maken en vooral ook uitdragen. Dit betekent duidelijk en herkenbaar beleid. Goede
communicatie vanuit een open en begrijpende cultuur. Daarnaast betekent het ook dat wij als
overheid onze regels helder moeten uitdragen en de grenzen van de individuele
verantwoordelijkheid van de burgers goed moeten neerzetten. Zowel op de punten waar die
inbreng van die burgers nodig is om te komen tot dat beleid en te komen tot die regels, als op
de uitvoering van die regels. De wederkerigheid is hier evident. De overheid mag vanuit een
individuele verantwoordelijkheid worden aangesproken op gedeelde verantwoordelijkheid,
die door haar moet worden vormgegeven. Aan de andere kant moet het bestuur vanuit die
collectieve verantwoordelijkheid de burger kunnen en willen aanspreken op zijn individuele
verantwoordelijkheid. Aan dat laatste schort het naar onze mening. Voor wat betreft de
betekenis daarvan voor de burgerparticipatie en de beleidsprocessen komen wij daar in de
commissie Bestuurlijke Vernieuwing op terug. Een ander punt is echter het opsporings- en
handhavingsbeleid. Wij zijn van mening dat juist een tolerante maatschappij grenzen moet
stellen aan asociaal gedrag. Voor wat betreft de uitvoering daarvan met name in de zin van
handhaving, zijn wij er een groot voorstander van, en dat hebben we al meerdere malen
uitgedragen, dat de mogelijkheden van bestuurlijke handhaving dienen te worden uitgebreid,
zodat de gemeente zelf hierop beleid kan ontwikkelen. Wij denken dan aan zaken zoals het
dumpen van huisvuil, het aanbrengen van graffiti, het handhaven van de maximum snelheid
etc. Graag nodigen wij het college uit om een inventarisatie op te stellen van mogelijkheden
voor bestuurlijke handhaving en concrete voorstellen te doen hoe dit verder zou kunnen
worden opgepakt en uitgevoerd. Daarbij kan naar de mening van mijn fractie gezocht worden
naar de grenzen wat datgene wat nu volgens de wet kan. Daar mag dan meteen een prikkel
vanuit gaan voor de Haagse politiek, dat als daar geen verantwoordelijkheid wordt genomen,
wij daar in Soest niet voor weglopen. De fractie heeft overwogen om daar een motie over in te
dienen. Alleen, toen ik vandaag begreep dat er al weer twee moties in de Tweede Kamer
waren ingediend over het voorzitterschap van diezelfde Tweede Kamer, toen hadden wij
zoiets van: laten we nou eerst maar eens als raad erover praten, en het college uitnodigen
gewoon met wat concreets te beginnen. We denken dat dat een zinniger bijdrage is aan de
discussie dan met een velletje papier te zwaaien. Dank u wel.
Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, ten aanzien van de jaarrekening hebben wij
eigenlijk niet heel veel andere dingen te melden dan in de commissievergadering van vorige
week. Wij hebben daar een aantal vragen gesteld, die zijn naar ons idee naar tevredenheid
beantwoord, dus dat is prima. Net als Gemeentebelangen aangaf zullen wij bij de
Voorjaarsnota onze ideeën kenbaar maken over de tweede kwaliteitsimpuls. En ik moet
zeggen: datgene wat net door Gemeentebelangen is aangedragen, en inhakend op het betoog
rond contact burgers - overheid, het belang, het duidelijk grenzen aangeven, ik moet zeggen,
dat is mij persoonlijk, en dat heb ik dus niet met de fractie nog kunnen overleggen, maar dat is
mij persoonlijk wel uit het hart gegrepen. Ik moet wel zeggen dat ik eigenlijk een motie in
deze iets krachtdadiger had gevonden dan een verzoek aan het college. En ik had me ook al
zitten verheugen op een motie van Gemeentebelangen, met het idee: ik ben benieuwd waar ze
mee gaan komen. Anderzijds is het ook prima dat zij het college uitnodigen om met een
inventarisatie te komen. Ik denk dat het heel goed is dat we een beetje af moeten van de 'kom
maar. kom maar. kom maar-maatschappij' in de zin van mensen uitnodigen om mee te
denken, maar daarin ook heel goed de grenzen aangeven van tot waar. En dan wordt er weer
heel snel gesproken van: dat is betutteling en dat moetje niet gaan willen. Maar ik denk dat
we eens heel goed moeten na gaan denken over verwachtingspatronen over en weer. dat als
wij mensen uitnodigen te participeren, dat dat niet betekent dat datgene wat zij inbrengen ook
altijd gehonoreerd zal worden. Dus helder en duidelijk vanuit de gemeente naar buiten toe. ik
denk dat dat gewoon een vereiste is. en daar komt straks die kwaliteitsimpuls, het feit dat we
