Raadsvergadering 20 februari 2003 -36- gevoelens van veiligheid enz., om dat bij de kaderstelling van het integraal veiligheidsbeleid mee te nemen, maar het is toch van belang om te bewaken wie een en ander uitvoert en of de uitvoering op de juiste manier plaatsvindt. Ik zou me kunnen voorstellen dat met name bij punt 1 dat bewaakt wordt door de commissie zelf, wellicht door een voortgezette opdracht aan de commissie. Punt 2 is een zaak die door de commissie ABZ bewaakt zou moeten worden. Bij punt 3, dat is eem punt waar we eigenlijk wat moeite mee hebben. Er staat: het verdient aanbeveling om enkele raadsleden toe te voegen aan de begeleidingscommissie politiesurveillanten, terwijl in aanbeveling 1 en 2 heel duidelijk staat: de raad moet en de raad dient, staat hier: het verdient aanbeveling. Wat ons betreft wordt dat ook: moet. Graag zou ik daar een reactie van de commissie op vernemen. Punt 4 ABZ denk ik. Punt 6 en 7 zal bij het college thuishoren, want dat is niet alleen beperkt tot de politiesurveillanten, tot deze convenanten, maar het gaat veel verder. Punt 8, als het gaat om de stand van zaken rond de Rekenkamer en dergelijke, in de verordening wordt ook een aantal punten genoemd, art. 3.1, art. 3.2, de commissie kent die uit het hoofd denk ik, externe deskundigen inschakelen, kortom, mijn vraag, zeker als het gaat om de laatste zin van punt 8 over de vereiste externe deskundigheid, capaciteit en objectiviteit, hebben ze wel voldoende gebruik gemaakt van de verordening, althans van de mogelijkheden die een verordening biedt. Daar zou ik graag een reactie op willen horen. Dan vind ik in dezelfde verordening, u begrijpt voorzitter, wij hebben het met name getoetst aan de verordening, een art. 7 en in art. 7 staat dat het rapport aangeboden wordt aan de portefeuillehouder en dat de portefeuillehouder de gelegenheid krijgt om zijn visie op het geheel te geven. Zelfs de gemeentesecretaris krijgt die gelegenheid. Ik heb wel gezien dat het rapport aangeboden is aan de portefeuillehouder, maar ik heb zijn reactie nergens kunnen lezen. Komt die nog, of is dat een slippertje wat eigenlijk niet gezien is, laat ik het zo maar formuleren. Dank u wel. Heer BERVOETS (PvdA): Dank u wel voorzitter. Alle waardering voor dit rapport, en waarom, dat zal ik u vertellen. Even niet zozeer als, natuurlijk ook als fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid, maar ik heb genoten, want dit is mijn vak, als onderzoeker van de Nederlandse Politieacademie, dit soort evaluaties verrichten wij zelf ook vaak, en ik hoop dat het, ondanks dat het lang heeft geduurd, en ik ben het eens met GGS, te lang, ik bedoel, wij zouden beroepsmatig op onze kop krijgen als het zo lang zou duren, maar ik hoop wel dat jullie er plezier aan hebben beleefd, dat wel. Maar, en nu krijgen jullie een klein beetje, tenminste dat moeten wij gewoon als gemeenteraad ons zelf aantrekken, we moeten onszelf wel een klein beetje kritisch de maat nemen in de zin, en de heer Van Wuijckhuijse gaf dat ook al aan, het is eerder gezegd ook, met betrekking tot de objectiviteit van het rapport. De Partij van de Arbeid is daar heel principieel in dat raadsleden zichzelf niet moeten evalueren, ondanks alle inspanningen, alle plezier, en alle energie die u daarin heeft gestoken, in deze rapportage, zou dat eigenlijk niet moeten. Het lijkt een beetje op het crisisonderzoekteam van Uri Rosenthal van de Rijksuniversteit uit Leiden die Volendam op een gegeven moment heeft geëvalueerd. Die hebben ook verschrikkelijk op hun lazer gehad, omdat ze namelijk eerder diezelfde gemeente hadden geadviseerd. Dus scheiding van functies is ontzettend belangrijk. Maar dat laat onverlet dat er natuurlijk wel wat lessen zijn te trekken ondanks dat we de onafhankelijkheid en de objectiviteit zwaar meewegen. Dus dat het eigenlijk een beetje tegen dat principe ingaat. Een belangrijke les namelijk is dat de politieke sturing, ik draai nu een jaartje mee en ik heb die ABZ-commissies dan meegemaakt, eens in de zoveel tijd krijg je een halfjaarverslag van de politiesurveillanten en die zijn volstrekt onder de maat. Ik ben blij dat dat ook ABZ-breed en hopelijk ook raadsbreed wordt gedeeld, waar het komt op aansturing, de mogelijkheid van aansturing, die we dan als raad hebben, want het is gewoon onze mogelijkheid om de reguliere politie aan te sturen, die zijn gewoon beperkt, maar waar we die marge hebben, dan moeten we die ook ten volle benutten, denk ik. Gezien wat ik hiervoor opmerkte over de objectiviteit vind ik dat wij niet als raadsleden te dicht tegen de uitvoering aan moeten zitten, zeker niet wanneer we in dualistische verhoudingen zitten, omdat je dan uiteindelijk, je moet toch min of meer je handen vrij, ja ik zeg het misschien een beetje onsympathiek, maar de handen vrij houden om aan het einde ook tot het politiek oordeel te kunnen komen. En dat wordt heel lastig als je te dicht tegen beleidsuitvoering aan zit. Vandaar dat wij, als je kijkt naar de acht aanbevelingen, die verdienen inderdaad adressering, uitwerking, maar aanbeveling nr. 3 zouden wij heel erg willen ontraden, afraden. Daar staan wij dus niet achter. Het verdient aanbeveling om enkele raadsleden toe te voegen aan de begeleidingscommissie politiesurveillanten. Ex-raadsleden, bijvoorbeeld de heer Meilof, of andere expertise, dat is geen enkel probleem. Met hun

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2003 | | pagina 71