Raadsvergadering 6 oktober 2003 (begrotingsraad)
- 65 -
anderen wat in mindere mate al aan die veiligheidsketen lopen te sjorren. Want dan zeg ik: ja, beste
vrienden, want zo noem ik u dan in die discussies, dat is natuurlijk wel begrijpelijk in de tijd van grote
krapte. Maar we hebben het wel over prioriteit nummer één. We proberen hem te realiseren op wijk
en buurtniveau. We hebben er de afgelopen zes, zeven maanden ons er nogal voor ingespannen om het
te gaan mobiliseren. Gaan we het nou nog een kans geven of niet en waarom niet eerst met elkaar over
de inhoud praten, eerst met elkaar over de prestatie praten, en dan natuurlijk vanuit de kritische
benadering, die zijn we van elkaar gewend, kijken of we het kunnen doen in de omstandigheden die
we graag wensen. En ja, wat dat betreft hoeft niet het laatste woord over blauw of politiesurveillanten
in deze begrotingsbehandeling gesproken te worden, maar is het toch goed, en dat zou ik u willen
vragen, vanuit mijn portefeuille, ook dat perspectief te zien op die vernieuwde aanpak, op uw eigen
betrokkenheid en ja, wil je de mensen in de samenleving mobiliseren op veiligheid, dan denk ik toch
dat dit de manier is om de hand in de praktijk aan de ploeg te slaan.
Bestuurlijke boetes wil ik in dit verband ook noemen. Ja, we hebben een beroemde motie De Widt
gehad hier in de raad, bij mijn voorganger, breed door de raad ondersteund. Elk jaar, ook afgelopen
jaar, nee dit jaar moet ik zeggen, hebben we meer met het Departement gebakkelei gehad, laat ik het
op dit tijdstip maar gewoon zo noemen ook, want dat was het ook. Het Departement schiet niet op.
Ons is nu gelet op de politieke stellingname in Den Haag het perspectief geboden, ik zeg het nog maar
voorzichtig, dat in de loop van 2004/begin 2005 we toch op lokaal niveau meer handvat krijgen om de
boetes die we schrijven ook zelf te gaan innen en de opbrengst waar dan ook ten goede aan te laten
komen. Dat er geen voortgang is, is meer de consequentie van de Haagse ontwikkeling, laten we
zeggen, dan dat het te maken heeft met ons eigen jagen achter dat onderwerp aan.
Het loket, één loket en het loket in Soesterberg. Sommige fracties, ik moet eigenlijk zeggen vele
fracties hebben aangegeven om die verbouwing in het gemeentehuis maar op de plank te laten liggen.
Volstrekt begrijpelijk. Want niks is zo weinig populair in een tijd datje de eindjes aan elkaar knoopt
dan je eigen huis te gaan verbouwen. En het zou ook begrijpelijk zijn als het een verbouwing was, zeg
ik dan, die vooral zou zijn ingegeven door eigen overwegingen. Maar dat is het niet. Want de
verbouwing in het gemeentehuis is echt een derde fase. Want we werken er al een jaar of drie aan, aan
het realiseren van de één-loketgedachte in de hal van het gemeentehuis. We hebben planologie en
bouwen naar beneden gehaald. En werk en inkomen en alles wat erbij hoort is apart gezet. We hebben
elektronische faciliteiten gecreëerd in de hal, waarin men kan zien waarop men wacht en hoelang men
wacht. We hebben de digitalisering gekregen op verschillende manieren en dat wordt ook nog verder
ontwikkeld. En het is wel een plekje waar, ik zeg het even uit het hoofd, 80.000 telefoontjes per jaar
binnenkomen en 40.000 bezoekers op de vloer van de hal, die je allemaal in toenemende mate op een
adequate wijze wil faciliteren. En als dus de hal laten we zeggen geoptimaliseerd wordt omdat we
ruimte willen creëren, dat we de receptie mobiel willen maken, om die klant niet vanuit een vaste
hoek, maar vanuit een andere kant toch goed te kunnen aanspreken en te bedienen, dan heb ik die
uitleg nodig om u aan te geven dat het niet zo zeer is om zelf hier als bestuur of als ambtenarij
gemakkelijker of comfortabeler te zitten, maar dat het past in het afronden van de derde fase één loket.
Wat we u zouden willen vragen vanuit B&W, of u vanuit die optiek de ruimte geeft het budget in
stand te houden in de begroting en het in commissieverband nog eens over de precieze inhoud te
hebben, en het ook over de ontwikkeling van de afgelopen drie jaar te hebben om te kijken of we toch
niet in de loop van 2004 die investering richting de klanten zouden kunnen doen. Soesterberg, het
loket, 1200 klanten
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, sorry. Ik moet u bekennen dat dit de derde keer is dat
ik een neiging tot interruptie probeer te onderdrukken en dat heeft te maken met het tijdstip. En ik doe
dat nu verder alleen als ik van u de verzekering heb dat we woensdag ook gewoon met een nieuwe
ronde van de raad beginnen waar een aantal punten, zoals die vanavond hier gepasseerd zijn en nadere
discussie behoeven ook nog aan de orde kunnen komen. En dat we niet meteen in het stramien
vervallen dat we de moties die er ingediend zijn gaan zitten stemmen.
VOORZITTER: Kijk, wij zouden wel willen, maar wij weten wel beter. En wij weten dus ook dat,
gelet op dit tijdstip, uw zwijgen niet betekent uw instemming. En dat we gewoon woensdagmiddag
beginnen met de reactie van de zijde van de raad op dat wat wij in eerste termijn hebben ingebracht.