T
Raadsvergadering 24 juni 2004
-43 -
is dat het bestuur van het openbaar onderwijs geprofessionaliseerd moet worden, op afstand gezet
moet worden en datje bestuurders moet krijgen die betrokken zijn op het openbaar onderwijs en niet
ook nog allerlei andere dingen aan hun hoofd hebben. Daar ben ik dus heel erg blij mee. En ik denk,
en dat is niet of nauwelijks een verdienste van deze wethouder dat we zover zijn gekomen, dat heeft
heel veel te maken met de mensen die daarachter hebben gezeten, de directies, ook de directie van het
openbaar onderwijs Soest, maar ook de directie die we aangesteld hebben als interim in het
samenwerkingsverband Eemvallei Educatief, die een enorme lap werk hebben verricht, waarvan we
hebben gezien dat ze een heel groot rapport hebben kunnen maken met behulp van accountants om te
laten zien op welke manier het openbaar onderwijs niet weggeschopt wordt, of over de schutting
gegooid wordt, maar op een zorgvuldige manier op afstand wordt gezet en daarbij een behoorlijk
bedrag meekrijgt. Maar wij hebben in een aanpalend gebied, in het Gooi onlangs nog kunnen
meemaken hoe het afloopt bij verzelfstandigingen wanneer gemeentes denken: dat doen we voor een
koopje. Wat dat betreft ben ik heel blij met verhalen die vanavond hier zijn neergelegd.
Minder blij ben ik met de regelmatige aantijgingen, want zo wil ik ze toch wel neerzetten, van met
name de Partij van de Arbeid over het openbaar onderwijs. Men denkt de wethouder van onderwijs
ermee te treffen, en dat doen ze ook zeker in behoorlijke mate. maar wat ze daarbij ook bereiken is dat
het openbaar onderwijs elke keer weer met lelijke koppen in de krant komt in Soest. We zijn vanaf
september 2000, toen er een voorstel lag van drie van de vijf locaties te sluiten in Soest, met elkaar
met open ogen het proces ingegaan waarvan we wisten dat de exploitatie een hele moeilijke zou zijn.
Het voorstel dat toentertijd gedaan is om drie locaties te sluiten was ingegeven omdat men zag dat
reserves en voorzieningen op meeijarentennijn onvoldoende waren om het hoofd boven water te
houden. Toch hebben we met elkaar toen besloten om het openbaar onderwijs niet te gaan saneren
door drie locaties te sluiten, maar een andere weg te kiezen, een weg waarbij we het openbaar
onderwijs in Soest weer een perspectief zouden bieden. Daar hebben we toen met elkaar, en ik denk
dat we daar heel uitgebreid met elkaar over gesproken hebben, het kantoorurenconcept van De Buut
ontwikkeld. Daarvan hebben we toen gezegd: daar willen we ze vijfjaar de tijd voor geven, want dat
kan je niet één, twee jaar doen. Dus we gaan niet kijken naar de exploitatie elk jaar van komt het uit en
hoe zit het met het leerlingenaantal. We hebben gezegd: die school gaan we echt de kans geven. En als
we dan vandaag kijken, dan zien we dus dat De Buut, de school, inderdaad gaat groeien. Dat we in het
openbaar onderwijs 38 meer leerlingen op die school hebben dan dat we verleden jaar hadden. En dat
bewijst dus dat je inderdaad enig geduld moet hebben en dat de kosten ook in dat opzicht vaak voor de
baten uitgaan. En wat dat betreft denk ik ook dat we met elkaar een goed traject hebben gekozen en
dat daar helemaal niets op aan te merken is, buiten het feit dat dat geld heeft gekost. Maar daar waren
we, met z'n allen, ook van op de hoogte. En ik denk dat het niet aangaat om dat alleen de wethouder
van onderwijs aan te wrijven, want dat wisten we gewoon met z'n allen.
Dan over de bedragen die in de motie worden genoemd. Die geven toch wel een heel erg vertekend
beeld. Want die 712.000 die in één keer volgens de heer Lemmen zal moeten worden uitgekeerd,
wordt natuurlijk niet in één keer uitgekeerd. Het gaat om bedragen van dit jaar 126.298 en u heeft
het voorstel liggen, meneer Lemmen, dus u kunt zien hoe dan tot dat bedrag van 500.000 wordt
gegaan, waarvan nog gezegd kan worden dat ook de heer Schumer hier heeft meegedeeld dat het een
maximale bruidsschat is en dat het zal kunnen gebeuren dat per jaar door de accountant wordt gekeken
of de kosten ABB ook gemaakt zijn. Als ze niet gemaakt zijn, wordt dat gewoon naar rato van het
aandeel van de gemeentes weer teruggestort. Dus dat kan alleen nog maar minder worden, zij het dat
ik vind dat als dat nodig is, dat dat dan ook gebruikt zou moeten worden. Maar het kan dus nog minder
worden.
Over het tekort van 209.000 kan ik heel kort zijn. Ik heb indertijd, in december inderdaad de
commissie geconfronteerd met het feit waar ik zelf ook net mee geconfronteerd was, dat er verkeerde
boekingen waren gedaan in de rekening courant tussen het administratiebureau en de afdeling
Financiën van de gemeente Soest. Ik heb daar toen uitleg van gegeven en uiteindelijk is gebleken na
alle saldering, dat het ging om een bedrag van 69.000. Geen cent door iemand in de zak gestoken,
gewoon verkeerd geboekt, en achterhaald en dat is gecorrigeerd binnen die 209.000. Dan is ook
gebleken, en dat heeft te maken met het hele proces dat we gegaan zijn met elkaar, het verbeteren van
het openbaar onderwijs in Soest, dat moest gebeuren in een situatie waarbij de wethouder verdwenen
was, waarbij het hoofd van de afdeling een andere functie gekregen had, waarbij de
beleidsmedewerker ziek thuis zat en waarbij de bovenschoolse directeur die het management voor een