LAAT DE RADIO-CENTRALE „SOESTDIJK" Steenhuljsen Co., MulzersM 67a I VENEMA Luxe Auto-verhuur Uitgave: G. J. SMIT, Soestdijk. Bureau: Van Weedestraat 35, Telefoon 2181 DE EERSTE GOOISCHE HULPBANK Overwinnaars. de meest gewaardeerde Radio-programma's brengen in Uw huiskamer. Zijt gij voornemens een toiisfel aan te schaffen? KRABBELS Expositie Bontmantels. D, F. VOiGT C. Verschoor, Nieuwtsr. 57 Gemeenteraadsverslag. MIJNHARDT's 7e Jaargang Vrijdag 2 November 1928 Ne. 44 DE SOESTER COURAffl Abonnementsprijs voor Soestdijk, Soest en Soesterberg, 25 cent per 3 maanden. Voor buiten 50 cent per 3 masnden. Bijkantoren: VAN DE VEN'S Boekhandel, Baarn en C. J. VAN DAM, Rademakerstr. 15, Socsterberg ONZE RIJMKRONIEK Bijdragen, «let grooter du 18 co alet kleiner den 36 regcU. mogen v deze rubriek worden ingezonden. Bij opname «/goeden w* voor tNadruk verboden,) e (nlM pluUeiijWe) gedichitn f 2.50. (Ingezonden.) EEN BOERENBRUILOFT Ging op boerderij „Den Haag'' d' Oudste dochter trouwen, Zou men harer eer vandaag, Lekker bruiloft houen. Bruigom met zijn frissche bruid Zaten er te pronken; Telkens moest er tot besluit Op het paar gedronken. Zat in hoek op haverkist Ander paar te vrijen, Jet, de jongste, die wel wist, Dat Jan haar mocht lij en. 'k Was getuige van 't geval, 'k Zat in hun nabijheid, 'k Zag hoe Jetje, dol en mal Lacht' en lonkt' in blijheid. Hoe zij naar Jan's zakdoek greep, 't Stiekum zoo bewerkte Hij haar in de wangen kneep, Anderen 't niet merkten. Toen zei Jan: „Mijn lieve Jet, 'k Rook zoo graag, mijn gansje, 'k Hou zoo van een sigaret, 'k Heb nog een Miss Blanche". Jet dacht, als 'k me niet vergis: Jij geen sigaretje, 'k Zeg maar, dat is lekker mis, Dat lapt hem jouw Jetje. Strijkt een Zwaluw-lïcifer Zwierig Jan langs 't doosje, Flikkert vlammetj' als een ster Brandend fel een poosje. Jet dacht, ga je gang maar guit, Mijn haan kraait victorie. Vlug blaast zij het lichtje uit, Jan zei: „Wel verdorie. Meid, dat heb je gauw gedaan, 'k Zal er niks van zeggen. Maar wat heb je daar nou aan, 'k Vraag 't uit te leggen". Toen sprak fluistrend, overhaast Jet, dat aardig zusje, Wie een vlammetje uitblaast Krijgt daarvoor een kusje. „Hé'', zegt Jan, „dat wist ik niet Jet, Kom maar hier, mijn spatje, Na een poosje doen wij net Als jouw zus, dat vat je''. En ze gingen op de kist Zoenen dat het klapte; Niemand, die de oorzaak wist, Jk alleen, die 't snapte. VAARTWEG 41 HILVERSUM VERSCHAFT CREDIETEN OP GEMAKKELIJKE VOORWAARDEN GEOPEND ALLE WERKDAGEN VAN 10—1 UUR EN MAANDAG-, WOENSDAG- EN ZATERDAG AVOND VAN 7—8 UUR. ADVERTENTIEPRIJS: in 1—5 regels 10.75, Eke reg«l meer 15 cmt Advertenties tusschen de tekst dubbel urief. Bij contract belangrijke korting. Er zijn menschen, die veel succes hebben in het leven; hieronder te verstaan het open bare leven'' hunne positie in de „Groote Maatschappij". Deze zijn de overwinnaars van het leven, dat zelfs ook voor de meest be voorrechten vele moeilijkheden te overwin nen geeft. De overwonnenen tellen, althans in het openbare leven, niet mede. Deze kun nen derhalve in dit opstel buiten beschouwing blijven, hoewel zij, in het afgetrokkene be schouwd, mede de succesbezorgers van de overwinnaars zijn. Want de rnensch staat in zijn levensstrijd niet alleen tegenover levens omstandigheden en tegenover de daardoor opgeroepen levenstoestanden. Wel neen. Zijne levensmoeilijkheden wor den vooral ook door den medemensch