Raadsvergadering 17 januari 2002
-4-
van: we vinden dat u zich nog een keer hierover moet bezinnen, dan vind ik dat we onze eigen proce
dures niet serieus nemen. En dat vind ik buitengewoon jammer. Dus het is een schijngehalte van de
mocratie waar we mee bezig zijn als we dit aannemen.
Een tweede aspect, en dat komt al direct uit in een aantal besluiten die we nu vandaag moeten nemen,
dat is die 6-wekengegevens. Er zijn direct al besluiten, waar we 6 weken het in werking treden van het
besluit uitstellen, omdat het referendabel moet zijn. Daarmee laten we zien dat we weer een meer amb
telijke organisatie worden zoals de burger dat ervaart. Een ambtelijke organisatie waar alles traag
loopt en waar je dus eindeloos op besluitvorming moet wachten. Al in de beginfase, vanwege de in
spraak en alles, en nu ook in de eindfase, op het moment dat het in werking gaat treden. Dus met ande
re woorden: daarin zijn we expliciet burgeronvriendelijk bezig.
Dan een factor, het feit dat we besluiten nemen waar we dus de burger buitengewoon serieus nemen,
maar als we het besluit genomen hebben onszelf niet serieus nemen, is ook een factor die ik gewoon
jammerlijk vind. Het feit dat je je eigen besluitvorming en de aard van je eigen besluitvorming, je
geweten daarin niet serieus neemt, vind ik vreemd.
Ja, dan is natuurlijk een aspect, maar goed, dat is dan denk ik maar een klein foutje van de heer Roest,
dat hij dat benoemt, de factor van dat we anders één keer in de 4 jaar naar de burger luisteren en dan
nu een keer vaker, vond ik inderdaad een argumentatie waar ik gewoon al weer vind dat de heer Roest
zichzelf en de raad niet serieus neemt, in alle inspraak, in alle vormen die we hanteren. Het is in we
zen, en dat vind ik het jammere, het is niet de trend waarin we zitten en dat is positieve participatie van
de burger, maar we gaan nu ook erbij slepen negatieve participatie van de burger in het meedenken
over besluitvorming. Oftewel: het besluit is al genomen in de positieve zin met het meedenken van de
burger, en nu gaan we hem in negatieve zin erbij betrekken. Ik vind het buitengewoon jammer. Dat
betekent dat wij de smalste versie die op dit moment mogelijk aangenomen kan worden nemen, en dat
is die laatste versie die ons toegezonden is, waarbij ook wat ons betreft meer uitgesloten zou mogen
worden. Maar ik heb maar liever dat deze aangenomen wordt. Dank u.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, er wordt in deze gemeente al jarenlang gesproken
over referenda en het is er nooit van gekomen. Mijn fractie heeft dat altijd bijzonder betreurd en wij
stellen het eigenlijk heel erg op prijs, dat we geholpen door de wettelijke besluitvorming nu in staat
zijn om hier in Soest ook het referendum te kunnen introduceren. Wij denken dat, en dat is dan in te
genstelling tot wat de heer Meilof net heeft betoogd, dat een referendum geen schijnvertoning is. Een
referendum is een mogelijkheid voor burgers om een besluit dat de gemeenteraad heeft genomen, ter
discussie te stellen. Ter discussie te stellen, en dat is iets heel positiefs, zodat iedereen in Soest daar
over mee kan praten, mee kan denken en uiteindelijk ook door middel van een stem aan kan geven of
hij er voor of tegen is. Dat is een manier van omgaan met besluitvorming die ons bijzonder aanspreekt
en die naar ons idee aanvullend is op datgene wat we al doen, en daarmee lacunes op dat punt weer
een klein beetje verder uitsluiten. Mijn fractie is dus blij met het voorstel zoals het er nu ligt. Niet om
dat dit voorstel nou precies het voorstel is dat wij graag zouden hebben willen gehad, gehad zouden
willen hebben, maar gewoon omdat dit het voorstel is dat verder gaat dan het eerdere voorstel dat er
heeft gelegen, er meer mogelijkheden zijn om een referendum te organiseren en daardoor hopelijk ook
binnenkort met dit instrument daadwerkelijk geëxperimenteerd gewerkt kan gaan worden in onze ge
meente. Het is jammer dat de heer Meilof het een schijnvertoning noemt. Hij doet daarmee geen recht
aan dit democratisch middel. Het is nog altijd zo dat het niet zo maar willekeurig eventjes een referen
dum is, wat georganiseerd wordt. Er zijn bepaalde drempels. Het is nog steeds zo dat burgers zich
zullen moeten organiseren om het uiteindelijk georganiseerd te krijgen. En dat betekent dat naar ons
idee daarmee voldoende waarborgen zijn getroffen om te mogen verwachten dat we niet voor van alles
en nog wat een referendum zullen gaan krijgen. Dat betekent ook dat naar ons idee het uitsluiten van
onderwerpen voor het referendum eigenlijk niet noodzakelijk zou hoeven te zijn. Ik heb dat in de
commissie ABZ wat verder gepreciseerd door te zeggen dat er natuurlijk zaken zijn waar de wet ons
zal verbieden om die mogelijkheid te geven, dus dat soort zaken zullen wel uitgesloten moeten zijn.
En u mag ook van ons begrijpen dat we het niet noodzakelijk vinden dat bijvoorbeeld over de notulen
van de gemeenteraad een referendum georganiseerd gaat worden. Dat soort trivialiteiten, daar zijn wij
natuurlijk ook niet voor. Maar, een ander belangrijk punt waar we ons nadrukkelijk wel voor hebben
uitgesproken, waar het college in eerste instantie het voorstel heeft gedaan om het niet te organiseren,
en waarvan ook het CDA zegt dat we het niet zouden moeten willen, de lokale belastingen. Daarvan is