Raadsvergadering 20 februari 2003 - 4 - Heer ROEST (D66): Mag ik daar iets over opmerken? Dan ben ik zeker met zeker vier andere fracties aut die ik het heb gevraagd op het verkeerde been gezet, want ik dacht dus dat het openbaar was. Ik heb d0( me zelfs nog zo'n goed raadslid getoond door even en dat dachten andere fracties ook, zo'n goed ^ui raadslid getoond dat ik in mijn argeloosheid, want ik ben een argeloos wezen, ik ga uit van het goede, dat ik de heer Witte heb gebeld om te informeren of dit kon. Vervolgens heb ik de journalist die mij mj, dat vroeg, nadat ik dus een ander weer had gekregen, moeten informeren. Nee, dat is niet openbaar, die dat stond nergens. Maar het is niet openbaar, ik kan er verder niets over zeggen. U zult moeten te wachten tot na dinsdag. Ik dacht dat dat niet gebruikelijk was. Wat heeft het voor zin om ons dat te vertellen op de volgende dag. En meteen de volgende dag om tien uur, nadat de raadsvergadering VC helemaal niet had kunnen worden verwerkt. U merkt, ik ben er een beetje emotioneel over. Ik voel me bei zwaar teleurgesteld en het heeft niets te maken met mist. Sterker, het heeft te maken met helderheid die u niet geeft. En meneer Witte, vroeger zat u aan die tafel te schreeuwen om die helderheid en die He geeft u zelf niet. U bent er heel slecht in en u kaatst die bal terug. Jammer, mijn collega, factieassistent ge^ werd verweten dat hij zo kort in het bestuur zit. Misschien zit u er wel veel te lang in. Het is gewoon er op de persoon spelen. Daar hou ik niet van. Ik geef de feiten even weer zoals ik ze heb ervaren en als aar andere fracties het met mij eens zijn, dan hoor ik daf wel. Maar in ieder geval verdient dat geen nJe schoonheidsprijs. Waarvan akte. dez VOORZITTER: Van een tweede termijn gaan we niet naar een derde termijn, dus ik zou nogmaals Hei wethouder Witte gelegenheid willen geven voor zijn afrondende reactie. wa; zoc Wethouder WITTE: Voorzitter, de heer Roest werd dus doordat wij zonder dat het al in het college was geweest, en hij het voorstel kende dat wij dinsdag in het college zouden bespreken, door ons in de vc gelegenheid gesteld, wanneer hij daar ernstig behoefte over had, om ons in kennis te stellen van zijn De problemen met het communicatievoorstel zoals wij dat voor hadden genomen. Dus wat dat betreft is hij ruim van tevoren en ruim op een manier die we niet altijd toepassen, in de gelegenheid gesteld om VC te vertellen wat hij vond, aan het college, van het communicatieplan. En als de heer Roest nu allerlei ver oude koeien uit de sloot probeert te halen over hoe ik zat te schreeuwen, nou ik werd niet zo bediend, Dai meneer Roest, dat ik voordat het college iets besprak al mocht vertellen wat ik ervan vond. Dus wat ma dat betreft vind ik gewoon uw verwijt helemaal ten onrechte. hij Voorzitter, ik denk dat het communicatieplan absoluut, we hebben ook de tekst van de vorige vol raadsvergadering van 23 januari van de opmerkingen van D66 met het vergrootglas zitten bekijken of iets er nou wel of niet licht zat tussen hetgeen wat is toegezegd en wat we ook hebben gedaan. En de wel conclusie van het college is geweest dat daar geen licht tussen zat. En dat we hebben gedaan wat we hebben beloofd en dat we waar mogelijk alle raadsleden in de gelegenheid hebben gesteld hun mening Het te geven over het traject dat we in zijn gegaan en ik denk dat het een goed traject is. insj De financiën. De financiën van de verschillende voorstellen worden genoemd en worden ook nog nati gedifferentieerd naar een aantal onderdelen die daarin zitten. var helt VOORZITTER: Oké, ik kan concluderen dat de raad naar aanleiding van het inspreekrecht op dit voc onderdeel in voldoende mate heeft beraadslaagd. De inspreker heeft kennis kunnen nemen van de mij opvattingen en ik zou dit punt dus als afgehandeld willen beschouwen. Is dat akkoord, dan doen we uitr dat. zuil Dan wil ik vragen aan inspreker de heer Huart of hij de gelegenheid wil benutten voor zijn presentatie raat en inspreken. Me Heer HUART: Geacht college en geachte aanwezigen. Ik ben niet zo'n beste spreker, ik sta te gieren ook van de zenuwen hier, maar ik wil het wel proberen. Hoe ben ik ertoe gekomen om mee te willen doen burj in die ontwikkeling van het wegenplan in Soest? Dat is namelijk gestart bij de tunnel bij de spoorbaan. aan Ik heb een heel goed plan ingediend, dat hoor ik van iedereen. Het wordt niet ten uitvoer gebracht. krij; Maar nu moet er een tunnel komen bij de Brink en nu wordt die wel gebouwd. Een andere dus. Een tweede aspect was dit: dat was een bericht in de krant dat men de Soesterbergsestraat zou wijzigen en We: toen las ik namelijk dat het verkeer uit Amersfoort geen doorgang meer zou kunnen vinden in de ook ochtenduren. Toen dacht ik bij mezelf: dit kun je eigenlijk toch niet maken. Als je een plan maakt, wee maak het dan zodanig dat eenieder daar voordeel van heeft. En toen kwam ik op het idee: ik bouw een waa

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2003 | | pagina 39