-26
eid
ie
1
t
zo
jk.
er
:n
als
:op
er is
n
1.
e
een
en,
at je
zelf
ft
voor
1
dies
wat
Ik
•e
ilke
ioit
dat
eel
i, u
Raadsvergadering 2 november 2004 (begrotingsraad) - 27 -
mag het zeggen. We hebben vrije meningsuiting hoog in het vaandel. Nu draai ik het toch even naar
een wat luchtiger toon, want dat moet ook wel eens gebeuren.
Mevrouw MANN (GL): Mag ik even reageren?
Wethouder KRIJGER: Nee, ik ben nog niet klaar. Nu mag ik even uitpraten hè. Want als u dan niet
naar ons komt, dan komen wij wel naar u toe. Dat leg ik u uit. In uw huis, met uw eigen cultuur, hoe
het in elkaar zit. Dan leg ik ook nog een keer uit, of een medewerker legt het een keer uit, die is
onbevangen, hoeft nooit herkozen te worden, is gewoon benoemd, kan met veel onafhankelijkheid
uitleggen waar staat waar onze risico's worden neergelegd. Wij hebben een risicoparagraaf. Daar staan
risico's in, en wat zijn die risico's? Die risico's zijn heel miniem. Want Soest kan zich al jaren niet
meer de luxe veroorloven van meer dan drie wethouders, zal zich niet de luxe veroorloven van
wethouders die twintig jaar zitten, want die komen helemaal toe aan opbouw van een pensioen van
zoveel miljoen. Dat zal Soest niet meer meemaken. En uw eigen voorbeeld geeft aan: stel nou dat
minister De Graaf en anderen het voor elkaar zouden krijgen dat in 2006 burgemeesters gekozen gaan
worden, dan hebben wij op dat moment, met wij bedoel ik iedereen, politiek verantwoordelijk in Soest
de rol, of opdracht al dan niet met VNG om te kijken wat dat voor consequenties heeft,
arbeidsrechtelijk voor die burgemeester en voor die door hem voor te dragen wethouders. En daarvoor
zijn een aantal raadsleden, een aantal wethouders, burgemeesters, niet duaal, maar gewoon totaal naar
Den Haag gegaan om aan te geven wat het kabinetsbeleid, ik heb het niet over Sociale Zaken, om aan
te geven dat men bepaalde zaken te snel doordramt, teveel doordrijft, en ons als gemeenten opzadelt
met problemen. Ik vind dat ik dat even moest zeggen, want die opmerking vond ik echt heel
onplezierig.
Geeft aan dat de zakelijkheid gewoon de overhand heeft. Wij zullen u dus nog steeds op dat A-viertje
precies aangeven wat het betekent in een gemeente van bijna 45.000 mensen wat die drie wethouders
doen. Eén persoonlijke opmerking, ik maak hem nog even af die zin, voor mijn pensioen hoeft Soest
niet veel te doen hoor, ik heb hem al lang opgebouwd. Ik doe gewoon het werk omdat ik het leuk vind.
En ik streef naar integriteit en ik mag hopen dat iedereen die betrokkenheid die het raadswerk en ook
dit werk met zich mee moét brengen om het vol te houden, om het zo te doen. Nu mag u als u wilt
reageren.
Mevrouw MANN (GL): Wethouder, ik word altijd juist een beetje vrolijk als de wethouder een beetje
boos begint te reageren. Dat is heel vervelend voor u, maar ik ben daar totaal niet van onder de indruk.
Ik vind ook eerlijk gezegd dat u ontzettend overdrijft. Ik vmd echt dat ik hier het recht heb om te
zeggen, en dat is gewoon helemaal niet persoonlijk bedoeld, het is gewoon een politieke opvatting, en
u zegt ook, wij mogen allemaal onze eigen ideeën hebben, dat is juist mooi natuurlijk in ons
democratisch land, mijn persoonlijke idee is dat ik als raadslid zoveel mogelijk uit, buiten de cultuur
van hier in het huis moet zijn. Dat ik het moet proberen te doen met de stukken zoals iedere inwoner
van Soest als het ware met de stukken in de hand een beetje moet gaan vinden hoe het in Soest in
elkaar steekt. Ik vind dat gewoon heel redelijk. Daar is helemaal niets hatelijks mee bedoeld. Ik denk
dat ik alle ambtenaren en alle wethouders bijzonder aardig vind. Ik gun ook iedereen een hele goede
regeling als u straks misschien door omstandigheden geen wethouder meer zou zijn. Ik vind dus dat u
eigenlijk mij in een hoek zet, waar u mij helemaal niet mag zetten. Want ik heb gewoon een serieuze
opvatting over hoe ik politiek wil bedrijven. En dat wil ik absoluut niet doen door aan te schuiven bij
de ambtenaar en te zeggen: legt u mij dat eens uit.
Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Voorzitter, bij interruptie. Mevrouw Mann, u zegt: 'iedereen heeft
het recht om te zeggen wat die vindt', en nu bent u geraakt. Maar de wethouder heeft denk ik ook het
recht om te zeggen wat zijn opvatting erover is. Dus dat is over en weer. En dan kunt u dat nou op
deze manier verwoorden, maar ik denk dat beiden het volste recht hebben om te zeggen wat er is. En u
heeft uw mening en de wethouder de zijne. En dan vmd ik die reactie ook niet juist daarin passen.
Mevrouw MANN (GL): Ik hou er maar mee op. Ik vind er is veel vuurwerk van de wethouder, ik zie
dat altijd, ik herken dat ook altijd wel van: mevrouw Mann, we zullen u nou eens even laten zien dat u
i de