-4-
Raadsvergadering 3 juni 2004
-5-
heeft een bijdrage te leveren aan het project om te komen tot een winsituatie voor in dit geval de
gemeente Soest. Want als we kijken op ons eigen planniveau, zou ik heel simpel kunnen zeggen: had
ik misschien nooit persoonlijk een ecoduct daar willen neerleggen. Dat is helemaal niet relevant,
persoonlijke meningen. Wat relevant is, is dat we deelnemen aan een proces dat moet leiden tot
situaties die een verbetering betekenen voor met name Soesterberg en het geheel. Niet op een klein
stukje, Soesterberg in het geheel. En dan is het ook uniek waar we mee bezig zijn, dat iedereen had
kunnen kennisnemen, misschien heeft hij het ook gedaan, dat een voorbeeld komt, dat betekent een
nieuwe manier van denken waarom we door moeten gaan hiermee, als je kijkt naar een openlijk,
openbaar verslag van Domeinen. Domeinen kennen wij als een instantie die dus ooit heeft gekregen
gronden van één gulden de meter van het ministerie van Oorlog. Dat gaat over naar Domeinen als
Defensie het niet meer nodig heeft. En Domeinen zegt: de commerciële waarde is zoveel. En de
praktijk is dat de commerciële waarde die wij voor maatschappelijke doeleinden willen hebben, de
commerciële waarde gaat naar Den Haag. Het unieke nu is, dat als wij deelnemen aan een proces waar
we mee bezig zijn dat, en u kunt het nalezen, Domeinen zegt dat die opbrengsten worden
teruggeploegd, om eens een groene term te gebruiken, in het eigen gebied, in de eigen regio. Dit
overstijgt dus het belang van moeten we 50 meter naar links of naar rechts. Dit belang staat nu voorop.
Dat is een bestuurlijke afweging, deelnemen aan een breed proces, waar de raad mee ingestemd heeft,
en één steentje eruit halen, of een stukje boom willen respecteren wat op zich kan, wat we heel vaak
doen, wil zeggen dat het hele proces Soesterberg op de helling wordt gezet. Het is aan de raad om te
beslissen of het consequenties daarvoor wil nemen. Het gaat er nu om: gaan we een traject in,
bestuurlijk, verantwoordelijk, gericht op een win-winsituatie voor Soest en Soesterberg in het
bijzonder, of laten wij het bij een politieke afweging. We doen het nu even anders. Waarom ik het zo
scherp zeg is dat wij nog een aantal zaken te doen hebben. Heel veel. En de komende tijd wordt
gesproken over ontwikkelingen in Soesterberg. Daar maakt dit onderdeel van uit. Eén stukje eruit
halen is belemmeren van ontwikkelingen en die afweging, vindt men het ene belang groter dan het
andere belang, dat is aan de raad. En ik geef aan, nog een paar technische opmerkingen over het
WVG-gebeuren: WVG werkt eigenlijk heel transparant. Als wij vanavond vaststellen Wet
Voorkeursrecht gemeenten op dit tracé wordt ingestoken, openlijk, transparant, dat het ons alleen maar
gaat om dit tracé. Niet om andere delen. Het is ook niet passend, niet ethisch binnen de wet om meer
te claimen dan je nodig hebt. Dus wij vragen alleen maar, en dat is al door de raad aangegeven, voor
dit gebied is een voorkeursrecht en dit gebied zouden wij, in samenhang met andere instanties, in
handen willen hebben om te komen tot een ecoduct. Nu wordt er gesproken over prijsopdrijving. Dat
is geen terechte opmerking. Prijsopdrijving is niet aan de orde voor percelen die we niet willen
hebben. Daar blijft de normale situatie gewoon gehandhaafd. Prijsopdrijving zou kunnen plaatsvinden
als mensen denken: de gemeente wil het kopen, ik vraag een hogere prijs dan het misschien waard zou
zijn. Dat mag. Niemand hoeft te verkopen. We zijn helemaal niet bezig om actief te verwerven. Als
men het wil verkopen tegen condities die men zelf bepaalt, willen wij in dit kader die grond wel
kopen. Als men dan zegt: ik leg er een miljoen bovenop, dan is niet meer, technisch, dan dat de
gemeente zegt: ik leg een bod neer, ik motiveer dat bod en dan klinkt het heel kil, maar dan is de zaak
bevroren. Dan is er een serieus bod neergelegd. En dan kan alleen maar verkocht worden als beide
partijen het erover eens zijn. En dat is heel openlijk, heel transparant, en daar pleit ik voor, dat we dat
zo ook gaan doen.
VOORZITTER: Dank u wel. Wethouder Krol maakt er geen gebruik van er nog een toevoeging aan te
plegen. Het kan zijn dat de heer Rodenburg nog een keer het woord wil voeren, dan geef ik u daarvoor
de gelegenheid. Daarna is er een laatste reactiemogelijkheid voor de raad ten behoeve van de
besluitvorming.
Heer RODENBURG: De heer Krijger heeft al aangegeven: ik wil er niet in detail op ingaan. Ik kan me
dat voorstellen. Want als je het globaal erover hebt, ben je het altijd snel eens. Dat zal altijd lukken.
Als je er specifiek op ingaat, en ik hoor de heer Krijger daar geen commentaar op leveren, over
concreet de plaatsbepaling, en over de financieel economische gevolgen voor plaats 1 of plaats 2, dan
wordt het anders. Dan zegje: was dat eigenlijk wel de bedoeling, om voor 7 miljoen extra juist het
ecoduct daar neer te leggen. Ik doe niets af aan wat de heer Krijger zegt. Ik zeg alleen maar dat de
plaatsbepaling niet goed is. En ik vind het onbehoorlijk bestuur als de kwaliteit niet verifieerbaar is.