Raadsvergadering 8 oktober 2003 (begrotingsraad)
het laatste blaadje dat we hebben gehad bleek dat die burgerjaarverslagen eigenlijk op dit punt ernstig
tekort schoten. Dus mij lijkt een burgerhandvest voor de burgemeester een hele goede zaak en ik zou
graag zijn mening als burgemeester daarover willen horen. Dan ben ik er. Dank u wel.
VOORZITTER: Dank u wel. Ik kijk even naar de tijd. Het is vijf voor vier. Ik stel voor tot tien over
vier even te schorsen, zodat we dan een reactie van onze kant kunnen geven. Ik wilde nog één ding
opmerken, een feit, want u vroeg daarnaar naar aanleiding van de inspreker. En omdat het puur de
feiten zijn, is het toch wel goed dat u daar een notie van hebt. De totale omzet van SKS, want er zijn
zo straks verkeerde getallen genoemd, is 2,2 miljoen. En de subsidie van de gemeente als het gaat
om peuterspeelzaalwerk is 230.000,-. Bij het kinderdagverblijf, dat is de andere categorie, gaat het
om 240.000,- subsidie. Dat is het bedrag waaraan gerefereerd wordt in het stuk dat bij de begroting
hoort, het raadsvoorstel. Dus totaal krijgt SKS 470.000,- subsidie op een omzet van 2,2 miljoen.
En in dat speelveld moet u natuurlijk zien het bedrag van de 25.000,-. Ik denk dat het toch goed is
dat het even genoemd wordt, en dat is dan op basis van de getallen van de jaarrekening 2001. U vroeg
er naar, ik weet niet meer wie, maar ik denk dat het goed is, het was de heer Middelkoop die er naar
vroeg dacht ik hè, dus ik dacht ik kan ze even geven, dan kan de raad het in de overweging meenemen.
De vergadering is geschorst tot tien over vier.
VOORZITTER: Dames en heren, ik heropen de vergadering en zal de agenda op willen pakken bij
agendapunt 7, reactie van de zijde van het college. En in aansluiting daarop en de gedachtewisseling
zouden vervolgens de moties en amendementen aan de orde kunnen komen.
7. Reactie van de zijde van het college
Wethouder KRIJGER: Meneer de voorzitter, dank u wel. Ik zou anders willen beginnen dan u
misschien denkt, in volgorde van sprekers, maar ik wil eens beginnen in volgorde van geraakt zijn
door opmerkingen, laat ik het zo maar noemen.
Ik wil graag reageren op datgene wat met name de heer Van Vuuren heeft gezegd. Hij heeft gesproken
over terugkijken naar werkwijze, onderling, en heeft iets naar voren gehaald, wat nadrukkelijk ook
uitgangspunt moet zijn bij het beleid uitvoeren waar de raad opdracht voor gegeven heeft. En u
begrijpt direct dat ik doel op de situaties met betrekking tot WVG/CW. Wat hier niet aan de orde is,
is het hele WVG-beleid. Hier is aan de orde alleen de situatie met betrekking tot collectief
vraagafhankelijk vervoer. En vorig jaar heeft de raad een besluit genomen, dat was misschien 2001
nog, om met betrekking tot de forfaitaire vergoedingen een gewijzigd beleid in te gaan zetten en dat
vond de raad toen mogelijk op basis van ontwikkelingen rondom het hele WVG-beleid. Toen ik deze
rol mocht vervullen die ik nu heb ben ik geconfronteerd geweest met de gevolgen van het omgaan in
beleid. Dat heeft geleid tot 112 procedures, formeel gezegd bezwaarprocedures, maar directer 112
mensen. En die heroverweging die daarvoor noodzakelijk was heeft geleid tot een aantal maatwerk
oplossingen waardoor ik denk te mogen zeggen zonder te weten welke mevrouw u bedoelt, dat nou
typisch dat maatwerk bedoeld is om in die situaties te voorzien. Het is dus niet zonder meer mogelijk
datje mensen verwijst naar openbaar vervoer of een andere vorm van collectief vraagafhankelijk
vervoer. Dat kan niet altijd. En dat is nou typisch het maatwerk dat bedoeld wordt. Dat kan betekenen
dat in die situatie de gekozen oplossing die voor veel mensen wel haalbaar is, voor een aantal mensen
niet uitvoerbaar is. En daarin is voorzien, je zou het kunnen zien als een hardheidsclausule in de hele
gedachtegang. Die is ook gemotiveerd terug te vinden in de stukken die wij hebben gehanteerd bij het
voorbereiden van het voorstel aan u. Het is een beetje spanningsveld. Kader stellen, detailleren en mee
uitvoeren. Dat is toch een discussie die hier steeds tussendoor speelt. Ik geef u aan, en ik zal het ter
inzage laten leggen, hoe exact is berekend hoe het college de moed heeft gehad, want er is toch moed
voor nodig, op zo'n gevoelig terrein een voorstel te doen als u is voorgelegd, om te komen tot
400.000,-. U krijgt ter inzage de berekening die leidt tot een bezuiniging van bijna 600.000,- naar
477.000,-. Wij boeken slechts in, gezien de maatwerksituatie die noodzakelijk is, die 400.000,-. En
ik garandeer u, namens het college, als blijkt dat bij de uitvoering daarvan de hardheidsclausule die wij
ingebouwd hebben niet toereikend is, dat wordt rekening gehouden met de meningen en de sfeer uit de
raad, dat wordt overlegd met de raad hoe het dan verder kan. Maar de tweede kant is, zeer