Raadsvergadering 24 juni 2004
-39-
Heer LEMMEN (PvdA): Je moet daar wel voor reserveren in mijn ogen. Maar u kunt er anders over
denken.
Mevrouw DE WAART) (CDA): Maar dan moetje wel kunnen reserveren. En dat heeft de afgelopen
jaren niet gekund, en daar kom ik straks nog even op terug.
Heer LEMMEN (PvdA): Dat begrijp ik niet, want daar kun je gewoon een voorstel hiervoor in de raad
doen. En dat is het punt waarom wij toch
Heer CORBEIJ (GGS): Mag ik hier nog even op interrumperen? U zegt dus dat we nu met
terugwerkende kracht moeten reserveren? Dat begrijp ik helemaal niet hoor.
Heer LEMMEN {PvdA): Nee, natuurlijk niet. Dat had eerder gemoeten.
Heer CORBEIJ (GGS): Dat zeg ik dus.
Heer LEMMEN (PvdA): Onbegrijpelijk is in onze ogen dat niet is opgetreden op het moment dat het
wel had gekund en dat ons in ieder geval een gezond financieel beheer was voorgelegd. En wij kunnen
dan dat financieel beheer van het openbaar onderwijs niet goedkeuren en ja, en dan komt de kwestie:
wie moetje daarop aanspreken? Moeten wij onszelf erop aanspreken? Wij hebben natuurlijk ook erbij
gezeten, maar er is altijd iemand verantwoordelijk voor het uitvoeren van het beleid, en dat is denk ik
toch de wethouder Onderwijs. En je kunt daar natuurlijk lang over praten of je daar nou iets mee moet
doen ja of nee. Wij zien op dit moment dat we extra moeten bezuinigen in dit jaar. wat bij een goed
beleid in de afgelopen jaren voorkomen had kunnen worden. We hebben nu gewoon, dat is straks ook
al gezegd, rond het punt van de voorjaarsnota, we moeten extra geld bezuinigen omdat er zulke
tekorten zijn bij het openbaar onderwijs. En dat is de reden waarom wij op een gegeven moment
zeggen: ja, je kunt hier wel over blijven praten en over een paar maanden nog een keertje, maar je kunt
ook ergens een punt zetten waar je zegt: waar staan we? En wie kun je daarop aanspreken? En de
indieners van de motie, en dat is niet alleen de fractie van de Partij van de Arbeid, maar ook fractie
GroenLinks en fractie Soest 2002, die vragen nu de raad uitspraak over het beleid van de wethouder te
doen. En wij hebben het gegoten in een motie van afkeuring over dit beleid en we vragen nu uw
oordeel erover.
Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, zou ik de heer Lemmen nog een vraag mogen stellen naar
aanleiding van zijn betoog? Want hij begint zijn verhaal heel positief, want het openbaar onderwijs
moet verzelfstandigd worden. Vervolgens komt er een financieel plaatje en het beheer deugt niet.
Maar waar gaat u dan het openbaar onderwijs mee verzelfstandigen? Hoe gaat u dat dan doen? Want u
wilt het wel verzelfstandigd hebben, want dat geeft u eigenlijk in uw eerste woorden aan. Dan moet u
toch ook geld meegeven? Dan kan u wel zeggen: ik ben het niet eens met hoe het gegaan is, maar dan
slaat deze motie toch nergens op?
Heer LEMMEN (PvdA): Het gaat bij ons om de omstandigheden die ertoe geleid hebben dat we op dit
moment zijn zoals we zijn. Ik heb niet gezegd: we moeten niet doorgaan met de verzelfstandiging. En
daar zullen ook financiële consequenties aan vastzitten. Natuurlijk. En we zullen er ook niet aan
kunnen ontkomen, dat heb ik straks ook gezegd trouwens, dat je een nieuw bestuur en een nieuwe
school met een goede bruidsschat weer dat avontuur in moet sturen. Dus dat is ons punt niet. Punt is
datje op een gegeven moment wel over beleid dat gevoerd is ook verantwoording kunt laten afleggen
door degene die daar verantwoordelijk voor is. En voor ons speelt het punt, we hebben er natuurlijk al
een aantal keren over gevraagd, en eigenlijk een duidelijk standpunt van de wethouder is er niet op
gekomen, maar ook een duidelijk standpunt van de raad is er niet over gekomen. Nu is vanavond de
gelegenheid om u daarover uit te spreken.
Heer VAN DEN POL (Soest 2002): Ik denk dat we even wat duidelijker een scheiding moeten maken
tussen die verzelfstandiging, dat moet gebeuren, en dat we aan de andere kant praten en dat is eigenlijk
in de motie een beetje teveel verweven, de andere kant is dat de verantwoording over de afgelopen
