Woningbureau r. muil Behandelen alle Bann en Eifectenzahen. H.A.HAK - BAARN Laanstraat 71, Baarn LA PORTE Co. UitgaveG. J. SMIT, v. Weedestraat 35, Soestdijk - Telefoon 181 Bureau te Baarn: VAN DE VEN's Boekhandel - Telefoon 139 D. F. VOIGT ALLE BOUWMATERIALEN Steenhofstraat5, TelefoonS45 Bouwcrediet beschikbaar. Voor Uw Leder en Fournituren P. C. W. Foeken, Manufacturen, v.Weedestr. 34-34a,Tel. 23 HEEREN MODEARTIKELEN Se Jaargang No. 20 Gecontroleerde oplaag te samen 6500 exemplaren. Vrijdag 21 Mol 1926 SOESfflt rtlBJWSBLAD Redactie-Adres te SoestC. F. W. RIETVELD, Emmalaan 7, Soestdijk Redactie-Adres te Baarn: J. DIJXHOORN, Veldheimweg 48 Adres te Soesterberg C. J. VAN DAM, Rademakerstraat 15. De Christelijke bladen het „Soester Nieuwsblad" en „De Baarnscbe Koerier" worden steeds gratis huis aan huis bezorgd te Baarn, Soest, Soestdijk, Soester berg, Soestduinen en Lage en Hooge Vuursche. Advertenties voor elk der bladen van 1-5 regels f 1.00. Elke regel meer f 0.20 Drogist. Gediplomeerd Opticien. BURGEM. GROTHESTRAAT 28 - Soestdijk 2PF" Eerste Soester Electriscbe Brillenslijperij. GROOTE SORTEERING FOTO-ARTIKELEN wetenschappelijke film, zei hij: „de rest had ons, wat mij betreft, bespaard kunnen blij. ven". Intusschen kwam ook de heer Polak, al achtte hij de bioscoop als amusementsmid. del „een niet onbedenkelijk verschijnsel", bij zijn bestrijding van het wetsontwerp en van de keuring tot een opgewonden uiting als deze: „Als de commissie zegt: deze film Het schandaal der Oostenrijksche Kroonjuweelen. De Oostenrijksche Keizerskroon, zooals die er vroeger uitgezien heeft. Meer dan 2000 karaat van de zuiverste diamanten, ter waarde van circa 3.000.000 goudfrancs, waren erin gevat. Toen Keizer Karei naar Madeira moest vertrekken, werd er een gedeelte der steenen gestolen, een ander ge deelte voor slechts 300.000 papierfrancs verkocht. BINNENLAND De bioscoopwet in de Eer ste Kamer. Chr. Nat. Zen- dingsfeest. Huurkoop en Ze gelwet. Nederlandsch-Bel- gisch verdrag. De behandeling van het ontwerp bioscoop wet in de Eerste Kamer is aanleiding ge worden van een principieel debat over de beteekenis van de bioscoop, zoowel uit een oogpunt van Kunst als van Zedelijkheid. En het moet gezegd, er is voor beide hoe danigheden weinig goeds gezegd kunnen worden. - Integendeel, ook de heeren van de linker zijde en met name de heer Polak moest het erkennen, dat nóch de kunst, nóch de zede lijkheid door de tegenwoordige filmvertoo- ningen gebaat worden. Het is dan ook niet te veel gezegd, dat de geheele actie tegen het ontwerp, die ten slotte op een zuivere stemming rechts tegen links uitliep, niet anders is geweest als een opgeschroefde propaganda voor wat men aan die zijde vrijheid gelieft te noemen. Een vrij heid, die de deur open zet voor de steeds meer om zich heengrijpende verwording der zeden. Verschillende sprekers van rechts hebben dan ook met groote stelligheid het goed recht van het wetsontwerp en daarin vastge legde filmkeuring verdedigd en met name Mr. Briët, den Leidschen A.R. senator heeft in een uitnemende rede de holligheid van de oppositie aan de kaak gesteld. In een analyse, die de aandacht waard is, stelde Mr. Briët in het licht, dat de film niet als kunstuiting kan worden beschouwd. Voor de techniek en het vernuft, die in de film hun triomf vieren, had ook Mr. Briët bewon dering, en de waarde van de film als ont spanningsmiddel ontkende hij niet. Maar m tegenstelling met de fijnheid, die tot het wezen van de kunst en van den kunstenaar behoort, is aan de film een element van ver groving verbonden, dat van echte kunst vèr verwijderd is. Eigenlijk stemt ook de heer