-49-
duidelijke stellingname. Ondanks dat ik 180 graden de andere kant vind, heb ik daar respect voor. Dus
in het belang van de jongeren, zo zou ik het willen zien.
VOORZITTER: Je mag ook best in de raad, zo lang het niet onbetamelijk is, best iets scherp
formuleren. En in die zin is er niet iets onbetamelijks aan de orde.
Heer BORDEWIJK (VVD): Voorzitter, zonder het fraaie proza of tussen aanhalingstekens het fraaie
proza van GGS te steunen, hebben wij geen behoefte om deze motie te steunen, hoewel het doel, en
dat is ook al aangegeven door D66, op zich sympathiek lijkt.
Mevrouw MANN (GL): Ja voorzitter, hetzelfde. Die rode contouren mogen niet opgerekt worden,
helaas. Het belang van de jongeren is wel heilig, maar
Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Wij steunen de motie van harte.
Heer KONING (CDA): Wij steunen de motie niet, omdat wij ons uitgesproken hebben over
handhaving van de huidige contouren. Dank u wel.
Heer BERVOETS (PvdA): Ik bedoel, als er gezegd wordt, voor mij als 31-jarige, ik reken me nog
steeds een beetje tot de jongere Soesters, zoals we ook hebben aangegeven in onze algemene
beschouwingen dat we met hart en ziel deze strijd aangaan, dat is één van de redenen waarom ik ook
in de politiek ben gegaan. Ik ben socialist ook vanuit hart en nieren, en als wij dan het verwijt krijgen
dat wij over de rug van bepaalde doelgroepen onze punten proberen binnen te halen, dan is dit mijn
laatste dag in de politiek.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Dat zou ik betreuren, dus daarvoor mijn excuses. Zo is die
opmerking ook niet bedoeld, maar
Heer BERVOETS (PvdA): Excuses aanvaard.
VOORZITTER: Dan is er daarmee voldoende gesproken. De motie is verworpen met in achtname van
de kanttekening dat de fractie van de Partij van de Arbeid, de indieners, en Soest 2002 worden geacht
te hebben voorgestemd.
Dan gaan we naar motie nr. 20, verhoging van de OZB. Daar is al veel in de debatten over gezegd.
Wie wenst hier nog over het woord te voeren?
Heer ROEST (D66): Ik heb mij nog niet in de debatten uitgelaten over de OZB-verhoging. Er is op dit
gebied nog ontzettend veel in ontwikkeling. Een paar dagen geleden hebben we de nieuwe
berekeningen van het Planbureau gelezen, waarin de inflatie toch weer tegenviel. Voor mij valt er iets
te zeggen voor het feit datje gewoon je houdt aan de afspraak voor de Soester inwoners van: we
volgen het inflatiepercentage. Het inflatiepercentage is hoger dan 3%. Wat ik dan laatst heb gelezen
3,7. Ik zou, en dat vind ik ten opzichte van de inwoners ook verantwoord ervoor zijn om te zeggen: we
volgen dat percentage. En daar heb ik ook wel een bedoeling mee, want ik denk dat we het geld dat we
daarmee overhouden, dat we dat in mijn optiek zouden kunnen stoppen in dat fonds sociale
vernieuwing. Dat is voor mij een ontzettend belangrijk fonds. Daar voegen we nu 300.000,- aan toe
en die opbrengst, en we hebben het over als het 3,7% zou zijn, 50.000,-, die zou ik in dat fonds
willen stoppen en daarmee zegje: Soesters, er ligt een heel belangrijk probleem, wij houden ons aan
onze afspraak, we stoppen dat geld in sociale vernieuwing. Dat wil ik er in ieder geval over zeggen.
VOORZITTER: Bent u voor of tegen de motie? Mijn punt is even dat dit gaat om te vernemen wat u
van de motie vindt.
Heer ROEST (D66): Ik heb in wezen weer een amendement aangevraagd. Ik ben voor een verhoging
van het bedrag en ik heb gezegd, het reële inflatiepercentage en dat is 3,7 dacht ik.