Raadsvergadering 4 juli 2002
- 8-
I
onderstrepen dat, samen met Groen Links kennelijk dan, het welzijnsplan te agenderen en te kijken in
hoeverre daar een meerderheid voor is.
Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, wij sluiten ons bij die opmerking aan. Wij hadden op een
eerder moment al aangegeven dat het ons goed leek dat er een actualisatie van dat welzijnsplan van
toen zou komen, omdat er in de loop der jaren natuurlijk toch een hele hoop veranderd is en nog gaat
veranderen, en dat het goed is datje een actueel beeld hebt van wie doet nou wat in welzijnsland. En
op zich geeft de wethouder wel aan dat we van alle deelgebieden wel enig zicht hebben, maar het lijkt
ons goed dat er toch een soort totaal overzichtsplan gaat komen hoe het welzijnsbeleid in Soest eruit
ziet. En mogelijk kan een welzijnsconferentie in welke vorm dan ook daar een bijdrage in leveren.
Misschien is het heel aardig om dat als een soort start voor een nieuw plan te gaan gebruiken. Dus wij
vonden het tekort dat het college aangaf: er is geen reden om tot een welzijnsplan te komen. Dus
vandaar dat wij graag het idee steunen om er wel één te laten komen.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, om met het laatste te beginnen. Ik heb mij bij de
commissievergadering wel laten overtuigen door de wethouder. Ik kon zijn redenering volgen. Een
ander geluid, er zijn verschillende stukken beleid op de rails gezet, maar de heer Witte had een
opsomming van verschillende soorten beleid die al op de rails staan. Hij zou mij uit mijn onzekerheid
kunnen verlossen door ook nog daarbij aan te geven dat het vrijwilligersbeleid binnenkort is afgerond.
Dat zou mij een heel plezierig gevoel geven. En dan wil ik ook nog niet nalaten dat de kaders
inderdaad gesteld zijn. De hoofdwegenstructuur, een rondwegonderzoek, dat moet vooruit. Ik vind het
ook jammer dat het fietsbeleidsplan dus op de achtergrond wordt geschoven. Temeer waar er al sinds
1992 een nota in de la van de wethouder ligt en dat op korte termijn had kunnen worden uitgevoerd.
Dat vind ik heel erg triest, maar helaas hebben wij het hier niet voor het zeggen.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, het gaat er natuurlijk niet alleen maar om om zo maar
een plan te maken. Als je kaders wilt stellen moetje wel aangeven wat die kaders dan zijn. Alleen
maar het roepen om een plan dat dan die kaders aan zou geven, dat lijkt ons niet zo handig. Het was
nou juist de bedoeling dat de raad zelf dan die kaders aan zou geven. En naar ons idee heeft de
wethouder van welzijn uitstekend begrepen welke kaders de raad op dit moment zou willen hanteren.
En gaat u dus zo voort.
Heer KONING (CDA): Voorzitter, de beantwoording van de wethouder met betrekking tot het
opstellen van een welzijnsbeieidsplan was ons in de commissie eigenlijk al duidelijk en we waren daar
wel al content mee. Als er dan toch zoiets zou moeten komen, een welzijnsbeieidsplan, dan denken wij
aan een hele dunne, op zijn hoogst, om met Balkenende te spreken, een A-viertje. En dan niet een A-
viertje van 44 pagina's, maar een echt A-viertje. Dus een soort kapstok, een paraplu over alle andere
beleidsterreinen en plannen heen. Dus geen zwaar aangezet proces om tot een plan te komen. Dat is
onze insteek. En echt een A-viertje eerst.
Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Voorzitter, wij steunen van harte het plan van de PvdA om te
zeggen dat moet er in oktober zijn. Dus al onze steun daarvoor. Wij vinden het een heel goed idee en
ook een noodzakelijk iets. Het mag wat ons betreft iets meer dan een A-viertje zijn. We hebben
genoeg rapporten waar je wel 20 pagina's af kunt halen, dus als het er twee worden, met cijfermatige
onderbouwing, want ik denk dat dat wezenlijk is, welke aantallen doen waar aan mee, en dergelijke,
dan maakt u ons erg gelukkig.
Heer KONING (CDA): Voorzitter, het lijkt mij van de gekke om van dit college te eisen dat dat in
oktober er moet liggen. Dat lijkt mij van de gekke.
Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Bij interruptie, voorzitter. De heer Koning vindt het van de gekke,
maar ik beluister dat er al een goed zicht op is. Dus ik begrijp niet dat de heer Koning het van de
gekke vindt dat drie maanden nodig is om één A-viertje vol te schrijven. Misschien kan hij dat
toelichten?
V
H
st
vi
in
aa
w
dc
vc
ol
ee
kc
V'
ge
da
he
ev
H<
VI
W(