op geroepen. Levenstoestanden kunnen ten deele worden overzien zooals bijv. de eene krijgsmacht ten deele de stelling van de ander haar tegenstander kan waarnemen of door spionnage kan te weten komen. Niet zelden ook verschaffen in den levensstrijd de be wondering en het blinde vertrouwen in men schen, die dit niet verdienen, de overwinning aan laatstgenoemde, en doet dat blinde ver trouwen 'deze juist daardoor hun doel be reiken. Ontnuchtering ontstaat slechts door schok kende onthulling van de waarheid; doch ook zelfs deze mist menigmaal hare uitwerking omdat het blind geloof, somtijds sterker is dan de sterkste rots. Hiervan zullen zeker voorbeelden te over zijn, doch vele blijven in de uitstalkasten der waarheid onopge merkt, omdat de daarbij betrokkene die eta lage liever niet wil zien. De hardnekkigheid van den rnensch bestendigt zoo meinigmaal de mistoestanden, die in de groote Maat schappij of in den intiemen kring duidelijk, zelfs in het oog vallend waarneembaar zijn Als men spreekt van menschen die succes hebben in het leven of die eenmaal door hun welslagen hebben uitgeblonken, dan blijven ons o.a. de groote figuren in het oog vallen die in ver van elkander liggende eeuwen hunnen roem hebben behaald; bijv. Alexander de Groote en Napoleon de Groo te. Eerstgenoemde, zoon van Philips van Ma cedonië, genoot, voor zijn tijd, een bijzondere wetenschappelijke opleiding; wat destijds wel een uitzondering mocht heeten, daar toch in die eeuw krijgskunst en de wapenen bijna uitsluitend de leerstof uitmaakten. Niemand minder dan Aristoteles was zijn leermeester. Wat de jonge Alexander van den Griekschen wijsgeer aan wijsbegeerte heeft opgedaan, schijnt hem niet bepaald tot den roem te hebben geleid. Zijn grootheid zal hij wel te danken hebben gehad aan zijn krijgsbeleid^ zijn krijgsgeluk en dapperheid, die destijds beide wel bij de wijsbegeerte zullen inbe grepen geweest zijn. Verkrijging van macht en roem was toenmaals immers, wat in hoofdzaak werd bewonderd, wat ook inder daad tot groote macht, maar menigmaal ook tot diepen val leidde. Zoo was het dan ook met Alexander den Groote gesteld. Zijn bui tengewone geestesaanleg, zijn heerschzucht en dapperheid voerden hem tot groote macht; doch zijn buitensporigheid en on matigheid brachten hem ten val. Reeds op jeugdigen leeftijd werd het „tot hiertoe en niet verder" aan hem voltrokken. Het waren dus, ten deele zijn minder prijszenswaardige eigenschappen en zijn ten nadeele van ande ren, brutaal optreden, die hem tot grootheid brachten en ook zelfs de wijsgeeren van dien tijd verblinden en tot bewondering dwon gen. De hartstochten en ondeugden, die achter de grootheid van dien machtigen vorst schuil gingen, werden wèl gezien, maar toch geduld, zoolang die macht niet door buitensporige eischen en door onmatigheid was gebroken en de onmacht over zichzelf was gebleken. Doch de wijsbegeerte, waarin Aristoteles en anderen (ongeveer drie eeuwen vóór Chr.) den jongen Alexander onderwe zen, was voorzeker een andere dan die Na poleon Bonaparte steunde in zijn mateloos streven naar grootheid en macht. Hij, de groote overwinnaar, had, evenwel dit met den grooten Alexander (die bij zijn streven minder naar het vat getrokken werd, waarin Diogenes huisde, door rijn zucht naar wijs heid, dan wel door rijn buitengewone on matigheid) gemeen, dat hij door teugelooze heerschzucht en grenzelooze