-40- Raadsvergadering 3 juli 2003 -41 - 8. Vaststelling Huisvestingsverordening Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Voorzitter, ik wilde er toch nog een kleine opmerking over maken. Ik heb in de commissie sterk benadrukt dat ik het erg jammer zou vinden als mensen die teveel verdienen in aanmerking zouden komen voor onze sociale woningvoorraad. De wethouder heeft toen aangegeven dat hij na drie maanden een evaluatie wil houden en dat dit één van de zwaarwegende argumenten is of daar een rem op gelegd moet worden en onder die voorwaarden gaan wij dan akkoord. Mevrouw MANN (GL): Ja, ik heb net al eigenlijk gereageerd en dat komt in wezen op hetzelfde neer dat het na drie maanden geëvalueerd zou moeten worden maar dat ook aangegeven moet worden op welke punten precies geëvalueerd wordt. Dit is een van de voorbeelden, maar misschien zijn er nog meer mogelijkheden. Heer ROEST (D66): Wij vinden deze verordening vernieuwend. Het principe van gelijke kansen zit erin, goede vorm van deregulering, meer transparantie. Wij steunen het voorstel onder voorwaarden van een regelmatige rapportage van effecten en klanttevredenheid. Heer BERVOETS (PvdA): Dank u wel voorzitter. De huisvestingsverordening is nou typisch één van de bouwstenen die wat ons betreft ook echt solide is en die staat. Er is ook heel wijs gekeken naar o.a. Nijmegen en Arnhem. Ik sluit me aan bij de opmerking van D66, die zegt van nou als het gaat om een regelmatige rapportage en monitoring, dan vinden wij het absoluut een verordening die wij kunnen ondersteunen. en ien Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Dank u wel voorzitter. Ook het CDA heeft natuurlijk zijn zorg geuit voor de kwetsbare doelgroepen. Wij hebben alleen gezegd, of dat vinden wij, laat het nu los en kijk wat de marktwerking doet en evalueer over een maand of drie om te kijken wat er dan gebeurt en dan is het nog, hoop ik, tijdig genoeg om in te grijpen. Dat is de enige manier om dit voorstel op deze manier als revolutionair te gaan starten in Soest. n ik tel de an icht erd wel. met te Heer CORBEIJ (GGS): De heer Roest noemde zojuist eerlijk en transparant. Wij hebben juist in de commissie ons afgevraagd of een systeem van loting wel eerlijk en transparant is. De wethouder heeft geantwoord dat dat door middel van monitoring en bijstelling in de gaten gehouden wordt en dat zullen wij kritisch volgen. En verder kunnen wij het voorstel steunen. Heer BORDEWIJK (VVD): Onze fractie kan de nota steunen, voorzitter. VOORZITTER: Akkoord. Stelt de raad nog een nadere reactie op prijs van de zijde van het college over de evaluatie, want u noemt daarin verschillende termijnen. De één zegt regelmatig, de ander zegt drie maanden, een ander denkt aan langere termijnen. Misschien toch goed om even te kijken of er een zelfde lijn in te vinden is. Wethouder KROL: Ja voorzitter, revolutionaire besluiten staan altijd achterop de agenda. En dat moeten wij ons natuurlijk altijd goed realiseren als we over dit soort dingen praten. Dus ik ben toch zo eigenwijs om er één zin meer over te zeggen dan u in uw aanwijzing aangaf. We gaan vrij fors het systeem veranderen en het is inderdaad nog spannend hoe dit uitwerkt. En ik denk dat we daarom zeer regelmatig met u moeten terugkoppelen hoe het werkt, het systeem. En u moet zich voorstellen op 1 januari weten we wie zich hebben ingeschreven als woningzoekende in de gemeente. Dat is moment één. Dan ga je draaien. Maar u moet zich realiseren dat de hoeveelheid muterende woningen in de gemeente Soest heel laag ligt. Weinig aanbod, weinig doorstroming, weinig beweging. En u kunt zich voorstellen dat we elke maand kijken wat er gebeurt en dat we dus op enig moment iets gaan merken. Maar of dat inderdaad precies drie maanden zal zijn, ik vind eigenlijk dat we elke maand moeten zien wat er gebeurt en als daar rare bewegingen in plaatsvinden, moeten we met name op die punten die u noemde, als het gaat over verdringing in de goedkopere woningen van mensen met een hoger inkomen, dus die komen terecht in woningen waar ze niet helemaal in thuishoren, of de categorie

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2003 | | pagina 192