Polak dit toe. Misschien gaat deze zelfs nog verder, want, met waardeering voor de paedagogische en DE STUGGE „Hindert het u, mijnheer, dat de kame raads geen goed van me spreken?". Och me neer, dat is zooals u het opnemen wil, mis schien hebben ze gelijk, misschien ook niet, misschien is m'n geslotenheid iets anders dan afkeer de eene mensch kan zoo moeilijk de andere beoordeelen ieder heeft zoo zijn dinsigheden. Eenig hoofdschudden volg de gedachten schenen zich achter dit somber toch niet afstootend gelaat te verdringen en ten slotte, met een zucht, die weemoed en berusting vertolkte, kwam het slotwoord: „U moet niet alles gelooven wat gezegd wordt, het is waar, ik ga eenzaam door H leven meneer, maarneen ik kan er niets meer over zeggen". Met bevreemding bleef ik naar den spre ker staren, ook toen hij met stille groet mij verlaten had. Het was een puzzle. De rapporten over hem luiden niet onverdeeld gunstig. Sober, erg op z'n eigen, voor nie mand praats, een stille, stiekum, één die het achter de mouw heeft, dit waren de uitdruk kingen, die ik opving en die ik op mijn vra gen van verschillende zijden ontving. Ge tapt, dit bleek al aanstonds, was hij in zijn omgeving op de fabriek, niet. Maar daaren tegen was ook niets bepaalds ongunstigs hem ten laste gelegd. Zijn werk gaf geen reden tot klagen en morreel was niet het minste op hem aan te merken. Een van die menschen, die eenzaam door het leven gaan, verstild door veel onbekend leed, of wien het leven vragen stelt wier beantwoording hun moeilijk valt, dat was mijn eind-indruk en ik besloot deze zwijgende man met be langstelling te observeeren. SCHOOLSTRAAT 7. Magazijnen: Eemstr. 14 - Schoolste. 39 TEL. 213 mag niet vertoond worden, dan is het af- geloopen. Dit is censuur. En is eenmaal dit beginsel aanvaard, dan mag men, ondanks alle geruststellende verklaringen van den Mi nister, v.agen: Waar gaau wij hetn? Dan is het hek van den dam en is de baan operr voor alle mogelijke verdere toepassingen van hetzelfde beginsel. Dan mag iedereen, wien vrijheid van gedachtenuiting, van kunst, van geestelijke vrijheid in vollen omvang ter harte gaan, zich met angst afvragen: op wel ken weg bevinden wij ons? Waarheen zal het op den duur met ons hoogste zedelijke goed in Nederland gaan?" Volkomen terecht spotte Mr. Briët met een dergelijke oppositie: „Acht de linkerzijde het in overeenstemming met haar waardigheid om, waar een wet voor ons ligt, die niet de film wil verbieden, maar deze in behoorlijke banen wil leiden of liever houden zul ke groote woorden te gebruiken als „scherpe beginselstrijd", „groote vragen van cen suur", „levensvragen", „geestelijke vrijheid"? Zullen de ernstige vrijzinnigen onder wie zeer velen zijn met fijnen smaak en verfijnd kunstgevoel, niet lachen oih de groote woor den van „principieele tegenstelling", omdat de grove onartistieke filmvertooningen wor den gecontroleerd, en dat nog wel alleen op zedelijkheid en strijd met de openbare orde". De linkerzijde neemt gaarne de pose aan van de aangewezen verdedigster van de gees telijke vrijheid in Nederland te zijn. Zij krijgt intusschen geen kans als zoodanig op te tre den, daar de vrijheid in ons land niet be dreigt wordt, en zeker niet door de rechter zijde. Links gaat men nu gelegenheid zoe ken om zijn liefde voor de vrijheid te de- monstreeren. De Bioscoopwet echter was wel een bijzonder ongeschikte gelegenheid om in die rol op te treden. Eerst kort geleden was ik in de weverij, na den dood mijns vaders gekomen. Het was overeenkomstig mijn wenschen hier als patroon op te treden, want dit strookte ik met de familie-traditie en al had ik het tijd stip van