zelfzucht tot grootheid en val kwam, doch de wijsbegeer te had op den Grooten Corsicaan veel meer aanspraak dan op den Grooten Macedoniër. Veel is in Napoleon, zoo al niet te veront- sGmluugfeii, dan toch door de v-Lngers te zien, terwille van rijn organisatievermogen, rijn wetsverbeterimgen en andere hoedanigheden, waaronder ook eenige van geest en van hart schuilden, die hem als rnensch verhieven en ten goede kwamen. Zij macht werd niet ver nietigd door persoonlijke hartstochten van lager gehalte, maar voornamelijk door rijn voorbeeldelooze heerschzucht en door den onwil der volken om zich te laten knevelen en overheerschen. Napoleon stortte van een heel hoog maatschappelijk standpunt naar be neden, omdat eindelijk het verzet zich open baarde en de volken den moed, de kracht en hetmiddel vonden, om het „tot hiertoe en niet verder" neer te schrijven. De begooche ling en de bewondering weken, toen Napo- leon's heerschzucht aangroeide en al te dui delijk zichtbaar werd. Doch om zijn groot heid, hoe diep dan ook gevallen, bleef toch iets van den stralenkrans, die haar had omge ven, voordichten op rijn persoon als wereld figuur. En velen, die rijn graf in het Hotel des Invalides te Parijs bezoeken, worden nog door bewondering, zoo niet door eerbied aangegrepen, omdat dit graf spreekt en zal blijven spreken van grootheid, die niet uit sluitend was geboren uit heerschzucht, ver overingszucht en zelfzucht en mede, omdat dit graf spreekt: van een „Sint-Helena". Zijn verbanning maakte hem immers tot marte laar. Er zijn in den loop der eeuwen vele over winnaars geweest, die van zich hebben doen spraken, en de geschiedenis der volken spreekt van vele „gevallen grootheden". Maar zoo menig levensboek zou als het slechts gedrukt was, kunnen spreken van een on eindig aantal kleine overwinnaars en van een nog grooter aantal overwonnenen. Overwin naars, bij wie van geen grootheid sprake kan rijn, zien menigmaal hunne wijze van strijden mede met een goeden uitslag be kroond, doch rij danken hunne overwinnin gen maar al te dikwijls, noch aan een eidele strijdwijze, noch aan edele genade en overwin ook zelfs uw eergevoel". Dit soort van strijders spaart niemand. Zij staan niet hoog en worden daarom weinig opgemerkt. Aan het oog van menschenken- ners ontgaan rij toch ook menigmaal niet, daar zij door gelaatsuitdrukking, hoe streng bewaakt ook, en door tegenstrijdigheden hun ne strijdwijze veelal verraden. De leugen is hunne borstwering, die evenwel door het veelvuldig gebruik niet vertrouwbaar meer is. Hun schild is: de handige methode om de schuld terug te weren en op anderen te doen neerkomen; hunne wapenen zijn ve lerlei en hun krijgsplan is de intrige. Hunne overwinningen zijn talrijk, daar hunne stel lingen in het duister geheim liggen, waarin de waarheid slechts voor weinigen haar licht werpt. Maar toch is hun leven, dat voordeel, zelf voldoening, gemak en genot zoekt, langs on bespiede kronkelgangen menigmaal zeer- moeilijk en niet door diepgaand zonlicht beschenen. Overwinningen in het open veld behaald, rijn zeldzaam, en brengen vele diepe, vaak doodelijke verwondingen aan. Maar de eerekrans van recht en waarheid en de lauwerkrans van edelen moed, dekken het graf van den strijder, die op het open slagveld sneuvelde maar overwon. VIKING. Vraag dan toch eerst inlichtingen of ga luisteren bij onze abonné's; zij verlangen niet