-54-
Raadsvergadering 6 oktober 2003 (begrotingsraad)
-55-
wij praten over een sluitende begroting, er zitten mensen op de tribune die hebben ingesproken, die
moeten inleveren. Wij moeten met z'n allen proberen om dit jaar de begroting sluitend te maken en
dan gaat u, en anderen ook trouwens, praten over een beleid, filosoferen, of wij zo maar uit het
verlanglijstje kunnen tappen en of er helemaal niets aan de hand is. Ik dacht dat er veel ernstiger zaken
aan de hand waren om de zaken financieel eerst op de rit te krijgen. Dus het heeft voor mij geen
enkele zin om deze discussie nu aan te gaan. Dat bedoel ik.
Mevrouw HUBERTS (VVD): Ja, dat signaal is duidelijk. U heeft er geen behoefte aan. Maar wij
signaleren een tekort en wij willen kwaliteit bieden. Ik heb straks al aangegeven op een eerder moment
dat er ruimte was binnen die post nieuw beleid, waarvan wij denken dat het terecht is dat het
gehonoreerd wordt, het verzoek voor nieuwbouw van een gymlokaal. Wij willen die kwaliteit
garanderen, dus wij zijn daar bereid toe om daarvoor te financieren. Dat is aan ons, en als u het een
kulverhaal vindt, dan is het aan u.
Heer K.OELEWIJN (Soest 2002): Heeft u daar ruimte voor dan?
Mevrouw HUBERTS (VVD): Dat heb ik u toch net aangegeven? Dat zat in die 107.000,- die over is
van nieuw beleid. Dat is nog te besteden nieuw beleid.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, in het voorstel van het college zit omsloten om die
107.000,- voor nieuw beleid nog te parkeren en pas bij de Voorjaarsnota te bestemmen. Op dit
moment heeft het college nog niet zo hard uitgesproken dat dat nog steeds het voorstel is, namelijk om
het ook beschikbaar te houden voor nieuw beleid. Feitelijk heeft het college het meegenomen in een
mogelijk toekomstig noodzakelijke dekking voor eventuele gaten die in de begroting geschoten
worden. Zou het mogelijk zijn om op basis van de notitie zoals de wethouder over de sporthal heeft
toegezegd, bij de Voorjaarsnota te komen tot nadere besluitvorming met betrekking tot de invulling
van dit stuk nieuw beleid?
U
ts,
Mevrouw HUBERTS (VVD): En waar dekt u het dan uit?
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Dan blijft die 107.000,- gewoon staan voor nieuw beleid, maar
dan moet dat wel nadrukkelijk geparkeerd worden, en dan heb je op dat moment die middelen ook
beschikbaar om eventueel tot dit besluit te kunnen komen. Maar dan weetje ook wel waar en wat.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, dat kan. Ik ben er voorstander van om bij de begroting duidelijk aan
te geven, richting mevrouw Huberts, wat we als raad willen. Wij zijn het er allemaal over eens dat er
uitbreiding moet komen. Ik denk dat daar in ieder geval geen misverstand over zal zijn. Er is ons een
onderzoek toegezegd, maar de begroting is het moment om dit aan te geven. Zoals de heer Van
Wuijckhuijse heeft aangegeven, is de ruimte voor nieuw beleid nog niet helemaal ingevuld,
geparkeerd tot de Voorjaarsnota. Uit mijn hoofd zeg ik dat hier voor deze sporthal 55.000,- nieuw
beleid structureel op zou staan. Ik zie geen enkel probleem om bij deze begroting al de richting aan het
college mee te geven. Daar zitten we voor.
Wethouder WITTE: Voorzitter, ik denk dat het aan de raad is om daar een besluit over te nemen en
niet aan het college. Ik ga verder op sportgebied. D66 heeft opgemerkt dat zij graag zou zien dat het
passé partoutsysteem gedifferentieerd zou worden toegepast naar verenigingen die wel een kantine
hebben en die niet een kantine hebben. Dat is op dit moment iets wat niet breed gedragen wordt, heb
ik gemerkt, door de andere partijen, waarbij ik ook nog eens naar voren wil brengen dat het zo is dat
sportverenigingen die een kantine hebben, dat die in ieder geval ook daarvan 50% van de kosten die
dat met zich meebrengt aan investering doen, dus wat dat betreft, de oneerlijkheid die een beetje
gesuggereerd wordt, dat die ook wel weer meevalt, als je dat erbij betrekt.
Heer ROEST (D66): Het eerste argument overtuigt me niet zo erg, van dat er nog geen breed
draagvlak in de raad is. Dat was er in 1996, toen ik met de toeristenbelasting kwam ook niet, dus er
moet één keer een partij iets zeggen. Feit is of de wethouder daar op wil ingaan dat er verenigingen in