Raadsvergadering 22 januari 2004 - 6 - p
Rijk betreft, omdat het Rijk het jaar 2002 heeft genomen als ijkjaar, om te bepalen hoeveel de w
provincies krijgen. En het blijkt dat de provincies die het beste gepresteerd hebben op het gebied van b
openbaar vervoer daardoor meer geld krijgen dan andere provincies. Dus wat dat betreft heeft de v
provincie Utrecht een reëel probleem op dit moment met de financiering van dit soort openbaar- v<
vervoersvoorzieningen. U geeft aan dat hotels, een aantal commerciële instellingen er belang bij
hebben dat de voorziening in stand blijft. Dat zijn dingen die wij ook mee zullen nemen in ons overleg Ci
dat we zullen hebben in het vervolg met de Provincie over deze problematiek en ik denk dat het, g;
richting mevrouw Huberts, verstandig is dat op het moment dat er enige vooruitgang is en enig inzicht c<
is over hoe de ontwikkeling verder gaat richting de treintaxi, dat ik daar in de commissie RVM verslag bi
van zal doen en zal horen wat uw opvattingen daarover zijn. Dank u wel. d
VOORZITTER: Is daarmee het punt voldoende behandeld? Dan tikken we dat netjes af, en dan komen
we bij het volgende punt. Dat is de herinrichting winkelgebied Van Weedestraat, en ik geef te
gelegenheid aan de fractie van de Partij van de Arbeid de vragen zonodig van een toelichting te g(
voorzien. 2.
u\
Heer LEMMEN (PvdA): Voorzitter, alleen het betaald parkeren, dat zou iets te smal zijn. Wij hebben fc,
het uitgebreid tot herinrichting van het winkelgebied Van Weedestraat. We vinden het teleurstellend A
dat op het terrein van de verkeersdoorstroming zo weinig initiatieven door de gemeente ontplooid h<
worden. De magere oogst van het debat vorig jaar juli dreigt nu wat de Van Weedestraat betreft, ook H
nog verder te verpieteren. Na een halfjaar hadden we toch een overtuigender optreden van het college h;
mogen verwachten en wat ons uit de pers en contacten die we de laatste dagen hebben gehad heeft w
bereikt over de recente bijeenkomst van 8 januari is dunkt ons een toch vrij schamele vertoning. En G
graag willen we dan ook van het college horen hoe het nu werkelijk zit met de plannen voor de Van d<
Weedestraat. Bovendien vragen wij ons, met het Hoofdwegenkwartet af, of er over een week een te
volwaardig plan ligt dat na bespreking in de werkgroep ook rijp is voor de inspraak. Wij gaan ervan w
uit dat de raad en het college een gedegen aanpak van het leefklimaat van de Van Weedestraat voor dt
ogen hebben en volgens ons dringt de tijd om van de hoofdwinkelstraat ook een levendig hart te 3.
maken. En daarom willen wij ook een duidelijk antwoord op de volgende zes vragen. Ik zal ze ook A
maar voorlezen, omdat niet iedereen ze voor zich heeft. ui
1Waarom heeft het college, of de verantwoordelijke afdeling zo lang gewacht om met betrokkenen di
in gesprek te treden over uitwerkingsplannen? zc
2. Waarom zijn geen andere inwoners van Soest dande winkeliers en omwonenden betrokken bij de ht
uitwerking, terwijl, zoals het Hoofdwegenkwartet terecht stelt de raad en het college bij de eerdere gt
fase een integrale aanpak met betrokkenheid van de totale Soester samenleving hebben 4.
voorgestaan. dc
3. Kunt u ons nader informeren over de plannen die u aan de bewoners op 8 januari hebt voorgelegd? A
4. Kunt u bevestigen dat u ook een plan hebt voorgelegd om betaald parkeren in te voeren en dat u or
dat plan, althans volgens bericht in de Gooi en Eemlander, na enkele dagen weer hebt pr
ingetrokken? fe
5. Als het schetsplan definitief of al dan niet definitief volgens de eigen planning al op 29 januari he
gereed moet zijn, hoe denkt u dan een zorgvuldig en kwalitatief volwaardig plan te kunnen dc
aanbieden voor de inspraakprocedure die half februari gaat starten? ve
6. Acht u het met ons zinvol eerst in de raadscommissie RVM uw visie te bespreken alvorens de ge
inspraakperiode te starten? En dan doel ik met name op de vergadering van 10 februari. pa
Dat waren mijn vragen. sc
5.
VOORZITTER: Dank u wel. Het woord is aan wethouder Witte, wethouder Verkeer. nu
in.
Wethouder WITTE: Voorzitter, vraag 1, ik herhaal hem nog maar even, waarom heeft het college, of bi
de verantwoordelijke afdeling zo lang gewacht om met betrokkenen in gesprek te treden over de ef
uitwerkingsplannen? Antwoord: Het krediet van de uitwerking van de plannen Hoofdwegenstructuur ee
is verleend door de raad in de vergadering van oktober 2003. Voor die tijd konden er geen w;
werkzaamheden verricht worden. In een tijdens diezelfde vergadering door de raad geaccordeerd plan mi
van aanpak stond dit als zodanig aangegeven. De oorspronkelijke overlegdatum met belanghebbenden ve
hi