anders. Goedkoop. - Soliedp. - Eenvoudig. VAN KNEUS. „Democratie" en „Vrije Arbeid". Wat of dit nu weer te beteekenen heeft? Wel niets. Dat is een heel gewone zaak, die wellicht een beetje ongewoon is. Dit is den naam van een veelzeggend blad, dat in het hooge Noorden wordt uitgegeven. Voorheen waren dat twee bladen, maar nadien heeft er een verloving of liever gezegd een samensmelting plaats ge had. Toch schijnt de samenwerking nog niet zeer innig te zijn, of het vertrouwen niet al te groot, want onder het hoofd van dit blad staat: „Democratie'' buiten verantwoor delijkheid van „Vrije arbeid" en „Vrije ar beid" buiten verantwoordelijkheid van „De mocratie". Leuk gevonden hè? Het is een orgaan van de Democratische Partij en een weekblad gewijd aan Kunst, Let teren en Wetenschap. Niet zoo mis. In het No. van 13 Oct. 1.1. staat een stukje getiteld: „Uit den Soester Raad", met als on dertitels: „Geen cent vertrouwen in het col lege van B. en W. Conventie of huiche larij? Sectarisme en democratie. Ben zinevreters en camouflage. Gasonthullin- gen. Sjonge, sjonge, dacht ik, toen ik dit las, 't is toch bar in Soest en dat nog wel in een plaats, waar zooveel collega's van mij, zoo veel eenvoudige boeren wonen. Maar maakt U, geachte Lezer, nog niet onrustig of zenuwachtig, want ik heb het heele stukje gelezen en er volgt heusch geen ontploffing. 't Loopt met een enkel sissertje af. En'zeg of denk ook niet, als gij deze op schriften leest: „Dat is van Busch; precies zijn stijl en manier van zeggen". Dat dacht ik ook en ik zat er ook naast, want heel onderaan het stuk staat een V. Busch noemt zich geen Victor en kraait geen Victorie en springt niet op als een Vloo en schreeuwt niet als een Voddenbaas en overdrijf niet als Veelvraat en slaat niet door als een blinde Vink en Hoogstens zou het een Visscher kunnen zijn, die, meenende een kabeljauw gezien te hebben, zoo hevig aan den waterkant staat te schreeuwen en schelden tot hij bot vangt. Wie deze schotel heeft opgediend kan mij Lr zit ook nog wel intellect in den raad, mz.tr 't is niet veel zaaks, natuurlijk „onze vriend Busch" uitgezonderd. Ijl et hierbedoelde intellect wordt afgeschil derd met de volgende „wetenschappelijke" en „kunstige" „letteren". Onder het aanwezige intellect van dezen Raad, schuilen er nog maar te veel, die ge rangschikt kunnen worden tot een zeker so^rt gehoornd vee". Nogal vriendelijk gezegd hè? Maar we hadden 't er al over, dat die ge legerde wetenschap- en "kunstbeoefenaar, on- dei die buffels, koeien en ossen „zijn vriend Bufech" niet rekent. Van den heer Busch heet het „Onze vriend Busch, (die) z'n talenten als redenaar en strijder voor recht en waarheid met succes aailwendt''. £oo schrijft mijnheer V., een vriend van den heer Busch. Ik zeg maar zoo: „Beter een goede vriend, dajieen leege dop". Maar als in de voorlaatste raadsvergadering orijlebepalingen gemaakt worden, ziet de heer Busch daarin een muilband voor zich zelf. Met betrekking tot dezen muilband, zou ik mijnheer V. willen vragen onder welk ge-lierte hij vriend Busch zou rangschikken, als, hij andere raadsleden „gehoornd vee" nojmt. .Dames- en Heeren Kleermakerij I -f.C. Kuiperstraat 10 - Telefoon 2169 VOSSEN, MARTERS e.a. Drogist. Gediplomeerd Opticièn. BURGEM. GROTHESTRAAT 28 - Soestdijk Eerste Soester Electr. Brillenslijperij GROOTE SORTEERING FOTO-ARTIKELEN ook eigenlijk minder schelen, de hoofdzaak is, dat ik er