-45-
Soesterberg te ontwikkelen. De start ligt er nu als het gaat om ontwikkeling rond de Dorpskern, en wij
denken dat dit een motie is die te snel door de bocht wil gaan en wij zullen hem dus ook niet steunen.
Mevrouw MANN (GL): Ik maak het kort. Dezelfde reden, de aantallen die zo expliciet genoemd
worden, dat is het bezwaar.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Dank u wel voorzitter. Ja, afgezien van de aantallen spoort deze
motie niet met de visie zoals die uitgebreid door het college is neergelegd. Hij belicht daar maar één
aspect van. Dat is de eerste opmerking. De tweede opmerking is dat het college iets wordt opgedragen
wat ook niet kan, niet de eerste keer. We kunnen geen voortvarende activiteiten om te bouwen
ontwikkelen, want er mag op dit moment niet gebouwd worden.
Heer KONING (CDA): Wij zijn tegen. Het antwoord van het college was overduidelijk.
VOORZITTER: Dan is de conclusie dat de raad deze motie verwerpt.
Dan gaan we naar motie nr. 14, maatregelen tegen vervuiling.
Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Die behoeft wat verduidelijking voorzitter, want ik heb begrepen
van achter de bestuurstafel dat die overbodig is. En ik moet zeggen dat dat mij toch wel een beetje pijn
doet. Niet dat het erg is om een keer iets te doen wat overbodig is geweest, dan kun je het nog
intrekken. Maar wij meenden dus, als ik het met weinig woorden zeg, dat wij bij een betere
bestuurlijke handhaving het vuilprobleem oplossen. En als we dat zo in de krant zetten, dan denk ik
dat er toch nog een hoop ergernis bijkomt, want waaruit bestaat die ergernis? Voor een deel door de
bevolking, de vervuiling die de bevolking zelf veroorzaakt. Maar minstens zoveel ergernis beluister je
steeds door het vervuilde openbare groen, trottoirs, wegen en dergelijke. En wij als gemeentebestuur
gaan er blijkbaar volledig van uit dat deze motie louter en alleen bedoeld is voor ondeugende burgers
en dat die met een boete wel eventjes in het gelid gebracht worden. Deze motie is minstens zo zeer
bedoeld: gemeente doe wat je zelf kunt, geef het goede voorbeeld. Verbeter de wereld, of zorg voor
minder vervuiling en begin bij jezelf. Dus ik handhaaf deze motie, ondanks de overbodigheid.
VOORZITTER: Heeft iemand van de zijde van de raad behoefte daar een nadere reactie op te geven?
Is daar de motie mee aanvaard, of zegt u: de lijn van het college wordt gevolgd.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Neen, die voortwoekerende Soest 2002-moties steunen wij niet.
VOORZITTER: Is dat het algeheel gevoelen op dit punt van de raad, dat er onvoldoende steun is voor
de motie?
Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Voorzitter, ik aarzel een beetje, want ik vind dit erg cru gesteld. Wij
hebben een aantal afspraken binnen deze gemeente dat het netjes hoort te zijn, dat er bij glas- en
papiercontainers niks naast de containers geplaatst mag worden, we hebben hondenuitlaatterreinen.
Dus wij hebben er een bepaald beleid voor. Wat zou er nou nog op korte termijn aan maatregelen
genomen moeten worden, die hebben we genomen. Van de andere kant onderken ik dat mensen daar
wat erg makkelijk mee omgaan en dan kom je haast weer in de waarden- en normendiscussie terecht.
Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, de items die genoemd worden die tot ergernis leiden bij
mensen in Soest, dat is wel een duidelijk verhaal, alleen ik ben dan zo benieuwd wat Soest 2002 zelf
aangeeft wat ze voor maatregelen zouden wensen. Wat de heer Van Vuuren terecht aangeeft, er zijn
maatregelen voor, er is beleid voor. Het moet anders, het moet beter, dat klopt wel, maar ik hoor Soest
2002 niet iets creatiefs aandragen. En het is ons te makkelijk om dat even op het bordje van het college
te leggen. Dus geen behoefte aan de motie.
VOORZITTER: We heropenen niet het debat over dit punt hè. Daar hebben we andere termijnen over
gehad. Het ging om wat u van de motie vond.