Raadsvergadering 3 juni 2004 van de sauna en niet op het stuk van de Meierij. Ik heb u in een stuk dat ik u toegestuurd heb, zoals dat in een duaal stelsel denk ik ook het beste is om het u rechtstreeks toe te sturen, aangegeven dat het 7 miljoen extra kost. Wel, u zou kunnen zeggen van: ach daar vloeit geen bloed uit voort. Misschien heeft u daar wel gelijk in. Ik denk het niet. Het is een zwakke schakel in de bestuurlijke keten. Want, als blijkt dat het niet 80% zeker is dat deze plaats de beste plaats is, maar dat er maar 20% zekerheid is, betekent het dat in het voortgaande proces van de besturing van het bestemmingsplan u erop terug moet komen. En als er niet op teruggekomen wordt, omdat u zegt: ach ik wil het college niet afvallen, dat kan ik niet doen, dan betekent het dat het uiteindelijk voor de Raad van State toch vernietigd zal worden als de argumenten die wij hebben valide zijn. En ik denk dat ze valide zijn. Waarom denk ik dat? In de ambtelijke reactie op de commissie Bestuur en Middelen is aangegeven dat de Provincie uiteindelijk verantwoordelijk is voor de plaatsbepaling van het ecoduct. Dat betekent in het antwoord van de ambtenaar dat eigenlijk een bestuurlijke verschuiling plaatsvindt. Dat wil zeggen: niet de gemeente, nee, nee, nee, de Provincie, die moet uiteindelijk betalen. Soest bepaalt en de Provincie betaalt. Ontkoppeling van dit soort bestuurlijke processen betekent dat uiteindelijk de burger daar de dupe van is. Ik denk: geen goede zaak. Als er vervolgens gezegd wordt: wij kunnen geen opening geven voor de financieel economische consequenties, had ik veel liever gezien dat in het stuk stond dat de commissie inzage heeft gekregen onder geheimhouding, en dat de commissie gezien heeft dat de onderbouwing valide is. En dat de argumenten die wij gegeven hebben niet valide zijn. Dat zou mij vertrouwen geven. Op dit moment is dat vertrouwen er op dat punt absoluut niet. Een volgend punt is dat er in de brief van de ambtenaar gezegd wordt: wij kunnen geen voorkeursrecht vestigen waar geen voorbereidingsbesluit genomen is. U heeft het gezien: het voorbereidingsbesluit is deze plaat, die arcering, dat is het zoekgebied geweest. Vervolgens is dat beperkt geworden en daar is het voorkeursrecht op gevestigd. Dus het argument is niet valide. Wat mijn conclusie is, is dat tot nu toe de argumenten die op tafel komen hooguit bestuurlijk procedureel van aard zijn. En daarvan denk ik dat u als politiek daar de vinger op moet leggen en zeggen: ik wil de inhoudelijke argumenten zien waarom dat voorkeursrecht het beste is, want dat is een schakel zeg maar in de definitieve plaatsbepaling voor het bestemmingsplan. Alle schakels die daarna komen, en u zou er op terug moeten komen, betekenen in feite dat het individuele belang geschaad wordt, namelijk van de direct betrokkenen, vervolgens dat het gemeenschappelijke belang geschaad wordt. Want het kon goed wezen, als u later op die plaatsbepaling terug moet komen, dat die gronden al via speculatie en dergelijke opgedreven zijn, waardoor de gemeente alleen maar een hogere prijs moet betalen. En ik denk dat voor behoorlijk bestuurlijke mores het op de eerste plaats belangrijk is van: is dit de plaats. Als u daar de overtuiging niet van heeft, moet u het voorkeursrecht niet accorderen. Dank u wel. VOORZITTER: Dank u wel, meneer Rodenburg, voor uw inbreng. Ik zou het woord willen geven aan de raad en aansluitend de beide portefeuillehouders gelegenheid willen geven een reactie te geven, zo nodig en dan krijgt de heer Rodenburg, als hij daar gebruik van wenst te maken ook nog gelegenheid voor een termijn. Wie van de leden van de raad? Wenst iemand iets te zeggen? Want anders geef ik één van beide portefeuillehouders gewoon gelegenheid. Als u het in tweede termijn nogmaals wenst te doen, dan kan dat ook. Ik kijk even naar wethouder Krijger. Wethouder KRIJGER: Dank u wel meneer de voorzitter. Wij hebben de neiging, ik heb hem ook nog, maar ik onderdruk hem, om als insprekers een aantal zaken noemen, daar heel gedetailleerd op in te gaan. Als gezegd, die neiging onderdruk ik, omdat ik me nadrukkelijk beperk tot de zaak waar het vanavond om gaat. Er worden opmerkingen gemaakt in de breedte, ik ga er niet op in. Ik geef aan wat de feitelijke situatie is: wat wordt nu van de raad gevraagd. Wij hebben in een vorige commissie Bestuur en Middelen gesproken over: waar is dit voorstel een onderdeel van? Er is ook gesproken: als je één steen uit een bouwwerk haalt, verzwakt dat het bouwwerk. En ik gebruik ook alleen informatie die u zelf kunt controleren. We zijn hier bezig, en u mag dat bestuurlijk noemen, het is ook verantwoordelijkheid, met een situatie te creëren naar een win-winsituatie. Wat wordt bedoeld met win-winsituatie? Dat niet één partij twee keer wint, maar dat partijen die deelnemen aan het bestuurlijke proces, dat die elk voor zich kunnen zeggen: het proces heeft geleid tot een winsituatie voor de belangen waar ik of waar wij voor staan. Daarmee doel ik uiteraard op datgene wat de raad heeft aangegeven en dat inhoudelijke zal de heer Krol wel nader kunnen toelichten, het traject Hart voor de Heuvelrug. Een traject dat uniek is. Waar 17 partijen in samenwerken. En ieder voor zich

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 117