LAAT DE RADIO-CENTRALE
„SOESTDIJK"
Steenhuljsen Co., MulzersM 67a
I
VENEMA
Luxe Auto-verhuur
Uitgave: G. J. SMIT, Soestdijk. Bureau: Van Weedestraat 35, Telefoon 2181
DE EERSTE GOOISCHE
HULPBANK
Overwinnaars.
de meest gewaardeerde Radio-programma's
brengen in Uw huiskamer.
Zijt gij voornemens een toiisfel aan te schaffen?
KRABBELS
Expositie Bontmantels.
D, F. VOiGT
C. Verschoor, Nieuwtsr. 57
Gemeenteraadsverslag.
MIJNHARDT's
7e Jaargang
Vrijdag 2 November 1928
Ne. 44
DE SOESTER COURAffl
Abonnementsprijs voor Soestdijk, Soest en Soesterberg, 25 cent per
3 maanden.
Voor buiten 50 cent per 3 masnden.
Bijkantoren: VAN DE VEN'S Boekhandel, Baarn en C. J. VAN DAM, Rademakerstr. 15, Socsterberg
ONZE RIJMKRONIEK
Bijdragen, «let grooter du 18 co alet kleiner den 36 regcU. mogen
v deze rubriek worden ingezonden. Bij opname «/goeden w* voor
tNadruk verboden,)
e (nlM pluUeiijWe) gedichitn f 2.50.
(Ingezonden.)
EEN BOERENBRUILOFT
Ging op boerderij „Den Haag''
d' Oudste dochter trouwen,
Zou men harer eer vandaag,
Lekker bruiloft houen.
Bruigom met zijn frissche bruid
Zaten er te pronken;
Telkens moest er tot besluit
Op het paar gedronken.
Zat in hoek op haverkist
Ander paar te vrijen,
Jet, de jongste, die wel wist,
Dat Jan haar mocht lij en.
'k Was getuige van 't geval,
'k Zat in hun nabijheid,
'k Zag hoe Jetje, dol en mal
Lacht' en lonkt' in blijheid.
Hoe zij naar Jan's zakdoek greep,
't Stiekum zoo bewerkte
Hij haar in de wangen kneep,
Anderen 't niet merkten.
Toen zei Jan: „Mijn lieve Jet,
'k Rook zoo graag, mijn gansje,
'k Hou zoo van een sigaret,
'k Heb nog een Miss Blanche".
Jet dacht, als 'k me niet vergis:
Jij geen sigaretje,
'k Zeg maar, dat is lekker mis,
Dat lapt hem jouw Jetje.
Strijkt een Zwaluw-lïcifer
Zwierig Jan langs 't doosje,
Flikkert vlammetj' als een ster
Brandend fel een poosje.
Jet dacht, ga je gang maar guit,
Mijn haan kraait victorie.
Vlug blaast zij het lichtje uit,
Jan zei: „Wel verdorie.
Meid, dat heb je gauw gedaan,
'k Zal er niks van zeggen.
Maar wat heb je daar nou aan,
'k Vraag 't uit te leggen".
Toen sprak fluistrend, overhaast
Jet, dat aardig zusje,
Wie een vlammetje uitblaast
Krijgt daarvoor een kusje.
„Hé'', zegt Jan, „dat wist ik niet Jet,
Kom maar hier, mijn spatje,
Na een poosje doen wij net
Als jouw zus, dat vat je''.
En ze gingen op de kist
Zoenen dat het klapte;
Niemand, die de oorzaak wist,
Jk alleen, die 't snapte.
VAARTWEG 41
HILVERSUM
VERSCHAFT CREDIETEN
OP GEMAKKELIJKE
VOORWAARDEN
GEOPEND ALLE WERKDAGEN
VAN 10—1 UUR EN MAANDAG-,
WOENSDAG- EN ZATERDAG
AVOND VAN 7—8 UUR.
ADVERTENTIEPRIJS: in 1—5 regels 10.75, Eke reg«l meer 15 cmt
Advertenties tusschen de tekst dubbel urief.
Bij contract belangrijke korting.
Er zijn menschen, die veel succes hebben
in het leven; hieronder te verstaan het open
bare leven'' hunne positie in de „Groote
Maatschappij". Deze zijn de overwinnaars van
het leven, dat zelfs ook voor de meest be
voorrechten vele moeilijkheden te overwin
nen geeft. De overwonnenen tellen, althans
in het openbare leven, niet mede. Deze kun
nen derhalve in dit opstel buiten beschouwing
blijven, hoewel zij, in het afgetrokkene be
schouwd, mede de succesbezorgers van de
overwinnaars zijn. Want de rnensch staat in
zijn levensstrijd niet alleen tegenover levens
omstandigheden en tegenover de daardoor
opgeroepen levenstoestanden.
Wel neen. Zijne levensmoeilijkheden wor
den vooral ook door den medemensch op
geroepen.
