-8- Raadsvergadering 10 april 2003 -9- Heer ROEST (D66): Voorzitter, D66 vindt het, zoals bekend, een groot goed dat inwoners een negatief oordeel kunnen uitbrengen over een besluit van de gemeenteraad. Vandaar ons initiatiefvoorstel in de vorige raadsperiode en onze instemming nu. Maar ons probleem van toen is het probleem van nu: de hoge drempels. En daar hebben we in Soest altijd een beetje een probleem mee, met hoge drempels. Toen kon het niet anders, want het was een tijdelijke Referendumwet, die dus allerlei grenzen aangaf. Nu staat er in uw verzoek, er is in ieder geval dus een drempel ingekomen, dat is ook stond er bij de commissie nog niet in, maar nu staat er een inleidend verzoek 0,7% maar niet meer dan :ven 200. En nu voor een definitief verzoek 7% maar niet meer dan 2250 als ik het goed zeg. Wij dachten :t dat die drempel iets lager kon. Ik denk dat we in Soest een goed instrument moeten hebben waar r dat burgers gebruik van kunnen maken en als je deze percentages aanhoudt heb je trouwens ook de en percentages zelf niet nodig. Je zou kunnen zeggen: inleidend verzoek 200 mensen, definitief verzoek 2000 mensen. Dat is ons voorstel om terug te gaan naar 2000 mensen. Dat lijkt ons allemaal in de lijn te liggen. Ik ben benieuwd wat de andere fracties daarvan vinden. Ier erd Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Voorzitter, de fractie van D66 grijpt terug op de vorige keer dat de referendumverordening aan de orde kwam. Ik wil dat ook doen en dan toch ook in dezelfde zin als we toen hebben gehad. Wij hebben toen gesteld dat het betrekken van de burger in een zo vroeg mogelijk uit, stadium bij de besluitvorming in de raad zeker als het over zaken gaat die een groot deel van Soest aangaan, dan is het heel goed om als je een referendumverordening hebt om daar flinke hoge drempels ou ik in te hebben, want het is nogal een kostbare aangelegenheid, maar bovendien vind ik dat burgers al op een zodanig vroeg stadium in uitgebreide zin betrokken kunnen worden dat het niet aangaat om daar dan nog eens een keer een referendum op mogelijk te maken en wij hebben geen behoefte aan een referendumverordening. :ind Heer VAN ARKEL (GGS): Ik wil graag nog even refereren aan de vorige vergadering van imen Bestuurlijke Vernieuwing, niet aan de vergaderingen die daar weer aan vooraf zijn gegaan, want daar was ik niet bij. Bij deze voorbereiding zijn we uitgegaan van 30.000 kiesgerechtigden en daaruit 'n hebben we kunnen concluderen dat er 2100 handtekeningen nodig waren om een referendum op te :n zetten. Ik heb toen tijdens die commissie in ieder geval gezegd dat ik dacht dat het 2450 ie kern handtekeningen moesten zijn, omdat er 35.000 kiesgerechtigden zijn, maar de meerderheid van de au van commissie sprak zich toch uit dat het waarschijnlijk 2100 was. Uiteindelijk bleken het toch 2450 te i, want zijn, en daarbij komt dus nu dat we die grens die we op 2250 hebben, dat is nu eigenlijk geen aan de maximum grens meer, maar dat is al een ondergrens geworden. Aangezien iedereen zich heeft tuin, of uitgesproken voor 2100 handtekeningen in plaats van die 7% stel ik het volgende voor: die grens te ar ik verleggen naar 6%. Dat is een hele logische grens, omdat deze grens ook wordt gebruikt nu op dit project moment in de tijdelijke Referendumwet zoals die door de Tweede Kamer is ingediend. Gemeentes met nt zo een grootte als Soest hebben 6% nodig voor het definitieve verzoek. Dus ik zou graag met de heer rtaal Roest mee willen gaan naar die 2000, maar ik heb in de commissie al geproefd dat de voorkeur van de oen. raad op die 2100 lag. Dus ik ga ervan uit dat jullie het met mij eens zullen zijn om die grens ook naar 6% te leggen omdat jullie al uit hebben gesproken voor die 2100 handtekeningen en niet voor die 7% tijdens de commissie. Mocht u toch van mening veranderd zijn, dan hoor ik dat graag. Heer VAN DEN POL (Soest 2002): De heer van Arkel praat over 6% en 7%. Gelukkig staat er 0,6% en 0,7%. Dat scheelt nogal aanmerkelijk. VOORZITTER: Neen, neen, neen, neen, er staan twee percentages in; het instappercentage Heer VAN DEN POL (Soest 2002): Jawel, maar 0,7%. We praten over 0,7% en 200 kiesgerechtigden van die 33.000. g Heer VAN ARKEL (GGS): Ik heb het over het definitieve verzoek. Heer VAN DEN POL (Soest 2002): Oké. Maar het gaat mij erom: het inleidend verzoek, daar beginnen we.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2003 | | pagina 112