heerlijk aan gesmuld heb. Waar ik echter mijn' medemenschen ook nog wel een extratje gun, zal ik een en ander mededeelen, wat in dat blad, dat gewijd is aan kunst, letteren en wetenschap, en een orgaan is van de democratische partij en welke zaken de lezers alsjeblieft goed uit elkaar moeten houden, want ze wenschen voor elkaar absoluut geen verantwoordelijk heid te dragen, over Soest en den Raad ge zegd wordt. Ik doe hier en daar een greep. Daar gaat ie. „Onzen partijgenooot Busch komt de eer toe, tot de weinige Raadsleden te behooren, die zich met hand en hand verzetten tegen het ingevreten systeem van politiek gekonkel, geheimdoenerij en last not least, de machts wellust van een rechfsche meerderheid in den Raad, gesteund en gestuwd door pas toors- en dominees-politiek achter de scher men". Zoo'n „wetenschappelijk" stukje smaakt naar meer, of zou dat onder „kunst" thuis hooren? Daar gaat ie weer. „En waar van de meeste dezer vrooede va deren het maatschappelijk gezichtsveld ont stellend klein is, moet men ervaren, dat het bij hen, die soms ook een duit in het zakje doen, niet zoozeer gaat om de zaken recht te zetten, doch meer een zucht tot eerste vioolspel zich doet gelden". Hoe vin jem? Een eerste viool-spel met een ontstellend klein maatschappelijk gezichtsveld, doende soms een duit in 't zakje? Hier komt nqg meer, dit hoort onder de letteren thuis. „Het zwakke pogen van dezulken, om zich in een ander politiek pak te steken (tot baat van eigen standje) doet al even hopeloos aan, als het aanschouwen van iemand, die zich ais heer trachtte te vermommen doch daarin niet is geslaagd". PLUIMVEE, TUINBOUW ENZ. Vragen, deze rublek betreffende, kunnen worden gezonden aan dtt Heer G. J. Lleihout. Dlr. Lendbouwichool. Montfoort. Postzegel groo Kunstmest of stalmest? Meermalen hoort men zoo'n vraag en het antwoord kan dan altijd rijn: wat is de be doeling? Want er zijn er nog zoo talloos ve len, die de kunstmest aanrien als iets min derwaardigs. En als tegenhanger gaat er ook al een categorie komen, die zegt: liever kunstmest dan stalmest. Welke meening de ware is, zullen we eens bespreken. Van ouds was er niets anders dan natuur- mest, da. stalmest, afval, slootvuil. Of eigen lijk was er van ouds geen bemesting. Er werd niet gemest. Wanneer een grond uit geput was, werd er omgezien naar een an der stuk bouwgrond, dat wel te vinden was, daar er land genoeg was en geen bewoners. Veelal werd er een bosch weggebrand en de asch leverde heel wat voedsel. Het veen branden is aan de ouderen onder ons nog best bekend. Wie het niet van dichtbij ken den, roken het wel van veraf, want zelfs de Amsterdammers kregen er nog hun portie van, als de wind Oost was. In de verbrande bovenlaag zaaide men dan de boekweit. Wanneer de menschen begonnen zijn hun land te mesten met natuurmest, weten we niet, maar toen enkelen er mee begonnen, zullen de anderen wel meewarig het hoofd geschud hebben om dat domme gedoe: mest in den grond om groei te krijgen er boven. Het zal wel dezelfde verwondering geweest zijn als toen de kunstmest kwam. Dat was wat: een beetje van dat spul op den grond en je was klaar. Dat bestond toch niet. Dat was toch tegen alle begrippen van bemesting in. Want toen kon het niet anders dan met stalmest. De conservatieve landbouwer wilde er niet aan. En het zou nog lange juren duren eer de kunstmest het zoover gebracht had, dat ze een