Raadsvergadering 21 november 2002
- 22 -
Dat moeten we in ieder geval niet doen, het omgekeerde daarvan. Dus daar zijn we dan wel van
overtuigd.
Voor de rest ben ik met het CDA wel in voor een bespreking van een goede ruimte-voor-ruimte-
regeling. Daar is over te praten in het buitengebied. Als daar een voordeel aan vastzit, dan vind ik dat
we daarover moeten praten. Als dat dus die incidentele regeling is, naast die compensatie waar u het
net zo keurig over heeft gehad, ben ik daar geheel akkoord mee.
Heer HOEBEE (VVD): Dank u wel voorzitter. Even reagerend op wat D66 net aangeeft, ik denk dat u
het goed gehoord heeft. VVD schuift dus waarschijnlijk in zijn visie daarin. Aan de andere kant, we
hebben het wel over een streekplan wat straks vastgesteld zou kunnen worden en dat geldt tot 2015.
En ik denk dat als je je nu niet beweegt, je nu al vastlegt, of meegaat zonder slag of stoot, dan heb je
straks geen recht van spreken. Dus dat is mede de reden waarom we op deze manier reageren. We
willen daar wat meer ruimte in hebben.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, mag ik de heer Hoebee vragen hoe dat in zes maanden van een
beleidsprogramma, wat ik dus niet heb onderschreven, waarin de VVD ferm het kwalitatieve gezicht
aan de burgers van Soest heeft laten zien, wat de argumenten zijn geweest om in zes maanden een
dergelijke opschuiünanoeuvre te doen. Daar ben ik heel benieuwd naar of hij dat kan uitleggen.
Heer HOEBEE (VVD): Wij schuiven in die zin niet op, wij houden ons aan het raadsprogramma, maar
dat loopt tot 2006. En wij hebben het nu over iets wat vastgesteld wordt voor de periode 2005-2015.
En ik denk datje, als je zo ver vooruit ziet al, jezelf direct vastzet, dan kun je toch straks echt geen
kant meer op. Aan de andere kant, de motie van de Partij van de Arbeid, er zitten voor ons
sympathieke punten in, alleen wij kunnen daar niet volledig achter staan. Dank u wel.
Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Voorzitter, het zal wel komen omdat ik een betrekkelijk groentje
ben in deze zaal, maar ik moet toch eventjes kwijt dat de discussie mij soms rood voor ogen wordt, om
maar in stijl te zeggen. Ik vind namelijk als ik tot tranen toe bewogen word door alles wat we voor de
jongeren willen doen, en als ik dan alle beperkingen optel, dan denk ik: dan zullen de jongelui toch
met weinig vertrouwen in een iets betere aanpak naar huis kunnen gaan. Het gevoel bekroop mij datje
in Soest beter een boom of een korenwolf kunt zijn dan een jongere, want dan word je meer in de
watten gelegd.
Ik ben er dan ook een voorstander van dat er inderdaad wat verruiming zou worden toegezegd door het
college, omdat ik vind, en de VVD denkt er net zo over, datje het beter structureel in een hopelijk
misschien zelfs wat te ruime jas kunt gieten en stap voor stap per keer kunt bepalen wat doe je ermee,
dan dat wij als raad afhankelijk zijn of het college überhaupt wel met wat ideeën en dergelijke komt.
En een aaneenschakeling van incidenten, daar hebben we ook niet zoveel behoefte aan. Ja, ik ben de
voorzitter niet, mevrouw Mami, u kijkt hoopvol of u wat mag zeggen.
Mevrouw MANN (GL): Het is vervelend als ik het zo doe maar
VOORZITTER: Neen helemaal niet, maar als u zich niet uit, en alleen zwaait, dan laat ik dat zo gaan.
Maar u wenst te interrumperen? Dan geef ik u de gelegenheid.
Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Jammer voor u voorzitter, maar ze zwaaide naar mij.
VOORZITTER: Daarom, u zit hoopvol naar de heer Middelkoop te zwaaien en ik hoorde u niet. Maar
u wenst te interrumperen. Dan geef ik u daarvoor de ruimte.
Mevrouw MANN (GL): Ja, ik vind dat de heer Middelkoop natuurlijk een beetje populistisch reageert,
vergeef mij het woord maar. U wilt wat voor de jongeren doen, oké. Ook zelfs structureel, zoals de
PvdA. De PvdA zei daarnet: dan moet er ook een schep geld bijDaar ben ik ook van overtuigd. Dan
moet er vanuit onze gemeentelijke financiën flink wat geregeld worden. U maakt nogal eens bezwaar
tegen de manier waarop het geld uitgegeven wordt hier in Soest, dat is uw item vaak. Kunt u mij nu
