Raadsvergadering 18 december 2(103
Nu is druk. zeker in de typering van spanning, noodzakelijk voor elk systeem om tot prestatie te
komen. Als volksvertegenwoordiger hoor je in een vorm van continue spanning te verkeren tussen
ideologie en praktijk, stemmers en achterban, alsmede continuïteit van relaties en bestuur. Druk is dus
goed, maar onze snelkookpan heeft we] een ventiel nodig. Een voorziening die het mogelijk maakt
druk op het systeem te brengen zonder dat ontploffingsgevaar ontstaat. De lucht die dan uit het
systeem kan ontsnappen brengt verlichting van de spanning in ons systeem. We zouden dat 'politieke
verlichting' kunnen noemen.
Als lokale democratie zijn wij gevangen in een web van bestaande tradities en werkwijzen. Deze op
zich culturele rijkdom is een praktische belemmering op weg naar verandering. Zeker als voor die
verandering juist de cultuuromslag centraal wordt gesteld. Want juist structuren zijn de continue basis
van ons handelen en vormen daarmee de actieve weerslag van onze cultuurpatronen.
Met Thorbecke heeft de Nederlander in hoge mate de staat als ankerpunt gekregen. De inrichting van
ons staatsbestel gaf duidelijkheid m afbakening van gezag en verantwoordelijkheden. Inmiddels is de
wereld door blijven draaien en hebben oriëntaties een andere horizon gekregen; soms verder weg,
soms dichter bij huis. De staat verliest op materieel en immaterieel gebied terrein aan in betekenis
winnende Europese en lokale arrangementen. Hierbij doel ik zowel op feitelijke regelgeving, als de
mate waarin wij ons betrokken weten. Nationale identiteit lijkt zich meer af te tekenen in de deelname
van Nederlanders aan internationale voetbaltoernooien, dan in de acceptatie van het landsbestuur.
Dit geheel maakt dat ik van mening ben dat ons staatsbestel aan een zeer fundamentele herziening toe
is. Veel meer dan een halfslachtige invoering van dualisme of een discussie over normen en waarden.
Het voert te ver in dit bestek, want u zit zich natuurlijk af te vragen 'wanneer houdt hij ermee op?', om
de gehele staatsinrichting op de schop te nemen, hoe graag ik dat ook met u zou doen, maar een aantal
principes zou ik willen benoemen. Om daama een concrete ambitie te formuleren voor de schaal van
Soest.
Het eerste principe zou ik herkenbaarheid willen noemen.
De kiezer is zijn band met de volksvertegenwoordiger kwijt. De partijbenoemde volgers in het kielzog
van een zo zorgvuldig mogelijk op de media afgestemde campagnevoerende lijsttrekker appelleren op
generlei wijze aan de fundamentele electorale behoefte van herkenbaarheid.
De band met de kiezer is de legitimiteit van een representatieve democratie. Deze hechting heeft
meerdere dimensies die samenhangen met de manier waarop een volksvertegenwoordiger wordt
gekozen en de wijze waarop hij of zij zijn taak uitvoert.
De invloed van de politieke partijen in ons kiesstelsel maakt dat de kiezer bijna geen feitelijke macht
meer heeft over wie hem gaat vertegenwoordigen. Een heel klein clubje maakt de lijst en er moet wel
wat bijzonders gebeuren om mechanisme van voorkeursstemmen effectief in werking te krijgen.
Om de partijpolitieke sturing te beperken liggen verschillende oplossingen voor de hand, zoals
individuele kandidaatstelling en individuele verkiezing, bijvoorbeeld op basis van een districtenstelsel.
Daarbij: volksvertegenwoordiger is geen vak, het is een roeping. Betekenisvol politiek bedrijven is
niet het lezen of schrijven van semi-ambtelijke nota's, maar het luisteren naar de samenleving en
inhoudelijk en betrokken stem geven aan maatschappelijke noodzaak en ontwikkeling. Hier kunnen
politici alleen persoonlijk verantwoordelijkheid in nemen en dragen.
Het tweede principe zou ik doorzichtigheid willen noemen.
De rol van de volksvertegenwoordiger moet helder en duidelijk worden neergezet. Als politici is het
aan u om continue in gesprek te zijn met de samenleving, dat kan niet worden uitbesteed aan de
bureaucratie.
Een heldere afbakening van verschillende rollen en verantwoordelijkheden is daarin essentieel, maar
kan hier slechts codificeren wat een volksvertegenwoordiger echt moet willen. Het handelen van de
volksvertegenwoordiging als geheel zal erop gericht moeten zijn om maximaal ruimte te bieden voor
inbreng vanuit burgers en instanties met duidelijke grenzen ten aanzien van de betrokkenheid in het
besluitvormingsproces en volstrekte openheid ten aanzien van de wijze van besluitvorming.
Als derde principe heb ik voor u gezag.
Gezag wordt niet verkregen op basis van macht, maar door de wijze waarop de
volksvertegenwoordiging in staat is om in heikele kwesties besluiten te nemen die herkenbaar zijn in
argumentatie. Deze argumentatie moet de formele regelgeving verre overtreffen en duidelijk maken op
welke wijze de volksvertegenwoordiging de verschillende belangen, van samenleving en bureaucratie,
heeft gehoord en gewogen.