plaatsje op de boerderij of in den tuin verkreeg. Het was ook zoo'n vreemd iets. Hoe men- toen over die kunstmest dacht wil iik even illustreeren met een korte sa menspraak, die ik gisteren van een der eerste kunstmestgebruikers vernam. We zullen de personen maar Jan en Piet noemen. Jan zaaide kunstmest in den tuin, Piet zag toe over de heg. Piet: Zoo Jan, zaai je daar kunstmest? Jan: Ja, Piet, het is me het vorig jaar goed bevallen, ik doe het weer. P.: Ik begin er niet aan. Het bestaat niet, dat het goed kan werken. Ik begin er noodt aan. J.: Dat komt wel, Piet, dat komt wel. P.: Zou je dat denken? Nooit begin ik er aan. En denk jij dan, dat ik niet zooveel tuinmansverstand heb, dat ik wel weet, dat het niet helpen kan? Het komt wel Piet. Drie jaren zijn verloopen. Piet staat op rijn land en roept Jan er bij. P.: Jan, je moet eens kijken. Op deze helft heb ik kunstmest gezaaid. J.: Wat zeg je me nou, Piet? Jij kunstmest? Enne P.: Ja, Jan, mijn zoon hield niet op voor ik kunstmest zaaide. J.: Dus jij zelf niet? P.: Nee, mijn zoon wou het zoo graag en toen heb ik gezegd: jij de eene helft met kunstmest en ik de andere helft met stalmest. En? P.: Ik had het niet gedacht Jan, maar ik ben het met mijn stalmest verloren. De kunstmest is gekomen en ontvangen met vooroordeel en schitterend heeft zij het pleit gewonnen. Ze heeft getoond, dat ze wat kan, ja, dat ze minstens evenveel kan als stalmest en ik zou bijna schrijven, dat ze meer kan. Stalmest heeft rijn eereplaats van vroeger behouden, maar de kunstmest heeft ook zoo'n zetel besteld. Strijd om die plaats was er dus niet, ze hebben elk recht op een troon. Ze rijn beiden goed. Ze werken beiden prachtig. Maar als we een van die twee moes ten missen, dan konden we dit de kunstmest toch niet meer. Wie van de twee dus beter is, laat ik aan U zelf over om te beoordeelen. In dezen tijd gaat het niet meer om wat beter is. Het gaat hierom: hoe zullen we die beide meststoffen gebruiken. In den tuin heb ben we niet veel meer te doen, binnenkamers zullen we dus bespreken, wat mest eigenlijk is, om het volgend voorjaar beslagen ten ijs te komen. Tot volgende week dus. 15 cent per K.M. Dag en nacht t« ontbieden. TELEFOON 2247. Woensdagmiddag te 3 uur vergaderde de raad onzer gemeente. Met uitzondering van den heer Van Kloos ter, die met kennisgeving afwezig is, zijn alle leden present. Bij de opening deelt de Voorzitter mede, dat nog heden een schrijven is ingekomen van dc bewoners van den Sxnidswcg, betref fende het plaatsen van een noodwoning op het terrein aan dien weg, ten behoeve van Frans van Klooster en Teunis Kinderdijk. Waar het hem bekend is, dat men over deze zaak wenscht te spreken, zal deze zaak als pulmt 4 aan de agenda worden toegevoegd. Met het oog op de inwerkingtreding van het nieuwe reglement van orde op 1 Nov. en mede voor de behandeling der begrooting, stelt spr. voor de 2 afdeelingen uit den raad straks samen te stellen. De agenda komt hierna in behandeling. 1. Voorstel van Burg. en Weth. tot het aangaan eener tijdelijke kasgeldleening groot f 180.000.—. Z.h.st. goedgekeurd. 2. Voorstel van Burg. en Weth. tot wij ziging van de voorwaarde sub 5 en intrek king van de voorwaarde sub 6 van het Raadsbesluit van 2 October 1928, 3e afd. nr. 5-3-35, betreffende verkoop van grond aan den heer J. M. Goedhart, en in verband daarmede vaststelling van een nieuw besluit. Eveneens goedgekeurd. 