zelfstandig optreden wat later ge- wenscht, de dood mijns vaders liet geen uitstel toe en bracht mij uit de afgetrokken heid der studie plotseling in de werkelijk heid van het drukke leven der industrie. Daarbij, ik was een kind van mijn tijd. De sociale kwestie had ons jonge studenten op de technische hoogeschool reeds spoedig geboeid. Voor velen onzer, en dit waren in hoofdzaak de jonge mannen, die straks zelf standig hadden op te treden, waren de maat schappelijke vraagstukken even belangrijk als de wetenschappelijk-technische problemen en daar *in onze familie altijd een goede ver houding met onze arbeiders had geheerscht, was het mijn wensch en spoedig mijn werk, de mannen met wien ik te arbeiden had, persoonlijk goed te kennen en door obser vatie en analyse te onderkennen. Ik liet dan ook geen gelegenheid voorbij gaan om met mijne mannen en de vrouwen, die in onze weverij talrijk waren te spreken; gaf acht op hun oordeel en gedraging en dit verschafte mij veel kennis omtrent de zielsgesteldheid van den mensch en aan dit optreden dank ik het, dat vele conflicten vermeden werden en onze fabriek bij werk nemer en socioloog gunstig bekend stond. Om tot den man in kwestie terug te kee- ren. Wat ik uit gesprekken van mannen en vrrouwen vernam omtrent Jan Poorter, ge tuigde van een algemeenen afkeer. Hij hield zich stug ter zijde en dit werd beantwoord met een algemeen negeeren van zijn per- Makelaar - Taxateur Bij het station Soestdijk Verzekeringen Brand, Inbraak etc. Belast zich met aan- en verkoop van Villa's, Landhuizen, Winkelhuizen, Bouwterreinen en vaste goederen KERKBERICHTEN SOEST Ned. Herv. Kerk. Eerste Pinksterdag. Voorm. 10.30 uur (Kerk), Ds. E. v. Meer, van Wageningen. Nam. 6 uur (Kerk), Ds. K. W. Vethake, van Utrecht. Voorm. 10 uur (Rembrandtzaal), Ds. K. W. Vethake, van Utrecht. Nam. 6 uur geen dienst. Voorm. 10 uur (Chr. School Hees), Ds. D. P. Brans. Tweede Pinksterdag. Voorm. 10 uur (Kerk), Ds. B. Batelaan, van Utrecht. Voorm. 10.30 uur (Rembrandtzaal), Ds. K. den Hollander, van Amersfoort. Geref. Kerk. Kerkgebouw Julianastraat Eerste Pinksterdag. Voorm. 10 uur Dr. J. Hoek. Nam. 6 uur Ds. B. Alkema. Tweede Pinksterdag. Voorm. 10 uur Ds. J. G. Meijnen, van Baarn. Nam. 6 uur geen dienst. Kerkgebouw Soesterbergschestraat. Eerste Pinksterdag. Voorm. 10 uur Ds. B. Alkema. Nam. 6 uur Dr. J. Hoek. Roomsch Katholieke Kerk Parochie St. Petrus en Paulus Eerste en tweede Pinksterdag. Voorm. 7 en 9 uur H. Mis en te 10,30 uui Hoogmis. Parochie Maria Onbevl Ontv. Eerste en tweede Pinksterdag. Voorm. 7.30 uur H. Mis en te 10 uur Hoogmis. Chr. Geref. Kerk. Eerste Pinksterdag. Voorm. 10 en nam. 5.30 uur Godsdienst oefening. Tweede Pinksterdag geen dienst. Vereeniging van Vrijz. Godsdienstigen. Gebouw Religie en Kunst, Rembrandtlaan. Eerste Pinksterdag. Voorm. 10.30 uur Ds. W. Mackenzie, van Amsterdam. Viool-solo. Collecte voor Godsdienstonderwijs Geref. Gemeente Rembrandtzaal. Donderdagavond 7 uur Ds. Roelofsen, van Zeist. SOESTERBERG Ned. Herv. Kerk. Geen opgave. BAARN Ned. Herv. Kerk. Eerste Pinksterdag. Voorm. 10 uur Ds. A. Adriani. Nam. 6 uur Ds. Remme, van Amsterdam. Tweede Pinksterdag. Voorm. 10 uur Ds. Remme, van A'dam. Vereeniging „Calvijn", Tromplaan. Eerste Pinksterdag. Voorm. 10 uur Ds. Remme, van A'dam. Geref. Kerk (Oude Utrechtscheweg). Voorm. 10 uur en nam. 6 uur Ds. J. G. Meijnen. Tweede Pinksterdag. 'Voorm. 10 uur Ds. B. Alkema, van Soest. Roomsch Katholieke Kerk. Eerste en tweede Pinksterdag. Voorm. 7 en 8.30 uur H. Mis en te 10 uur Hoogmis. In de week de H. Missen te 7 en Chr. Geref. Kerk (Nassaulaan). Voorm. 10 en nam. 6 uur Ds. K. Groen. Tweede Pinksterdag. Voorm. 