-18- Raadsvergadering 22 januari 2004 - 19- Heer VAN GEET (VVD): Voorzitter, bij interruptie. De hele materie over handhaving is natuurlijk overduidelijk. Er is niet voor niets een voorbereidingsgroep geweest die zo'n 13, 14 vergaderingen eraan heeft gewijd om deze kaderstelling te krijgen zoals die op het ogenblik ligt. Eén van de eerste dingen die gedaan is, is onder andere, mevrouw Van Roomen, gesprekken aangaan met het Openbaar Ministerie en met de politie om in ieder geval te zorgen dat de wijkagent niet in zijn taken wordt belemmerd door hem op te dragen dat hij 160 van deze processen verbaal na staandehoudingen moet uitvoeren. Dat is ook de reden geweest dat het is opgenomen in de kaderstelling. Dan kunnen we gaan kijken wat we allemaal moeten gaan doen, of dat nu autogordels zijn of wat dan ook. Er is een hele duidelijke afspraak, niet alleen met de districtchef, maar bovendien wordt dat ook gesteund door de heer Vogelzang van de regio, dat deze dingen gewoon aan de orde zijn. Dat de nodige flexibiliteit wordt betracht. En nogmaals, dan moeten we niet gaan kijken of het nu gaat over autogordels. We moeten helemaal niet praten over oom agent, want daar ben ik niet zo geporteerd van, want dat is hij helemaal niet. Maar dat er een bepaald gezag moet zijn, en dat er bepaalde handhaving moet zijn, dat is voor mij, en dat was voor de voorbereidingsgroep overduidelijk. Dank u zeer. VOORZITTER: Dit naar aanleiding van de discussie over de motie. Maar de ronde is nog niet gecompleteerd. Want nog niet alle fracties hebben kunnen reageren op het onderwerp dat aan de orde is. Ik wil nu de heer Lemmen het woord geven. Heer LEMMEN (PvdA): Voorzitter, ik zou graag weer terug willen naar in ieder geval een reactie op de motie. Wat ons echt aanspreekt is dat toch heel sterk naar voren wordt gebracht: de wijkagent duidelijk aan een wijk ook binden en dan is het heel belangrijk, dat staat ook in de kaderstelling, dat dan een goed overleg is in de preventieve fase vooral, met andere instanties. Dan zal het effect van handhaving veel hoger kunnen zijn dan wanneer alles naast elkaar gaat werken en dat de geweldige mogelijkheden, ook van bijvoorbeeld welzijnswerk, maar ook van de scholen, en ga zo maar door, niet goed ingezet worden. Juist omdat de vorige keer ook bij de bespreking is uitgesproken, ik dacht bijna raadsbreed, dat we zouden moeten gaan focussen op de wijk, lijkt het mij heel goed om ook daar de handhaving te versterken. En ik kan me heel goed vinden in de motie van CDA, die zegt: leg niet op één aspect daar zo zwaar de nadruk, maar doe dat in die keten, zodat het in die wijk goed komt. Kortom, wij zullen de motie steunen. Mevrouw MANN (GL): Voorzitter, de heer Van Geet heeft natuurlijk gelijk dat het allemaal opgenomen is in de kaderstelling. Dat is wel zo, maar het aardige van motie vinden wij toch dat er een signaal vanuit gaat. En daarom staan wij toch achter de motie. Heer VAN VUUREN (CU/SGP): Voorzitter, eerst ten aanzien van de kaderstelling zelf. In de commissie is daar uitvoerig aandacht aan besteed. Zelf heb ik daarin aangegeven dat mijn indruk, en dan gaat het vooral over het hele verhaal voorafgaand aan de kaderstellingen zelf, dat er in een aantal gevallen een te grote nadruk wordt gelegd op de subjectieve gevoelens van de burger. Allerlei andere opmerkingen van andere fracties hebben verder naar mijn indruk toch niet geleid tot een bijstelling van de notitie. En dan eindigen we met een aantal kaderstellingen die in veel gevallen nog een nadere invulling moeten krijgen omdat gevraagd wordt om een notitie, kom op een bepaald moment met wat voorstellen. Er zit toch zoveel open eind in en in ieder geval geen duidelijke kaders, wat er bij nader tijdstip moet komen. Ik ben eigenlijk toch benieuwd of het college in staat is de gevraagde notities en nadere invulling van de kaders om daar met voorstellen naar ons te komen, zodat wij tot een echte kaderstelling kunnen komen. Ten aanzien van de motie. Ik zal deze motie niet steunen. Ik vind dat als er een convenant is tussen de minister van Binnenlandse Zaken en de politieregio's, dat dat afspraken zijn die op een ander niveau liggen dan waar wij invloed op hebben en dan ga ik me niet bemoeien met de precieze functie indeling, functiebeschrijving, taakomschrijving van de politieagent. Ik vind dat dat een niveau is waar we helemaal geen invloed op kunnen uitoefenen, dus ik steun deze motie niet. Heer ROEST (D66): In de commissie was de discussie een beetje net zoals nu, wat chaotisch, en die heeft inderdaad niet geleid tot concrete wijzigingen, bijstellingen had de heer Van Vuuren het over, ik was een beetje teleurgesteld eigenlijk, er dus geen enkele verandering ook. Ik ga daar verder niet op

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2004 | | pagina 20