Raadsvergadering 17 januari 2002
-17 -
het hoofd had, heb ik daar met hen over gesproken, en ook toen bleek me dat zij plotseling, ik was
daar niet van op de hoogte, en de ambtenaren waren daar ook niet van op de hoogte, dat zij een veel
breder taakveld voor zich zagen weggelegd dan waar wij ooit over gesproken hadden met elkaar. Ik
heb toen in dat gesprek geconstateerd dat als gelet op wat zij allemaal wilden gaan doen, inderdaad
ook cliënten begeleiden en allerlei zaken, dat als je dat wil gaan doen en een echt professioneel kan
toor wil gaan voeren, datje dan ook met het dubbele bedrag dat wij als college voorstellen, er niet zou
komen. Dan moet je toch echt aan veel meer geld denken. En op zich staat het college daar niet nega
tief tegenover, maar is wel van mening dat als je over dat soort zaken gaat spreken, dat het dan ver
standig is om in gewestelijk verband eens te gaan praten over hoe je dat zó kan opzetten dat er vol
doende deskundigheid in huis komt, zodat je dat ook op een verantwoorde manier kan doen. Het col
lege heeft heel veel waardering voor het werk dat de adviesgroep gehandicapten de afgelopen jaren
heeft gedaan. Dus ik vind het uitermate betreurenswaardig als hier een aantal raadsleden is, die nu gaat
sneren alsof we met deze verordening de adviesgroep gehandicapten een schop na zouden willen ge
ven, want het is verre van ons om dat te willen. Wat in deze faciliteiten staat is ook veel meer dan we
in de afgelopen jaren jaarlijks aan de adviesgroep gehandicapten hebben gegeven. Dat weet men ook.
En als dan hier partijen zijn die suggereren dat het in Leusden allemaal veel beter is dan hier, die kan
ik gewoon vertellen dat dat absoluut onwaar is. Als ze de notulen van de adviesgroep gehandicapten
hadden gelezen, dan hadden ze dat ook kunnen weten, want daar zijn ook klachten over. Soest doet het
absoluut niet slecht ten opzichte van de andere plaatsen. Daarmee wil ik niet zeggen dat we het opti
male presteren op dit moment, maar ik denk wel dat het alleszins redelijk is dat wanneer zo'n cliën-
tenparticipatieraad start, op een andere manier dan ze tot nu toe gewend waren, datje het dan ook even
een jaar aankijkt. En het is ook heel duidelijk wat gesuggereerd werd alsof het vanuit de lucht bij hen
gedropt werd en dat er niet over te praten viel. Het is heel duidelijk dat in het laatste overleg, en dat is
ook in het voorstel terechtgekomen, dat wanneer zij een project zouden willen voorstellen, en niet een
projectje, wat ik sommigen hoor zeggen, dat vind ik nou echt neerbuigend, als zij met iets komen wat
een project mag heten en wat gemotiveerd is, en waarvan duidelijk het belang is in te zien, dan zal het
college dat welwillend bekijken. En bovendien, het aantal faciliteiten dat ze in het verleden hadden,
behouden ze. En dan wat betreft de computer. De computer, daarvan heb ik u in de commissie meege
deeld, dat is me ook heel duidelijk dat de meerderheid voor is. Ik heb dat wel in het college gebracht,
maar ten onrechte is dat niet in de reactie op de commissieadviezen terechtgekomen. En ik kan u dus
vertellen dat het college van mening is dat zij ook gefaciliteerd moeten worden met een computer. En
als sommigen hier dan menen dat te moeten weergeven als fooi, dan vind ik dat beneden alle niveau.
En op die manier moetje er niet over praten. Dank u wel.
Mevrouw MANN (GL/PS): Voorzitter, daar wil ik heel graag op reageren. De wethouder heeft het er
over dat de werkgroep een professioneel kantoor bij wijze van spreken zou willen hebben. Nou, als ze
een professioneel kantoor zouden willen hebben, dan ging het wel om heel wat hogere bedragen. We
hebben het in dit geval over 23.000,- en ik had het alleen over vleugels uitslaan. Dus, men heeft ook
helemaal niet het gevoel dat er salarissen zouden moeten zijn, of dat soort vergoedingen, dat is het in
het geheel niet. Dat leeft niet bij de werkgroep. U zegt, er wordt toch een aardig bedrag gegeven. Maar
u spaart bijvoorbeeld de ambtelijke kosten uit. Ik heb eens uitgerekend wat dat al betekent. Dan zitten
we al in de orde van grootte van misschien wel 7.000,-Dus als u nu 10.000,-
Wethouder WITTE: Voorzitter, bij interruptie. Ik vind het onjuist als een raadslid geïnformeerd heeft
bij de afdeling financiën hoeveel het kost, dat hij daar dan een paar duizend gulden boven gaat zitten.
Ik vind dat onjuist.
Mevrouw MANN (GL/PS): Goed, ik heb het uitgerekend. Misschien zal het iets lager uitvallen, dat is
mogelijk. Ik heb mijn werk gedaan als raadslid, misschien heb ik het al te goed gedaan in de richting
van de volgende periode. Ik vind het namelijk heel belangrijk om te weten hoeveel kosten er tot nu toe
al gemaakt zijn, waardoor het gebaar echt niet zo royaal is als dat het lijkt. Bovendien willen we niet
over die centjes de hele tijd praten, het gaat erom dat dit bedrag, dit verschil is zo enorm groot en dat
hebben we in de commissie gevraagd, daar moet absoluut opnieuw voor om de tafel gezeten worden,
want u maakt een psychologische fout. U gaat mensen met een grote ambitie en heel groot sociaal
gevoel ontzettend tegen het hoofd stoten. Dat is trouwens, dat heb ik al geproefd, gebeurd. Voor de