10 uur Ds. K. Groen. Protestanten Bond. Eerste Pinksterdag. Voorm. 10.30 uur J. v. d. Berg, van Tiel. Ned. Luthersch Genootschap voor In- en Uitwendige Zending, afdeeling Baarn. Tweede Pinksterdag. Voorm. 10.30 uur, Gebouw Eemstraat 10, Ds. P. Groote, van Amsterdam. Doopsbe- diening. "Extra collecte voor de Uitwendige Zending van het Ned. Luth. Genootschap. Doopsgezinde Gemeente. Tweede Pinksterdag. Voorm. 10.30 uur Ds. F. Kuiper, van Amersfoort. Leger des Heils. (De Wetstraat 25). Voorm. 7 uur dankstond, voorm. 10 uur heijigingsmeeting. Nam. 3.30 uur openluchtmeeting aan de Grapte Kom. ^m. 8 uur verlossingssamenkomst, ^oensdagavond 8 uur, openbare samen- Donderdagavond 8 uur heiligingsmeeting. Allen geleid door Ensigne van Oudheusden en luitenante van Leeuwen. LAGE VUURSCHE Ned. Herv. Kerk. Voorm. 9.30 uur Ds. Gunning. Nam. 6 uur geen dienst. Wat er nu van de Oostenrijksche Keizerskroon over is. Het in elkaar gevallen mon tuur van verguld zilver. Een vroegere adjudant van Keizer Karei zou indertijd met een Parijsch juwelier over den verkoop der juweelen onderhandeld hebben. Ook de „ge stolen" juweelen moeten door de zorgen van denzelfden handelaar verkocht zijn. Naar verluidt zou ex-Keizerin Zita den juwelier thans gerechtelijk laten vervolgen. soon door zijne omgeving. Derhalve nam ik mij voor Poorter daar eens ernstig over te onderhouden. In de woorden waarmede dit verhaal aanvangt, gaf hij zoo ongeveer, in afgebroken zinnen zijn gevoelens te kennen. De uitslag was, zoo als ge reeds hebt kunnen constateeren, niet bevredigend; vandaar dat ik besloot hem niet uit het oog te verliezen, want het mensche- Iijk gemoed is vaak fijn besnaard waar een onaantrekkelijk uiterlijk afschrikken doet. Ik was jong, meende veel te kunnen, had mijn idealen en aan de steen der werkelijk heid had ik mij nog maar weinig gestoten. De tact, die het juiste midden aan de hand doet en het juiste woord doet spreken, was mij nog vreemd. Althans, ik vrees, dat ik kwam met heesche stem de bekentenis, den volgenden dag wat onbevoorbereid be gon met mijn: „Jan, ik hoop, dat je aan mijn woorden geen verkeerde bedoelingen zult toeschrijven, te klagen heb ik niet over je, de opzichter vertelde me gisteren nog, dat je tot de ijverigste en bekwaamste we vers behoort, alleen ik zou je vertrouwen graag winnen en medewerken, dat ook jij hier goed behandeld wordt. Nu merkte ik dezer dagen, dat je ongezind zijt bij de an dere kameraden je aan te sluiten, ja, die zelfs mijdt. Het spijt me voor je, dat te hoo- ren, maar misschien heb je voor deze han delwijze je gegronde reden. Kun je me hier over niet wat meer vertellen?" Het succes was niet groot. Zijn afwezige blik rustte een oogenblik op mij, wil om te spreken scheen met een aangeboren of aan gewende geslotenheid te strijden, eindelijk „Dank je, meneer, als je niet zoo goedhar tig er uitzag, had je dat zeker niet gemerkt, je hebt het niet mis, meneer 'k heb reden voor mezelf, die 'k liefst voor me hou me neer, als ze eens wisten wat ik soms denk en wat er bij me omgaat, dan zouden ze 't schimpen wel laten". Een diepe zucht volgde en na eenigen tijd van nadenken klonk het dof: „Misschien zal er eens een tijd komen, dat stugge Jan z'n eigen geschiedenis gaat vertellen, hoewel ik denk, dat die tijd nooit komen zal". Er was dus een kleine opening gekomen en daar hij moedeloos het hoofd bleef schudden, liet ik er hem opbeurend op vol- men: „Komaan, Poorter, ik mag lijden, dat we je allen spoedig beter mogen leeren ken nen, dat mag zoo niet blijven hoor". Doch hij schudde droevig het hoofd, tuurde als in de verte, klemde de lippen opeen en bleef