Ik zou als laatste ook dank willen zeggen aan de gemeentesecretaris met zijn prachtige Kammiaanse
teksten en aan de griffier, de heer Van Vliet, die op een zeer puntige manier, heel erg duidelijk de
verslagen heeft gedaan. En ik zou ook alle lijsttrekkers willen bedanken voor de enorme medewerking,
waardoor het mogelijk is geworden om vanavond al te kunnen komen tot een raadsprogramma en de
installatie van het college. Want ik denk dat we wat dat betreft best trots op Soest kunnen zijn, dat we
heel pragmatisch en op een goede constructieve manier met elkaar gesproken hebben en tot een goed
programma zijn gekomen, waarvan we de volgende 4 jaar zullen proberen om dat ook waar te maken.
Dank u wel.
ie
ien VOORZITTER: Ik zou nu gelegenheid willen geven aan de spreker, de heer Van der Burg, om naar
voren te komen en dan kunt u hier plaatsnemen en de microfoon gebruiken. En wat is niet mooier dan
et op zo'n kandidaat-wethoudersstoel te zitten, meneer Van der Burg.
i de De spelregels bij het inspreken zijn zo bij de raadsvergaderingen: in principe wordt er een minuut of
drie gelegenheid gegeven om bij de raad bij agendapunten of bij ontbrekende punten het woord te
voeren, en zo nodig en mogelijk in tweede termijn te beginnen en dan ook weer enkele minuten te
hebben, om zo de raadsleden bij hun beraadslagingen gedachten mee te geven. Meneer Van der Burg,
ik geef u graag de gelegenheid.
Heer VAN DER BURG: Dank u wel meneer de voorzitter. De heer Witte heeft gezegd dat het
raadsprogramma dat op papier staat, niet is dichtgetimmerd. En er staat veel in over communicatie met
de burger. De deelwerkgroep 'Het Fundament' vindt juist dat op dit punt het contact met de bevolking
wel wat meer fundament had kunnen worden gegeven in dit programma. Om alsnog in die richting
proberen te geraken, wou ik u het volgende zeggen, vanuit de deelwerkgroep 'Het Fundament'. En dat
is getiteld: aanzet tot realisering van echte bestuurlijke vernieuwing.
Het door de meerderheid van de partijen opgestelde en ondertekende raadsprogramma 2002-2006 gaf
de deelwerkgroep 'Het Fundament' geen argument terug te komen op haar besluit tot bevriezing van
haar betrokkenheid bij de bestuurlijke vernieuwing in Soest. Dat besluit heeft de deelwerkgroep
genomen na waarnemingen bij de besprekingen voor het raadsprogramma. Van dit besluit zou zij
kunnen terugkomen, indien er een model voor de raadscommissie bestuurlijke vernieuwing op tafel
zou komen te liggen dat een echt begin van de bestuurlijke vernieuwing in Soest zou bewijzen en dus
meer toekomst zou kunnen inhouden.
Na afsluiting van het programmaoverleg tussen de in de raad zitting hebbende partijen bereikte de
deelwerkgroep een uitnodiging tot een open gesprek van de beoogde voorzitter van de nog in te stellen
raadscommissie Bestuurlijke Vernieuwing en Dualisme. Dit gesprek zou kunnen worden aangegaan,
nadat hij tot voorzitter van deze in te stellen commissie zou zijn benoemd. Het gespreksonderwerp zou
zijn: hoe zou vorm en inhoud kunnen worden gegeven aan een mogelijke toekomstige samenwerking.
Een erg aanlokkelijke uitnodiging. Helaas hadden wij besloten dergelijke uitnodigingen niet aan te
nemen als er geen betere vooruitzichten waren.
Nochtans is er geen uitzicht geboden op wijziging van de door de meerderheid der partijen ingenomen
standpunten ten aanzien van statuut en samenstelling van deze commissie, terwijl de deelwerkgroep -
zoals bekend - uitziet naar het in haar rapport aangeduide fundament voor een vruchtbare relatie. Haar
eerste aanbeveling geeft de essentie aan, dat is in het rapport dat indertijd is uitgebracht, 19 februari is
dat besproken, hoe in formeel opzicht de taak van begeleiden en evalueren tot zijn recht moet kunnen
komen, en daardoor de diverse inhouden kunnen gedijen, althans niet behoeven vast te lopen.
De deelwerkgroep 'Het Fundament' heeft behoefte aan een voor haar duidelijk en geloofwaardig
signaal, waardoor zij op de ontvangen uitnodiging zou kunnen ingaan. Zou het nog kunnen zijn, dat de
gemeenteraad besluit te komen tot een aparte verordening ter instelling van een 'Commissie
Bestuurlijke Vernieuwing en Dualisme' met inbegrip van niet-raadsleden?
De te regelen verhouding tussen daarin zitting hebbende raadsleden en niet-raadsleden behoort wel
van meet af goed aanvaardbaar en werkbaar te zijn, als eerste uitdrukking van een welbegrepen
taakinhoud. Indien de inrichting van de commissie in een volgende fase aan de orde komt, zal het voor
'Het Fundament', dat is de naam van onze deelwerkgroep, zeker welkom zijn indien dit geschiedt in
de vorm van consultatie van alle categorieën niet-raadsleden door de voorzitter van de nieuwe
raadscommissie. Dank u wel, meneer de voorzitter.