Raadsvergadering 18 april 2002
5. Vragenhalfuurtje
VOORZITTER: Er is een schriftelijke vraag binnengekomen van de fractie van de PvdA. En ik wil
daar toch mee starten met te verwijzen naar art. 39 van het Reglement van orde. Dat geeft aan, en dat
is tijdig gebeurd, en de vorm is in orde, dat het eerste wat tijdens de vergadering gebeurt, is de indiener
gelegenheid te geven een toelichting te geven, waarna vervolgens de beraadslaging daarover kan
starten.
Heer BERVOETS (PvdA): Voorzitter, dank u wel. De PvdA wilde het vragenhalfuurtje gebruiken om
daarin een drietal vragen te stellen aan het college over het Volkshuisvestingsbeleid in Soest, en dan
gekoppeld aan het provinciaal volkshuisvestingsbeleid. Deze maand, in april, behandelt Provinciale
Staten de nota 'Oog voor wonen', misschien wel bekend. Die nota is de provinciale visie op wonen en
stedelijke vernieuwing in de provincie Utrecht. Zij geeft richting aan in het beleid en bovendien is het
een uitvoeringsprogramma tot het jaar 2010. Als we kijken naar het nieuwe Streekplan, dat loopt van
2005 tot en met 2015 meen ik mij te herinneren, dan kunnen we die nota 'Oog voor wonen', zien als
een belangrijke bouwsteen voor dat nieuwe Streekplan. In een brochure van januari 2002 met daarin
de kerngegevens van de provincie Utrecht, die hebben wij allemaal als nieuwe raadsleden gehad, ik
kan hem u eventueel ook wel laten zien, daar staat op een kaartje de ruimtelijke ontwikkeling tot 2010
in Utrecht in beeld gebracht. Voor onze eigen gemeente staan daar twee woningbouwlocaties,
aangegeven op het kaartje met oranje of geel geloof ik. Eén ter hoogte van station Soestdijk, en één in
het gebied van de Boerenstreek. Beide locaties vallen in de categorie 100-500 woningen. En nu komt
het: Tot onze verbazing staat Soesterberg in het geheel niet op dat kaartje, terwijl - meen ik mij te
herinneren - volgens mij ook velen met mij, in het raadsprogramma onder art. 43 de belofte staat,
weliswaar omkleed met voorwaarden dat wij denken aan woningbouw in de kern Soesterberg. Wij
willen naar aanleiding van bovenstaande de volgende vragen voorleggen, ter beantwoording in het
vragenhalfuurtje. Voorzitter, is de procedure dan zo dat ik nu de vragen dan ook kan stellen, of dat ik
hiermee mijn toelichting beëindig?
VOORZITTER: De vragen kunt u stellen.
Heer BERVOETS (PvdA): Oké. De eerste vraag is: bij de nota 'Oog voor wonen' hoort een proces,
een interactief proces. Voordat die nota, die dus eind deze maand in definitieve vorm zou verschijnen
in Provinciale Staten, voordat die in die fase is beland, is er eerst een stuk geweest 'de Agenda',
waarin diverse belanghebbenden in de provincie, waaronder gemeentebesturen, punten konden
aandragen voor het volkshuisvestingsbeleid. Vervolgens is er een periode geweest in juli t/m oktober
vorig jaar, dat was een inspraakprocedure om te reageren op de conceptvisie van 'Oog voor wonen'.
Onze vraag is: heeft het college gebruik gemaakt van de mogelijkheid te reageren op 'de Agenda' en
de 'conceptvisie'. Zo ja, hoe luidden de reacties van het college dan? Zo neen, waarom heeft het
college daar dan geen gebruik van gemaakt? Dat is mijn eerste vraag.
Vraag 2: indien u vraag 1 met ja beantwoordt, dus als er inderdaad een reactie is geweest van het
college, stemt de weergave op het kaartje waar ik zojuist mee heb geflapperd, met die kerngegevens,
dan overeen met de reactie van het college op 'de Agenda' en op de 'conceptvisie'?
De laatste vraag: welke acties gaat het college ondernemen om de in het raadsprogramma onder punt
43 beoogde uitbreiding van de kern Soesterberg met woningbouw opgenomen te krijgen in de
provinciale plannen?
Daarmee beëindig ik mijn vragenreeks.
VOORZITTER: Dank u wel. Als de raad ermee instemt, zou ik graag wethouder Krol gelegenheid
geven omdat ook gevraagd wordt aan het college een reactie te geven op de geformuleerde vragen, om
de drie gestelde vragen van een reactie te voorzien. Daarna komt het onderwerp vanzelf, als daar
behoefte aan is, voor bespreking vrij. Is dat goed? Akkoord.