van de heer Van Vuuren van de ChristenUnie. Vanmorgen is gesproken over het actuele
ziekteverzuim. Dat gaat belangrijk omlaag. Dat heeft te maken met de sfeer, de cultuur en de
organisatie, dat het nu al 6% is. Dat is veel lager dan het ooit geweest is. Het rekenmodel is
3%. maar ik kan me goed voorstellen datgene wat u aandraagt, dat we dat betrekken bij de
nieuwe begroting.
Wethouder WITTE: Voorzitter. Soest 2002 had opmerkingen over de antwoorden over Aqua
Indoor. Ja. wat vermeld is op bladzijde 85 van de Adviesnota die ter inzage is gelegd, daar
gaat het over de in 2001 gemaakte kosten voor advisering van Aqua Indoor. Het op bladzijde
143 vermelde bedrag van 633.000.- dat betreft de kosten in 2001. En de Adviesnota die ter
inzage ligt meldt het totale bedrag van het hele traject, dat is ruim fl. 1.5 miljoen en deels zijn
dat kosten die in eerdere jaren gemaakt zijn, zoals juridische ondersteuning. Dat ter
verduidelijking van de opmerkingen die Soest 2002 maakte.
Heer KOELEWI.TN (Soest 2002): Voorzitter, ik begrijp dus dat die 633.000.- die komt daar
nog bij, boven die fl. 1.545.000,-.
VOORZITTER: We laten de vraag even liggen, we komen dadelijk met een nadere reactie.
Wethouder WITTE: Soest 2002 had het ook over de onduidelijke presentatie van de cijfers
van het openbaar onderwijs. Ja, dat hebben wij ook geconstateerd, en wij proberen het
duidelijk te maken in onze beantwoording. We hebben het voornemen om in ieder geval
volgende jaren dat beter te doen dan dat het deze keer is gedaan.
VOORZITTER: Wethouder Krol. U hebt geen vragen.
U ziet, over het zwembad is even verwarring ontstaan, maar mocht het antwoord niet in eerste
termijn komen, dan moet het maar in tweede termijn.
Uw opmerking, meneer Koelewijn, over de gladheidbestrijding, daar neem ik goed kennis
van. Het was meer een opvatting dan een vraag.
Heer KOELEWIJN (Soest 2002): LI deelt die opvatting voorzitter, dat het een gigantisch
bedrag is.
VOORZITTER: Weet u, er is over die post veel te doen geweest en ik denk dat ik aan de
omvang van het bedrag niet op voorhand de kwalificatie moet ontlenen voor de inspanning
die verricht wordt, omdat die namelijk samenhangt met de weersgesteldheid en de mate van
paraatheid en de afspraken die er zijn binnen het bedrijf om paraat te zijn als verschillende
omstandigheden zich mogelijk gaan voordoen. Daar is een gedachtewisseling over geweest.
Dus het bedrag op zichzelf in relatie tot de prestatie, die is destijds verantwoord. Het heeft de
aandacht van ons en van het bedrijf en ik neem aan dat we wat de maatvoering betreft, beide
op de goede manier met elkaar in balans brengen. In die zin neem ik goed kennis van uw
opmerking.
Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Voorzitter, als ik mag bij interruptie. Ik vind dit wel een
duidelijk antwoord, maar een allesbehalve bevredigend antwoord. Als je een overschrijding
van enige honderdduizenden guldens hebt. dan is er gewoon organisatorisch iets niet goed
geregeld. U kunt zeggen: we hadden het in Soest goed voor elkaar, daarom hebben we een
veel lager bedrag kunnen begroten, wij gaan samen met een ander bedrijf en dan blijkt het
gewoon een paar ton meer te moeten kosten, zonder dat daar ja, een verklaring, maar absoluut
geen rechtvaardiging voor is. Dan vind ik ook dat we de moed moeten hebben om te zeggen: