Raadsvergadering 3 juni 2004 zijn ook gelegd, en er wordt ook aan gewerkt, en dat wil men ook rond krijgen. Want die mensen, daar wil men die duurzame relatie mee opbouwen. En men weet gewoon bij het gemeentebestuur moeten ze niet komen voor een duurzaam financiële relatie. Want daar is de tijd niet naar, daar is de omstandigheid niet naar en daar, meneer Lemmen nogmaals, is de rolverdeling niet naar. Dus wel een steun in de rug maar niet in financieel structurele zin een financiële relatie. Het is een beetje in dat aarzelpunt dat men gekomen is en het kan teveel gevraagd zijn in politieke of bestuurlijke zin, maar het zou mooi zijn als de toelichting het handvat zal geven om toch in de raad, gelet op de start pakweg twee jaar geleden toen we de eerste gedachtewisselingen hadden, om toch zoveel mogelijk op één lijn uit te komen. Ik kan er eigenlijk vanuit de achtergrond niet meer over vertellen dan ik erover verteld heb. Ik geef het graag vrij voor de tweede termijn. Heer LEMMEN (PvdA): Voorzitter, ik ben blij met het antwoord dat nu door de burgemeester is gegeven, want met die vragen zitten wij. En ook wat de heer Roest straks heeft gezegd, het is waar. Je hebt de momenten, en wanneer is dat niet. Dat is de afweging. Want wij hebben natuurlijk ook zelf overwogen: moeten we het nu wel nu doen of kunnen we niet een haltjaar wachten of misschien nog langer. Ik laat me overtuigen door die mensen ook hier in de raad die zeggen: nu moet je misschien even een stootje geven, zodat ook de mensen over de bult heen komen, om het ook daadwerkelijk te gaan realiseren. Ik ben blij dat u zegt dat die tekst in de gemeentegids in ieder geval niet van de gemeente zelf afkomstig is. Hij staat wel na de gemeentevlag, dus ik dacht: als dat in dezelfde context staat, dan moet het haast van de gemeente zijn. Maar ik begrijp dat die tekst niet de verantwoordelijkheid van de gemeente is, want anders had ik er bezwaar tegen. Want wij hebben dat besluit hier niet genomen dat het moet komen. Wij zouden graag hebben dat het gefaciliteerd zou worden. Dat is een andere zaak. En ik neem ook uw woorden heel goed mee dat u zegt dat het comité bij u al heeft aangekaart dat zij voor de exploitatie niet bij de gemeente wil aankloppen. Dat is voor ons als resumé dat wij kunnen instemmen met het voorstel. Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Voorzitter, u hebt gemerkt, wij stonden er sympathiek tegenover en wij vonden alleen dat wij goede gronden hadden om te zeggen: wacht nog een halljaar. Daarmee hoeft er niets mis te zijn. Maar een grote meerderheid tekent zich af en dan vinden wij met name vanwege het sympathieke onderwerp en het feit dat dan misschien de raad in zijn totaliteit zou kunnen zeggen als het toch moet gebeuren, maar in ieder geval wij zullen dan meegaan met het voorstel. Mevrouw MANN (GL): Voorzitter, ik heb me ook laten overtuigen. Ik begrijp dat dit het momentum is, dat het dus heel belangrijk is. Ik heb wel een opmerking gemaakt richting het organisatiecomité, dat ik heel graag als ik een steentje kan bijdragen aan de bewustwording van heel veel Soesters, dat ik daar heel graag aan mee zou werken, los van deze gift van de gemeenteraad. Want uiteindelijk is ons hart heel erg bij het hospice. Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Voorzitter, ik had een tweedeling gemaakt. Er begint een golf van emotie los te komen uit deze raad. Op die golven laat ik me meedrijven. Ik wil niet als enige een afzonderlijk standpunt innemen. Dan wil ik graag aansturen op een unaniem standpunt. Mevrouw DE WAARD (CDA): Ik ben er helemaal stil van, geweldig jongens. Ik ben echt bijna sprakeloos. Ik vind het geweldig. Ik had nog even naar mevrouw Mann, die nu gelukkig meegaat, de opmerking, dat het er echt meer zijn dan 50 a 100. En vorige week ben ik gebeld door een zeer hoogbejaarde mevrouw die vertelde dat haar tweelingzus overleden was. Zij vertelde dat het hele proces van sterven en afscheid nemen van haar zuster door het verblijf in het hospice een gouden randje had gekregen, door alle liefde, warmte en aandacht die er voor haar was. Nou, voor mij krijgt Soest een gouden randje als dit hospice erdoor komt. Ik vind het geweldig. En nog één vraag van de heer Roest is onbeantwoord gebleven en die heb ik toevallig aan de initiatiefgroep gesteld. Meneer Roest zei: komt de 100.000 terug als het mogelijk niet van start gaat. Heer ROEST (D66): Zo strak heb ik het niet gezegd. Ik geneerde me een beetje om het te vragen, maar ik heb het in die bewoordingen gezegd.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 146