Raadsvergadering 22 januari 2004 8 - p
6. Acht u het met ons zinvol eerst in de raadscommissie RVM uw visie te bespreken alvorens de w
inspraakperiode te starten?
Antwoord: Als de commissie RVM graag vooraf aan de inspraakprocedure de visie van het college wil
bespreken, dan kan dat. Maar dat zou dan voor alle zes projecten van de uitwerking
hoofdwegenstructuur dienen te gelden. In feite wordt in de oorspronkelijke planning zoals aangegeven
in het door de raad in oktober geaccordeerde plan van aanpak een extra fase tussengevoegd. Dit
betekent dan wel dat er een nieuwe planning zal moeten komen welke voorbij het door de raad
aangegeven behandeltijdstip zal reiken, namelijk de Voorjaarsnota.
F
VOORZITTER: Tot zover uw eerste reactie. Ik ga allereerst terug naar de heer Lemmen. Geeft het u
aanleiding tot een tweede reactie? En dan is er gelegenheid voor andere leden van de raad.
Heer LEMMEN (PvdA): Bedankt voor het uitvoerige antwoord. Ik denk dat het in ieder geval op een
aantal punten wat verduidelijking heeft gegeven na de publiciteit die erover is ontstaan, een beetje de y
reuring die is gekomen. Wel nog een paar aanvullende vragen. Ik heb het toch goed dat in ieder geval
zwart op wit staat dat de inspraakperiode half februari zou beginnen. En daar heb ik de heer Witte
niets over horen zeggen. Nog sterker, hij heeft gezegd, 29 januari dan gaan we bespreken en dan
zullen we kijken wanneer alles eraan komt. Lijkt mij dat dan de voorbereiding tot naar de
Voorjaarsnota als dat gaat schuiven, toch wel moeilijker gaat worden. En de hoofdstelling van de
vragen die ik hier heb gesteld is ook: we zitten in een knelsituatie. Als u echt die planning aan wil k,
houden, half februari wil beginnen met inspraakprocedure, en u hebt eigenlijk nog geen uitgewerkte 0
plannen, dan vraag ik mij af wat u de burgers gaat voorleggen. Dat is eigenlijk denk ik wel bijna de bt
kern van waar ik nog wat meer duidelijkheid over wil hebben. Ik heb begrepen ook van u dat in ieder
geval wat betreft het betaald parkeren de winkeliersvereniging mordicus tegen is om het nu zo in te v,
voeren en dat het college niet onwelwillend daar tegenover staat. En u hebt erbij gezegd dat u het ook
nog wilt voorleggen aan de raad. Is het dan niet een goede gedachte om juist het te kunnen bespreken y
in de raadscommissie RVM voorafgaande aan de inspraakprocedure om dat eens even te sonderen, n(
onder andere dit punt te sonderen bij de raad?
V
VOORZITTER: Dank u wel. Andere leden van de raad? m
w
Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter, in reactie op het antwoord van de wethouder, hij heeft SL
helemaal gelijk als hij zegt: als we iets van ons tijdschema afwijken, een weekje of zo, dan moet u
daar niet over zeuren. Maar twee maanden op de hele termijn die beschikbaar was voor dit traject is js
toch wel heel erg veel. En ik denk dat het heel goed is dat daar waar we kaders stellen en ook w
aangeven als raad dat het zorgvuldig moet gebeuren, dat die zorgvuldigheid niet in het geding moet ge
komen. En als we als raad signalen krijgen vanuit de bevolking van betrokken burgers die zich met dit
onderwerp bezighouden, dat ze aangeven: wij twijfelen aan die zorgvuldigheid en wij vinden het 01
tijdpad te krap en hoe komt het nou dat we in zo korte tijd onze ideeën moeten lanceren, dan denk ik pt
dat het heel terecht is, wanneer het college in een soort voortgangsrapportage aan de raad meldt wat de or
gang van zaken is en ook even aangeeft of we op schema liggen en of ook de burgers het gevoel uj
krijgen dat ze goed gehoord worden en dat er gewoon zorgvuldig met hun ideeën omgegaan wordt. ]0
Dat is waar mensen om vragen. En ik denk dat het ook een recht is van de raad dat ze op een gegeven za
moment goed geïnformeerd worden, actief door het college, daar waar er een vertraging optreedt. Ik m
zou me kunnen voorstellen dat u voor RVM een voortgangsrapportage neerlegt waarin u ook aangeeft
welke antwoorden u gegeven hebt op de brief van 11 januari van de mensen van het jn
Hoofdwegenkwartet. in
or
Heer ROEST (D66): Voorzitter, zoals bekend hechten wij ook aan goede plannen, met een draagvlak, de
waarbij betrokkenen worden geraadpleegd. Dus bij ons bracht dit ook enige onrust. Ik kan me heel th
goed voorstellen dat er tegenvallers zijn op de afdeling, waardoor besluiten niet in het tempo kunnen tu
worden afgehandeld dat je oorspronkelijk beoogt. Er zijn twee mogelijkheden. Punt 1, dat het college, jy
en dan moeten we toch eikaars spelregels erkennen, zegt: raad, wij hebben een opdracht, maar dit gaat vc
niet, wij komen naar u terug. Nou is de rapportage in december geweest, maar dit is een nieuwe je
situatie. Ik denk dat in zo'n gelegenheid het college naar de raad zou moeten gaan en zeggen van: dit 0f
bi