zwijgen. Ik sprak niet verder, ik wilde niet langer op een verklaring aandringen, meer en meer begon ik te onderstellen, dat een groot, aan anderen onbekend verdriet den grondslag uitmaakte van dit eenzelvig bestaan en dat dit eenvoudig menschenhart gedrukt werd door een groote smart. Na verloop van tijd toen ik hem beter leerde kennen en nauwkeuriger gadesloeg, kwam ik tot de overtuiging, dat Poorter lang zoo stuursch niet was als men hem nagaf. Hij mengde zich nooit in de kibbelarijen der fabrieksarbeiders, in zijn omgeving was het altijd rustig en hij zweeg als z'n ergste vijanden hem de scheldwoorden naar het hoofd wierpen waarmede die mannen zich zelf zoo verlagen en anderen grieven kun nen. Meermalen zag ik hem stil een liefde dienst bewijzen; eens overviel ik hem toen hij bezig was zijn middageten met een ha veloos knaapje te deelen en nog eens, op een Overhemden (Fantasie en Wit) - Boorden - Manchetten - Zelfbinders Pochettes - Sokken - Sokhouders - Mouwhouders - Btetels - enz. Smaakvolle sorteering - Prima kwaliteiten - Lage prijzen - J-L*. Maandag 17 Mei j.1. werd de gerestaureerde en verbouwde Universiteits-bibliotheek te Amsterdam officieel geopend. Officieele groep waarop v.I.n.r. Dr. J. Berg (afd. biblio thecaris), Burgemeester van Amsterdam W. de Vlugt, Dr. Sevensma, Dr. Delprat (cura tor), Ed. Polak (weth.), W. Polak (gemeenteraadslid), Mr. Kruseman (curator), Prof. Hendrik de Vries, Prof. Scholte, Mr. Romme (curator), Prof. Hijraans, Mevr. KoekMul der, Mr. Idenburg (secr. v. curatoren). INGEZONDEN STUKKEN Heidensche zeden. Overspel als eisch van democratische cultuur. Door toevallige omstandigheden kwam on- dergeteekende in het bezit van Uw blad van Vrijdag 30 April 1926 en las daarin onder bovengenoemd opschrift o.m. ook de na volgende zinsnede: „Eèn voorbeeld daarvan vinden wij in het Oigaaii ,an Dl DeitiOvid- tische Partij van een der vorige weken". Ongetwijfeld doelt U hierbij op de meer dere artikelen onder het opschrift „Onge trouwde Vrouwen", voorkomende in het weekblad „Vrije Arbeid", Algemeen week blad voor Nederlanc^ gewijd aan kunst, let teren en wetenschap, hetwelk met het Orgaan van de Democratische Partij niets uitstaande heeft, dan alleen dit: Vanaf 1 Januari 1926 is n.1. de uitgave van het Weekblad „Demor cratie", Orgaan van de Democratische Partij, samengesteld uit de Algemeene Nederland- sche Vrouwen-Organisatie en de Democrati sche Partij, gecombineerd met het weekblad „Vrije Arbeid", doch daarvan gescheiden ge houden door het afdrukken van het begin selprogram (doel) van de Democcratische Partij. In no. 16 van 17 April 1926 laat de schrij ver van een dier artikelen dit dan zeer dui delijk uitkomen door te zeggen: „Mijn ar tikel onder dit opschrift in No. 12 van ons blad dat is verschenen in de afdeeling „Vrije Arbeid"; ik heb hiermede het naburige gebied Democratie niet betreden enz." J. DAMMES, Afd. Secr. Dem. Partij. Naschrift. Gaarne verleenen wij plaats aan het schrij ven van den heer D. Het is volkomen juist, dat wij citeerden uit de artikelen voorko mende in het weekblad „Vrije Arbeid", dat tegelijk verschijnt met het orgaan van de Democratische Partij. Het doet ons oprecht genoegen, dat de regenachtigen avond, bij 't verlaten der fa briek, zag ik hem met bijna aandoenlijke onbeholpenheid, zich over een klein meisje heenbuigen om haar den wollen doek wat vaster te knoopen. 