Raadsvergadering 18 december 2003
-17-
Mevrouw DE WAARD (CDA): Dank u wel voorzitter. Ik zeg eigenlijk alleen nog maar dat we heel
blij zijn dat door dit raadsvoorstel realisatie van Wiekslag 11 weer wat dichterbij gekomen is en dat het
nu ter hand genomen kan worden. Daar zijn we heel blij mee. Dank u wel.
VOORZITTER: Ik zou eigenlijk die procedurele kant van een reactie willen voorzien, niet alleen
vanuit B&W, maar juist ook als voorzitter van de raad. Er is een raadscommissie geweest en in een
raadscommissie worden gegevens uitgewisseld, en in de raadscommissie, en dat is aan de
raadscommissie zelf, is in beslotenheid gesproken. En die beslotenheid is geschonden, want er is
informatie over de aard en intensiteit van de discussie en ook over bedragen buiten de muren
terechtgekomen. En dat is gewoon een slechte zaak. Daarmee heeft de raad zichzelf tekort gedaan en
een slechte beurt gemaakt. Want als je afspreekt beslotenheid, dan moet de raad ten opzichte van
elkaar ook vrij en in beslotenheid kunnen spreken. En als er andere sprekers zijn en participanten,
bijvoorbeeld leden van B&W, moeten die ook in die setting in beslotenheid kunnen spreken. Er zijn
meer mensen geweest in die setting, ambtelijk, B&W en raad en dat is niet gelopen zoals het hoort.
Dat is ook de reden, in reactie op de signalen ook zoals u vanavond mij vraagt, anders had ik er geen
melding van gemaakt vanavond, maar dat ik er morgen toch een brief aan wijd, morgenochtend zult u
die krijgen, over dat dit geen goed gedrag is, een vergissing menselijk is, en dat dat niet mag zijn zoals
dat nu gebeurd is. Dat is art. 4.1 van de integriteitcode, vertrouwelijkheid is vertrouwelijk en
vertrouwelijk is niet alleen hier vertrouwelijk, maar dat is ook buiten deze muren vertrouwelijk. Dan
past het dus niet om daar anders mee om te gaan en het past ook niet in rollen te stappen die niet zijn
aan individuele raadsleden, maar gewoon met in achtname van de eigen positie daar toch zorgvuldig
mee om te gaan. En het klinkt misschien een beetje zwaar, maar het is ook zwaar, het moet gewoon
helder zijn. En als u vindt dat u niet wenst als raad in de beslotenheid te vergaderen, dan moetje tegen
elkaar zeggen: we willen niet in beslotenheid vergaderen. Maar het is het een of het ander. En dat is
door elkaar heen gelopen. Dat is gewoon jammer. Ik had ervoor gekozen als voorzitter van de raad u
niet vooraf die brief te zenden, maar hij ligt wel klaar. U krijgt hem morgen en de procedurele zaak is
van belang en de inhoudelijke zin, maar ik denk dat het juist goed is met die procedurele kant even te
beginnen. De inhoudelijke kant, en dan kijk ik naar wethouder Krijger, kunt u een aantal inhoudelijke
reacties geven?
Wethouder KRIJGER: Allereerst meneer de voorzitter, het zal een unieke procedure blijven om te
komen tot een bijdrage van een gemeente aan een zaak waar we in eerste instantie niet direct bij
betrokken zijn. Daarmee geef ik ook al antwoord op wat mevrouw Mann zegt, hoe gaat het met de
aanbesteding. De gemeente besteedt niet aan. Er is een zorginstelling, vallend binnen de lijnen van het
college bouw- en ziekenhuisvoorzieningen. Die besteedt aan, krijgt middelen om het helemaal te
regelen. Alleen de middelen zijn, zo is ons gebleken, dat was ook opdracht vanuit de raad,
ontoereikend om op de nu mogelijke locatie die voorziening binnen de lijstprijs te realiseren. Nou, u
heeft het college de opdracht gegeven om die aparte rol op te nemen en op hele korte termijn
inzichtelijk te maken. Van de kant van de gemeente, dus er is niet onderhandeld door ons met anderen,
inzichtelijk te maken wat wij zelf kunnen zien aan die procedure. En dat heeft geleid tot het voorstel
dat is besproken en nu is gedaan, om te komen tot zoals maar vertaald wordt vanuit de commissie, een
taakstellende opdracht aan het college, om te komen tot een bijdrage die gemaximeerd is, om te komen
tot realisatie van de Wiekslag, op die locatie, en onder die condities. Meer niet. En dan is ook nog
opgemerkt in een vorige raad daarbij te letten op fatale termijnen. Nou werd toen gedacht, de eerste
keer, de fatale termijn is 31 december, dat blijkt het niet helemaal te zijn, maar kan wel later liggen.
Dus ik kan me wel voorstellen dat als u als raad zegt: dit is de opdracht, daar gaat u mee aan de gang,
binnen de marges die zijn gegeven binnen het raadsvoorstel, dat periodiek wordt teruggekoppeld naar
de commissie SOW over de stand van zaken en de rol die de gemeente daar in zeer bescheidenheid zal
moeten blijven vervullen. Maar het is en blijft een situatie dat, het klinkt raar, een particuliere
opdrachtgever, maar dat is die zorginstelling, moet blijven binnen de lijnen ook van het rijksbeleid met
betrekking tot de bijdrage van het ministerie VWS. Dus als u zo meteen zegt: dit is de opdracht,
taakstellend, daar moet u mee aan de gang, dan komt erbij dat wij. ik laat in het midden, in
beslotenheid of openbaar, rapporteren over de stand van zaken met betrokkenheid van de gemeente bij
het project.