3. Behandeling van een voorstel van het raadslid G. J. Grootewal, inzake wijziging der Verordening, houdende aanwijzing van een gedeelte der gemeente, bestemd voor het oprichten, hebben of gebruiken van eenige inrichtingen vallende onder de Hinderwet. De heer Grootewal, zijn voorstel mondeling toelichtende, zegt, dat hij op rijn voorstel, in de vorige vergadering verworpen, thans terug komt. Spr. vindt het ongewenscht, dat inrich tingen, welke hinder kunnen veroorzaken, in de kom der gemeente geplaatst kunnen wor den en acht het goed, dat dit bij verordening is verboden. Bij de samenstelling der veror dening is z.i. echter te weinig rekening ge houden met kleinere zaken, die voor de om geving niet hinderlijk zijn. Het kan nooit de bedoeling van den wethouder geweest zijn, deze kleine zaken te weren. Elke ge meente heeft bovendien het recht wijzigingen aan te brengen, welke zij voor haar noodig acht. Spr. wijst daarbij op een Kon. besluit van 8 Mei 1918 en stelt voor de verordening zoodanig te wijzigen, dat kleine wasscherijen in de kom der gemeente kunnen worden ge houden. De heer Van Doorne deelt mede, dat dit voorstel in de cornm. is bezien, welke comm. tot toelating adviseert onder bepaalde voor waarden. Een gezamenlijk krachtvermogen van 3 P.K. mag niet worden overschreden. De heer Busch wijst er op, dat in de steden geen bezwaar gemaakt wordt tegen deze in richtingen en vraagt waarom wij dan wel be lemmerend moeten optreden. Spr. steunt het, voorstel Grootewal. De heer Hilhorst kan zich eveneens met de voorgestelde wijziging vereenigen. Het voorstel wordt hierna met algemeene stemmen aangenomen. Hierna heeft de reeds eerder genoemde splitsing van den raad in twee afdeelingen plaats. Bij loting wordt uitgemaakt, dat in de eene afdeeling zullen zitting hebben de hee ren Koenders, Gasille, Den Bliek, Pronk, Busch, Doorman en v. d. Brem er en in de andere afdeeling de heeren Endendijk, Van Klooster, Hilhorst, De Bruijn, Grootewal en Van Doorne. Hierna komt in behandeling het request van bewoners van den Smidsweg, protes'tee- EEN WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG ZONDAG. Wij jagen maar al te vaak zelf op onzen levensweg stofwolken op, en klagen dan dal wij niet kunnen zien. MAANDAG. De deugd eischt daden; praat heeft wei nig te beduiden. DINSDAG. Bij de opvoeding der kinderen ie conse quentie hoofdzaak. WOENSDAG. Wie haastig is tot toorn, zal dwaasheid doen. DONDERDAG. Strijd tegen uw gebreken, opdat gij et niet het slachtoffer van wordt. VRIJDAG. Hij is een uitnemend rnensch van wien niemand, die hulp en troost zoekt weg gaat zondeT hoop. ZATERDAG. Waarin openbaart zich de grootste hu maniteit? In het een ander besparen van schaamte. Hoofdpijn-Tabletten 60 et Laxeer-Tabletten 60 et Zenuw-Tabletten 76 et Staal-Tabletten 90 et Maag-Tabletten76 et Bij Apotb. en Drogilten rende tegen de plaatsing van een noodwoning op een terrein aan dien weg en "de beschik baarstelling van die woning aan Frans van Klooster en Teunis Kinderdijk. De Voorz., de voor-geschiedenis dezer zaak besprekende, deelt mede, dat het oud roest aan de Beukenlaan steeds de aandacht van B. en W. heeft gehad. Aan de hand van po litieverordening, woningwet enz. is naar een oplossing gezocht. Geen bepaling was ech ter te vinden, waarbij de mogelijkheid werd geopend tot opruiming over te gaan. Ook de gezondheidsraad wist hiervoor geen weg aan