Raadsvergadering 8 oktober 2Ü03
-6-
interesse heeft in een horecabestemming, dan moetje misschien eens gaan kijken watje ermee wilt.
En als er nu daadwerkelijk gegadigden zijn, dan is dat alleen maar prachtig.
Heer VAN GEET (WD): Dat is nou hetgeen dat wij beogen.
Heer ROEST (D66): Ik heb dit punt niet van tevoren gevolgd. Ik vind het wel heel merkwaardig, net
of verschillende partijen iets moeten binnenhalen. Ik heb er een heel raar gevoel bij. Maar in ieder
geval vind ik het goed dat een raad met initiatiefvoorstellen komt. Dat is meteen positief. Maar in
principe denk ik dat ik veel meer behoefte heb aan informatie, want ik vind het veel te kort door de
bocht. Wij willen dat in de commissie op zijn merites beoordelen. Jongerenhuisvesting leeft in de raad,
ja, maar de vraag is: heiligt het doel de middelen? Want de andere kant van de medaille is dat we dus
toch langzamerhand daar volbouwen. Wij zijn tegen het bebouwen van de manege geweest. Dat is
lekker rood geworden, zonder verdere groencompensatie. Ik meen me te herinneren dat aan de andere
kant van het sportvelden de heer Kareisen zat die daar een gebouw bij heeft moeten zetten bij de
tennisbaan. Kortom, je krijgt steeds meer mensen die zeggen: ja, daar mocht het ook. En wij moeten
dus als raad goed nagaan of ons doel daar wel de middelen rechtvaardigt. Of we niet een beleid krijgen
langzamerhand dat het echt helemaal vol wordt gebouwd. Nou ligt toevallig In de Ruimte daar niet zo
ver vandaan, maar de wethouder heeft net nog gezegd: het enige verschil is dat het daar wel buiten de
contouren is en hier is het net binnen de contouren. Maar juist in bestemmingsplan Hees staan dingen
over de groenstructuur en de niet-verdichting en daar komen we wel mee in conflict. Dus we willen
dat heel graag voldoende gepresenteerd zien in de commissie en daarna met elkaar van gedachten
wisselen. En laten we ermee stoppen van of het nou een college-ideetje was, of dat het een
raadsideetje is. Dit is het doel, en dat is de bespreking waard en we moeten vervolgens nagaan of het
de middelen ook rechtvaardigt.
Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Voorzitter, het is wellicht een beetje prematuur dat we zo reageren.
Misschien had ik eerst moeten afwachten wat het college er zelf over te zeggen heeft. Ik hoor veel
enthousiaste geluiden. Ik heb de neiging om alleen wat impulsief te reageren. Het is niet onze grond.
Dat maakt het al kostprijsverhogend. De combinatie horeca - jongeren, in een gebied waar gerust wat
overlast mag komen, komt bij mij niet erg gelukkig over. Ik denk dat daar toch speciale aandacht aan
moet gegeven worden, als je gewoon zo'n groep jongeren in zo'n enclave zet en een
horecagelegenheid erbij. Ik heb daar een onsmakelijk gevoel bij. Ik ben zeer benieuwd wat het college
echt met dit gebied mogelijk aan veranderingen wil.
Wethouder KROL: Voorzitter, ik denk dat ik maandagavond namens het college voldoende gezegd
heb over laten we zeggen het belang dat ook aan de zijde van het college op het gebied van
jongerenhuisvesting wordt gevonden en het feit dat het raadzaam is als college en raad daar in enige
gezamenlijkheid in de richting van de markt, want dit is inderdaad grond van anderen, in op te treden
en dat ik in dat opzicht niet echt gelukkig was met het aantal maanden na dato, laten we zeggen nog
eens met een initiatiefvoorstel, bevestigen de lijn die het college in meer of mindere mate al met elkaar
had ingezet. Dat als eerste reactie. Het tweede. Het college is niet van zins om de horecabestemming
hier vanaf te halen. Dit gebeurt in de ruimtelijke ordening dagelijks en op zich is het aardig dat we
daar in de raad nog eens even over met elkaar van gedachten wisselen. Dagelijks komen er bij het
college verzoeken binnen om iets anders te mogen dan er in een bestemmingsplan staat. En in het
merendeel van de gevallen antwoorden wij dan: het bestemmingsplan is helder en wij werken daar niet
aan mee. Ook hier is het geluid van het college altijd evident geweest: er zit een horecabestemming
op, u kunt hier een horecaonderneming in beginnen, einde oefening. En dat is het geluid geweest wat
uit het college is gekomen. Daar heeft men het college niet voor nodig. Als er morgen ondernemers
zijn die daar weer een tent willen beginnen zoals ze in de krant wel schrijven maar tot nu toe niet
hebben weten te realiseren, dan kan dat. Dan hebben ze geen toestemming van het college nodig. Het
college heeft op enig moment in juni alleen gezegd, op een plan van een Soester architect, het college
is alleen maar van zins om het zware instrument van bestemmingsplanwijziging of in dit geval
vrijstelling met behulp van art. 19, toe te passen als het echt maatschappelijk relevant is. En de
maatschappelijke relevantie kan liggen in woningen voor jongeren in met name de huurcategorie. Dat
is het besluit van het college. De toevoeging die nu door de VVD-fractie en de PvdA-fractie wordt