Raadsvergadering 12 september 2002 -23- VOORZITTER: Maar u bent niet helemaal de raad. U hebt als raadslid deze vraag gesteld. Heer ROEST (D66): Ik heb als raadslid deze vraag gesteld. VOORZITTER: Misschien had het probleem voorkomen kunnen worden, maar dat dan als technische opmerking tussendoor, als u dit even van tevoren nog had geconstateerd, dan hadden we misschien eventjes de zaak op een rijtje kunnen zetten voor u. Heer ROEST (D66): Dat was dus heel moeilijk. Ik was eerlijk gezegd laat met de vraag, maar de mail heb ik vanavond om half zeven gelezen geloof ik, en toen kwam ik thuis van mijn werk. En dat ging dus niet. VOORZITTER: Maar wilt u dan proberen dat begrip over en weer ook voor elkaar op te brengen. Als u de vraag laat hebt gesteld heeft dat misschien ook enigszins de beantwoording beïnvloed. Heer ROEST (D66): Voorzitter, mijn informatie is dat die kans er wel is geweest en ik wil niet een negatieve sfeer hier creëren, ik kom hierop terug, heb ik gezegd, omdat het me wel hoog zit. Tenslotte ook wat mij betreft: hoezo dualiteit in de raad van Soest? Reflexpolitiek. Niks meer. We kunnen geen kaders aangeven. We durven niet. In dit geval zijn we achter de plannetjes van het college aan gelopen. We durven geen afstand te nemen van het college omdat het leidt tot gezichtsverlies. Dat is oude politiek. Heer VAN BUITEN (CDA): Bij interruptie voorzitter. Wat denkt u dat u bent meneer Roest? Wat pretendeert u hier eigenlijk? VOORZITTER: Meneer Van Buiten, zoudt u alstublieft via de voorzitter willen spreken? Heer VAN BUITEN (CDA): Ja, sorry voorzitter. Heer ROEST (D66): Ik denk dat ik glashelder ben. Misschien dat u Heer VAN BUITEN (CDA): Ik denk dat VOORZITTER: Heren, heren, heren. Heer ROEST (D66): Voorzitter, dan wil ik het de heer Van Buiten nog even uitleggen. Heer VAN BUITEN (CDA): Nou nee, dank u. Want dat duurt me te lang. Heer ROEST (D66): Dit is de nuance van het CDA. Dat was de partij waar ik het net over had. Dank u. VOORZITTER: Heren, ik stel voor dat u zich beheerst. Wie kan ik nog het woord geven? Mevrouw GASTELAARS (GGS): Voorzitter, de grote vraag die bij mij eigenlijk speelt is waar baseert de heer Middelkoop op dat 90% van de buurt tegen is? Het lijkt dat hij met net zo'n doof oor luistert als dat hij ons verwijt en voor ons speelt inderdaad het belang van de verrijking van de buurt een grote rol. En de ervaring leert dat in buurten waar nieuwe veranderingen en nieuwe ontwikkelingen zijn, dat daar vaak heel veel weerstand bestaat. Als een dergelijke voorziening dan eenmaal getroffen is, dan zie je ook hoeveel profijt ervan, wat gebeurt er met profijt? Profijt getrokken, heel goed. VOORZITTER: En u was zo sterk met teksten, mevrouw Gastelaars.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2002 | | pagina 234