te wijzen. Het artikel „Donker Soest" in „De Soester" was oorzaak, dat op deze zaak meer de aandacht werd gevestigd. Dit artikel was oorzaak, dat onze gemeente in het geheele land in opspraak kwam, terwijl één der num mers een weg vond naar den minister, van wien daarna een schrijven kwam, met ver zoek maatregelen te treffen, dat aan dezen toestand een einde kwam. Door B. en W. is aan den minister medegedeeld, dat geen weg bestond, waarbij ingrijpen mogelijk was, waarna door den minister nogmaals op het treffen van maatregelen werd aangedrongen. In samenwerking met den weth. van publie ke werken is thans deze verandering ontstaan. Waar thans in het request gesproken wordt over onzedelijkheid en overlast, moet spr. er op wijzen, dat hem hiervan nooit iets is gebleken. Verder wijst spr. er op, dat deze maatregel als tijdelijk is bedoeld, terwijl de woning plm. 40 M. van den weg staat. Spr. ziet thans een betere regeling, terwijl wanneer het geheel niet netjes wordt bewoond, de politie zal ingrijpen. De heer Doorman informeert of dat de noodwoning, eigendom van de gemeente, op een terrein is geplaatst, wat eigendom is van Van Klooster, hetgeen wordt bevestigd. De heer Hilhorst betreurt het ingrijpen de gemeente, met welk ingrijpen te veel gemeente-financiën zijn verloren gegaan. De woning heeft minstens een waarde van f150, terwijl 8 gemeente-werklieden onder toezicht van een opzichter gedurende 8 dagen aan dit zaakje hebben gewerkt. Spr. vraagt zich af, of de gemeente niet beter een hypotheek had kunnen verstrekken aan Van Klooster, om in de gelegenheid te zijn op zijn. terrein een waardige woning te plaatsen. Aan spreker, die steeds in de onmiddellijke nabijheid van bedoelde personen heeft ge woond, is van onzedelijkheid of overlast nooit iets gebleken. Wanneer dit wel het ge val zou zijn geweest, zouden zeker klachten hierover bij de gemeente zijn ingekomen. De Voorzitter wijst er op, dat dit zaakje reeds 13 jaar oud is en hoog tijd om opge ruimd te worden. Als vorige gemeentebe sturen deze zaak niet hebben durven aansnij den, moest men nu zeker dankbaar zijn. De heer Busch is er voor den rnensch zooveel mogelijk op te heffen, doch kan niet nalaten, ook thans weer kritiek op het beleid van B. en W. uit te oefenen. Dit zaakje is niet 13 jaar oud, doch bestaat j>a£ 3 a 4 jaar, en gedurende den tijd, dat door Van Klooster het naast zijn perceel staande huis aan den tegenwoordigen eigenaar werd verkocht. Wat nu plaats heeft, is niet een opruiming, doch een verplaatsing van de ellende. Spr. appre cieert de goede bedoeling, doch ziet te ge volgen erger dan het geval voorheen op zich zelf was. Spr. heeft uitgerekend, dat dit zaak je de gemeenschap op f 750.— komt, hetgeen hij betreurt. Thans needs is een ongehoorde toestand geschapen door ëen groote mest hoop, waarvan na het optreden van de po litie nog maar een klein gedeelte werd Opge ruimd. Alles, wat voor Van Klooster wordt gedaan, noemt spr. boter aan de galg. Deze persoon negeert alle regels en verordeningen. Spr. b egrij.pt niet, waarom deze zaak niet in een officieele vergadering is gebracht. 13 Per sonen weten allicht meer dan 3. Spr. wil de zaak laten rusten, als zoo spoedig mogelijk andere maatregelen worden getroffen. De heer Van Doorne meent, dat hij indirect de aanleiding is van het misnoegen, dat in

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1928 | | pagina 1