Raadsvergadering 24 juni 2004
- 54
de inkoopfunctionarissen afstemming dienen te hebben met de inkoopcoördinator in plaats van
vrijblijvend contact onderhouden. Als dat waar is, dan ben ik daar blij mee.
VOORZITTER: Dank u wel. Anderen over dit onderwerp? Wethouder Krijger, misschien zowel over
de vraag als over het amendement.
Wethouder KRIJGER: Allereerst over de positie waarom nu aan de orde. Mevrouw Van Roomen gaf
al aan, er is vanavond al gesproken over het inkoopbeleid, maar dan in relatie tot wat moet dat gaan
opbrengen. Daarvoor was de insteek met betrekking tot dit voorstel integriteit, openbaarheid,
transparantie. Mooie termen. Hoe ga je ermee om? Wat in de loop der tijden is bijgekomen, heeft dat
te maken met de structuur van onze organisatie. Waar komt de inkoopfunctie terecht? Uit de laatste
discussie is gebleken dat men er prijs op stelt, en het college kan erin meegaan dat die zo centraal
mogelijk wordt neergezet in de organisatie. Daarbij is gekomen dat het een taakstellende rol gaat
worden. Taakstellend in die zin dat in de nadere informatie die u gekregen heeft is aangegeven voor de
komende driejaar denken wij dat die functie kan gaan leveren een bijdrage van 540.000. Ook is
toegezegd dat het invullen van die functie, wat in september zou moeten kunnen gaan gebeuren ertoe
kan leiden dat bij de voorjaarsnota 2005 voor 2006 zicht gaat ontstaan op de bijdrage op structurele
wijze met betrekking tot de inkoopvoordelen.
Wat betreft het amendement van de heer Roest. Ja, er goochelen allerlei bedragen voorbij. Ik heb het
laatste bedrag gekregen van de raad der Europese gemeenschap welke functie men vindt dat een
decentrale overheid moet gaan hanteren. Ik zou toch willen aansluiten dat die invulling zal gaan
ontstaan als die inkoopfunctie gaat worden ingevuld, hetzij in de eigen dienst, datje iemand hebt die
de structuur neerzet, dat we ons houden aan die centrale bedragen en niet heel veel eigen regels weer
gaan toepassen.
VOORZITTER: De centrale inkoop functionaris en de relatie met de andere inkopers, daar is specifiek
door de heer Roest naar gevraagd.
Wethouder KRIJGER: Dan heeft hij het toch niet goed gelezen, meneer de voorzitter. In de loop van
de acht maanden discussie over inkoop is ooit gedacht dat wij een aantal inkoopfunctionarissen overal
hebben met een coördinator en de omslag in denken is juist geweest dat wij gaan naar een centrale
inkoopfunctie. En dat de rol van die centrale inkoopfunctie kan zijn één functionaris, het kan zijn een
afdeling met bevoegdheden, daar gaat het naar toe. En het invullen van die functie gaan we als de raad
dat wil, in september doen, wordt ook gelijk taakstellend, dat de ingevulde functie op die manier moet
gaan leiden tot een forsere bijdrage dan voorzien met betrekking tot inkoopvoordelen.
Heer ROEST (D66): Ja ik lees niet goed. Volgens mij staat er in 3.1, ik haal het hier even uit de vorige
opmerkingen, bij de algemene regels: inkoopfunctionarissen zijn verplicht contact te onderhouden met
de inkoopfunctionarissen, want daar is die inkoopfunctionaris bij. Dus het staat er wel degelijk. En
mijn stelling is dat dat te vrijblijvend is. En ik vroeg alleen of die steviger positionering van die
inkoopfunctionaris of dat inhield dat die inkoopfunctionaris en de rest van de organisatie met die man
afstemt, dus parafen krijgt. Dat is de vraag. Ik denk niet dat ik zo slecht heb gelezen, maar misschien
dat ik niet helemaal goed ben verstaan, of dat ik het slecht heb uitgelegd.
Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Het is mij niet duidelijk of de heer Roest iets met dat amendement
gaat doen. Komt dat nog aan de orde?
VOORZITTER: Natuurlijk. Daar kunt u commentaar op geven als u dat wenst. Want het is aan de
orde gesteld in de eerste termijn.
Heer MIDDELKOOP (Soest 2002): Ik heb het toen in de commissie toen de heer Roest het voorstelde,
ook al gezegd. Wij steunen dat de aanbestedingen dus veel eerder openbaar dienen te zijn en niet de
bevoegdheid van de directie. Dus wat dat betreft steunen wij het amendement van D66.
Mevrouw MANN (GL): Wij ondersteunen dit voorstel.