't Was een arm kind, dat als zoovelen in 't fabrieksgebouw werkte, om de wekelijksche verdiensten van vader en moeder te verhoogen. Poorter scheen zich altijd aangetrokken te gevoelen tot de armste en meest verlaten kinderen. Deze zocht hij tot zijn vriendjes te maken. Ik merkte meermalen op, dat, als hij op zijn linksche wijze 't vriendelijkst tegen hen was, de kleine zwervers bang voor hem werden en hem duidelijk hunne vrees of afkeer te kennen gaven. Een arm leven, dat zelfs de sympathie moest ontberen van die hij meen de wel te doen. De fabriek was gelegen aan den buitenkant van het provinciale plaatsje en lag vrij in het terrein, alleen door een laan aan de kom van het dorp verbonden. Vanaf de fa briek voerde ook een landpad naar het op eenigen afstand gelegen kerkhof en daar dit door een fraaie schaduw-gevende laan met de villa-wijk van het dorp gemeenschap gaf, ging ik deze weg vaak langs, temeer daar zij een verkorte, maar tevens aangename wandeling bood. Toen ik nu, als naar gewoonte, tegen den avond dien weg heenwandelde en naar de zerken en graftomben keek, viel mij plotse ling een gedaante in het gezichtveld, die op een heuveltje gezeten en met de hand onder het hoofd, in stille aandacht verloren scheen. In de forsche trekken van deze gestalte ontdekte ik al spoedig onze „Stugge Jan". Hij merkte mij in het eerst niet op; ik vond het beter hem aan zich zelf over te laten en BANKIERS BAARN - SOEST - BUSSUM In Brand' en Inbraakvrije Safe-inrichting loketten te huur in prijzen van f6.per jaar en hooger. geachte inzender het noodig vindt om de strekking van deze artikelen niet voor reke ning van zijn partij te nemen. Voor zoover wij konden nagaan is zijn verloochening van verwantschap aan de zedebedervende begin selen in die artikelen gepropageerd, tot nu toe een unicum. Noch in „Democratie", noch in „Vrije Ar beid" werd eenig protest daartegen verno men. En nu mag de heer D. zeggen, de D. P. heeft hiermede niets uit te staan, de prak tijk der dingen leert wel anders, bij een zoo nauwe verbintenis als van beide zuster-or- ganen. In een artikel in een van de jongste num mers van „Democratie"„Vrije Arbeid", ge- teekend „Een vrouw" wordt de weerzinwek kende gedachte van geoorloofd overspel zeer verdedigd en zoover gaat zij en bij deze geestesgesteld volkomen konsekwent dat zij hetzelfde recht opeischt, niet alleen voor den man, maar evenzeer voor de vrouw. Een evenzoo Mevr. Wijnands Franken, die in de „Vrijheid" zegt: „dat uit de „demo cratische" partij der gelijkheid een afschuwe lijk en weerzinwekkend voorstel komt", juist wilde ik mijne wandeling vervolgen, als een gekreun mijn ooren trof en ik de som bere gedaante in beweging zag komen en deze zich omwendende en mij ziende, plot seling overeind kwam en zich tot mij richtte met een dreigend „Wie ben je en wat wil je van me?" „Ik ben het Jan, je herkent me toch, hoop ik?" liet ik er spoedig op volgen en over de lage kerkhofmuur wippende, ging ik naar hem toe en vroeg met deelneming: „Zeg, wat is er mijn goede vriend, wat deert je, ik meende je te hooren steunen". „Dat kan wel zijn, meneer", antwoordde hij bedrukt, „misschien dat ik dat wel ge daan heb, 'k weet het zelf niet. Toch hapert er niets aan, ik ben alleen een beetje van streek". Hij wendde zijn gelaat, het was het hem eigen gebaar, een weinig ter zijde. Zijn hand beefde zenuwachtig, zijn blik zwierf rond, vestigde zich op mij, eenige minuten verlie pen voor hij begon te spreken en daar klonk het somber en heesch, terwijl hij naar een kleine grafheuvel aan zijn voeten wees. „Den deze is van mij" en na eenige aarzeling „en dat kleintje hier ook". „Arme kerel" riep ik ontroerd uit, „nu begrijp Mijn uitroep ging verloren. „Mijn klein lief ventje". „Mijn klein lief ventje", klonk het zacht en vol weemoed en daarna ea „zijne moeder ook"....

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1926 | | pagina 1