeven van die gemeenschappelijke verantwoordelijkheid lijkt de overheid,
en ook die in Soest, hard te worden aangesproken door de burgers. Dit is van grote betekenis
voor de duidelijkheid waarmee u als college en wij als raad die verantwoordelijkheid waar