Raadsvergadering 22 mei 2003
- 16-
moet blijven. Wij zijn ook van mening dat het onontkoombaar zal zijn om in de komende periode te
kijken naar de omvang en de samenstelling van de ambtelijke organisatie. Dat betekent dat daar
ingrepen kunnen moeten plaatsvinden. Dat betekent ook dat daar gericht investeringen zullen moeten
plaatsvinden om dat mogelijk te maken. Nogmaals herhalen wij onze vraag: welk afwegingskader
gebruikt het college om de kwaliteitsimpuls op een dusdanige manier aan te wenden dat dit soort
taakstellingen en bezuinigingen op een verantwoorde wijze kunnen plaatsvinden.
In het voorstel van het college is een zeer aanmerkelijke OZB-stijging meegenomen. Die OZB-stijging
becijfert op de looptijd tot in 2007 ongeveer 23%. Daar blijft het niet bij. Met de voorgenomen
afschaffing door de regering van het gebruikersdeel van de OZB zal de 1,9 miljoen die het college in
hun voorstel wil halen uit de OZB-stijging volledig omgeslagen moeten worden op het eigenaarsdeel.
Het is nu nog niet te becijferen hoeveel dat ongeveer zal zijn, maar de stijging van de OZB zal
daarmee in de richting van de 40% gaan lopen. Voorzitter, dat sluit niet aan, naar ons idee sluit dat niet
aan op een manier waarbij de burger kan vertrouwen op een overheid die richting hem acteert als een
vertrouwenswaardige partner.
De bezuinigingstaakstelling van het college bedraagt 8 ton. Daarnaast wordt nieuw beleid opgegeten.
Voor 2004 en 2005 wordt een nieuw beleid bijna teruggebracht naar nul. 8 ton is een flink bedrag. Wij
vinden dat elke ingreep die zou moeten plaatsvinden in de gemeentelijke begroting vervelend is,
consequenties zal hebben, en dat we daar de komende periode met een zo groot mogelijke
zorgvuldigheid naar zullen moeten kijken. Maar aan de andere kant weten we ook dat de
ontwikkelingen op dit moment niet alleen zo zijn dat we mogen verwachten dat we problemen krijgen
bij de algemene uitkering uit het gemeentefonds, maar vele ontwikkelingen zoals die op dit moment
zich aan het voltrekken zijn zullen zeer vervelende consequenties hebben ook aan de uitgavenkant van
de begroting. U moet daar bijvoorbeeld bij denken aan de uitvoering van de sociale dienst. Het zal
onontkoombaar zijn dat we daar weer in tegenstelling tot de afgelopen jaren, een grotere druk door een
toenemend aantal cliënten gaan krijgen. We kunnen er rustig van uitgaan dat de bouwleges terug gaan
lopen. Als we kijken naar de woningverkopen van het afgelopen kwartaal in Soest, zijn die minimaal.
We kunnen toch niet verwachten dat er dan grote bouwprojecten zullen zijn waar we
bouwlegesinkomsten in ruime mate uit zullen krijgen. Zo zijn er vele ontwikkelingen die de druk op
de begroting zullen doen stijgen. In dat kader is de taakstelling zoals die is opgenomen door het
college op dit moment in de Vooijaarsnota, die ook gefixeerd is opgenomen door het college in de
Voorjaarsnota, van onvoldoende omvang. Wij denken dat het college terug moet grijpen op het
voorstel zoals Gemeentebelangen Groen Soest dat heeft gedaan en waarbij wel die evenwichtige
verdeling is aangebracht en er richting is gegeven voor de bezuinigingsvoorstellen. Daarbij hebben wij
geen reactie gekregen van substantiële omvang op ons voorstel om te komen tot een herijking van de
uitvoeringsniveaus van verschillende regelingen. In uw voorstel sluit u niet uit dat u het tafelzilver of
de kroonjuwelen, een klein beetje afhankelijk of u waarschijnlijk republikeins of koningsgezind bent,
wilt verkopen. Wij zijn er geen voorstander van om het tafelzilver te gelde maken om eenmalig
dekking te vinden voor de begroting. Met betrekking tot de programmabegroting heeft mijn fractie een
aantal opmerkingen gemaakt die wij ook niet hebben teruggevonden in de stukken.
Ten aanzien van de Voorjaarsnota, meer in de zin zoals de Voorjaarsnota ons andere jaren altijd
toekwam, is er een flink aantal componenten opgenomen die structureel effect hebben op de begroting
van de gemeente Soest. Wij zijn van mening dat zonder het financiële kader onvoldoende te hebben
afgepaald, de structurele zaken die daarin zijn opgenomen op dit moment niet kunnen worden
gehonoreerd en zullen moeten blijven liggen om afgewogen te worden bij de begroting.
Voorzitter, mijn fractie staat op dit moment voor zoals wij reeds zeiden om de OZB niet anders te
laten stijgen dan noodzakelijk is voor het creëren van nieuw beleid. Wij vragen u om te komen tot een
uitwerking van de taakstellingen en bezuinigingsdoelstellingen zoals wij die hebben geformuleerd in
de richting van de begroting. En afhankelijk van uw beantwoording zullen wij een motie aan de raad
meegeven om dat ook bekrachtigd te krijgen. Dank u wel.
Heer ROEST (D66): Dank u wel voorzitter. Allereerst dank aan het college voor de wijze waarop ze
met de beantwoording zijn omgegaan van de vragen, voor de diverse scenario's die we hebben
gekregen, dat is toch weer een heel andere insteek die we hebben gehad. Er is mij zelfs iets geweldigs
gebeurd. Ik klaagde vorige keer over de kleine tabelletjes en ik wil toch wel dank uitspreken voor deze
geweldig grote exemplaren die ik gekregen heb, zodat iemand met een +3 als ik toch die kleine