Raadsvergadering 21 februari 2002
aanpalende onderwerpen over bestuurlijke vernieuwing, maar beleidsprogramma en benoeming wet
houders zijn natuurlijk twee majeure punten.
4. Vragenhalfuurtje
VOORZITTER: Ten aanzien van dit agendapunt is er een brief binnengekomen van de fractie van
D66. Als het goed is, want wij hebben zelfs ongevraagd deze brief verspreid - ik weet niet of dat de
bedoeling was, maar wij zijn er maar van uitgegaan dat dat de bedoeling was - die hebben wij ver
spreid naar raadsleden en is nu beschikbaar en in de organisatie en aan de pers, de buitenwacht. En ik
weet niet of u, meneer Roest, behoefte hebt aan een toelichting op de vragen. Daar wilde ik u allereerst
gelegenheid voor geven, en zo niet, dan zou ik eigenlijk puntsgewijs tot beantwoording willen over
gaan.
Heer ROEST (D66): Dank u wel voorzitter. Excuses aan mijn collega's. Ik heb deze keer tegen mijn
gewoonte in het niet verspreid, de brief, maar dat kwam omdat ik eerst bij de aanbieding een gesprek
met de burgemeester had gehad en ik heb hem gewoon die brief gegeven en later in de drukte is mij
dat ontschoten. Maar dat had ik eigenlijk wel beter kunnen doen. Ik denk dat de brief voor zichzelf
spreekt, maar even nog mijn motivatie waarom, hier in de raad. Toen ik dat artikel las over openbaar
ministerie woedend over lasergunactie in Soest, kan ik niet zeggen dat ik meteen ook woedend was,
maar ik had toch wel een licht gevoel van verontwaardiging. En toen ik het las, had ik het gevoel van:
hè, kijk uit, hier gaat een verkeerd signaal vanuit naar de inwoners. En op dat moment heb ik ook
meteen het idee gehad om hier in de raad, de commissie ABZ was inmiddels al geweest, aandacht
voor dit onderwerp te vragen, omdat ik denk dat dit onderwerp een goede reactie van de burgemeester
vergt en ik hoop daar dan ook op. Voor de rest heb ik geen toelichting, misschien kunt u die vier vra
gen nog even beantwoorden.
VOORZITTER: Dat zal ik doen en daarna geef ik het onderwerp even zo nodig vrij voor bespreking.
Ik zal de vragen even noemen. Het gaat dus inderdaad over de lasergun en uw eerste vraag luidt:
Wilt u ons uitleggen waarom wij de jongste ontwikkelingen uit de krant moesten vernemen en niet in
de commissie ABZ op de hoogte zijn gesteld?
Ik kan u zeggen dat er inderdaad van de zijde van het college kennis is genomen van het artikel over
dit onderwerp in de Gooi en Eemlander, maar moet ik zeggen, even relaterend aan de commissie ABZ,
het betreffende artikel bevat wat ons betreft geen nieuwe informatie omtrent de diverse standpunten
die zijn weergegeven, want bij de behandeling van het activiteitenplan van de politie in de commissie
ABZ van 17 september 2001, en ik weet nog dat we er vrij uitvoerig zelfs over gesproken hebben, is
op vragen over de handhaving van de 30 km.-zones het volgende geantwoord. En dan citeer ik even
uit het verslag: 30 km.-zone is voor de politie landelijk en regionaal en het openbaar ministerie geen
prioriteit. Dat is toen in de commissie ook meegedeeld. Voor de burger is handhaving wel belangrijk,
maar niet alle infrastructuur is in de 30 km.-zones aangepast, en door ontbrekende maatregelen en het
feit dat het geen prioriteit heeft bij politie en openbaar ministerie, is er een belemmering voor de poli
tie op gemeentelijk niveau op dit punt iets te kunnen doen. Daar staat tegenover, en dat is ook een
speerpunt laten we zeggen vanuit de portefeuille verkeer van wethouder Witte, dat het lokaal een
speerpunt is, en toen heb ik ook aangegeven, vanuit het college, dat we samen met de
politiesurveillanten iets kunnen doen, maar dat de mogelijkheden beperkt zijn. Dat is eigenlijk wat in
de commissie gepasseerd is. Vervolgens, ik ben even wat uitvoerig over het antwoord, omdat dat even
nodig is, politie district Eemland is in december 2001 geïnformeerd over dit standpunt door de
beleidsgroep verkeer van de regiopolitie inzake het inzetten van de lasergun in de 30 km.-gebieden bij
het bekeuren op kenteken. En het standpunt luidt, dus het officiële standpunt: het gebruik van de
lasergun in 30 km.-gebieden is alleen toegestaan als de betreffende weg of het gebied conform de
duurzaam veilig richtlijnen zodanig is of zal zijn ingericht, dat er desondanks sprake is van een
aantoonbare objectieve verkeersonveiligheid. Met andere woorden, het officiële standpunt is dat de
mogelijkheden beperkt zijn.
Heer ROEST (D66): Is dat het officiële standpunt van het openbaar ministerie of ministerie en politie
samen?