Levenstoestanden kunnen ten deele worden
overzien zooals bijv. de eene krijgsmacht
ten deele de stelling van de ander haar
tegenstander kan waarnemen of door
spionnage kan te weten komen. Niet zelden
ook verschaffen in den levensstrijd de be
wondering en het blinde vertrouwen in men
schen, die dit niet verdienen, de overwinning
aan laatstgenoemde, en doet dat blinde ver
trouwen 'deze juist daardoor hun doel be
reiken.
Ontnuchtering ontstaat slechts door schok
kende onthulling van de waarheid; doch ook
zelfs deze mist menigmaal hare uitwerking
omdat het blind geloof, somtijds sterker
is dan de sterkste rots. Hiervan zullen zeker
voorbeelden te over zijn, doch vele blijven
in de uitstalkasten der waarheid onopge
merkt, omdat de daarbij betrokkene die eta
lage liever niet wil zien. De hardnekkigheid
van den rnensch bestendigt zoo meinigmaal
de mistoestanden, die in de groote Maat
schappij of in den intiemen kring duidelijk,
zelfs in het oog vallend waarneembaar zijn
Als men spreekt van menschen die succes
hebben in het leven of die eenmaal door
hun welslagen hebben uitgeblonken, dan
blijven ons o.a. de groote figuren in het oog
vallen die in ver van elkander liggende
eeuwen hunnen roem hebben behaald; bijv.
Alexander de Groote en Napoleon de Groo
te. Eerstgenoemde, zoon van Philips van Ma
cedonië, genoot, voor zijn tijd, een bijzondere
wetenschappelijke opleiding; wat destijds wel
een uitzondering mocht heeten, daar toch
in die eeuw krijgskunst en de wapenen bijna
uitsluitend de leerstof uitmaakten. Niemand
minder dan Aristoteles was zijn leermeester.
Wat de jonge Alexander van den Griekschen
wijsgeer aan wijsbegeerte heeft opgedaan,
schijnt hem niet bepaald tot den roem te
hebben geleid. Zijn grootheid zal hij wel te
danken hebben gehad aan zijn krijgsbeleid^
zijn krijgsgeluk en dapperheid, die destijds
beide wel bij de wijsbegeerte zullen inbe
grepen geweest zijn. Verkrijging van macht
en roem was toenmaals immers, wat in
hoofdzaak werd bewonderd, wat ook inder
daad tot groote macht, maar menigmaal ook
tot diepen val leidde. Zoo was het dan ook
met Alexander den Groote gesteld. Zijn bui
tengewone geestesaanleg, zijn heerschzucht
en dapperheid voerden hem tot groote
macht; doch zijn buitensporigheid en on
matigheid brachten hem ten val. Reeds op
jeugdigen leeftijd werd het „tot hiertoe en
niet verder" aan hem voltrokken. Het waren
dus, ten deele zijn minder prijszenswaardige
eigenschappen en zijn ten nadeele van ande
ren, brutaal optreden, die hem tot grootheid
brachten en ook zelfs de wijsgeeren van dien
tijd verblinden en tot bewondering dwon
gen. De hartstochten en ondeugden, die
achter de grootheid van dien machtigen
vorst schuil gingen, werden wèl gezien, maar
toch geduld, zoolang die macht niet door
buitensporige eischen en door onmatigheid
was gebroken en de onmacht over zichzelf
was gebleken. Doch de wijsbegeerte, waarin
Aristoteles en anderen (ongeveer drie eeuwen
vóór Chr.) den jongen Alexander onderwe
zen, was voorzeker een andere dan die Na
poleon Bonaparte steunde in zijn mateloos
streven naar grootheid en macht. Hij, de
groote overwinnaar, had, evenwel dit met
den grooten Alexander (die bij zijn streven
minder naar het vat getrokken werd, waarin
Diogenes huisde, door rijn zucht naar wijs
heid, dan wel door rijn buitengewone on
matigheid) gemeen, dat hij door teugelooze
heerschzucht en grenzelooze zelfzucht tot
grootheid en val kwam, doch de wijsbegeer
te had op den Grooten Corsicaan veel meer
aanspraak dan op den Grooten Macedoniër.
Veel is in Napoleon, zoo al niet te veront-
sGmluugfeii, dan toch door de v-Lngers te zien,
terwille van rijn organisatievermogen, rijn
wetsverbeterimgen en andere hoedanigheden,
waaronder ook eenige van geest en van hart
schuilden, die hem als rnensch verhieven en
ten goede kwamen. Zij macht werd niet ver
nietigd door persoonlijke hartstochten van
lager gehalte, maar voornamelijk door rijn
voorbeeldelooze heerschzucht en door den
onwil der volken om zich te laten knevelen
en overheerschen. Napoleon stortte van een
heel hoog maatschappelijk standpunt naar be
neden, omdat eindelijk het verzet zich open
baarde en de volken den moed, de kracht en
hetmiddel vonden, om het „tot hiertoe en
niet verder" neer te schrijven. De begooche
ling en de bewondering weken, toen Napo-
leon's heerschzucht aangroeide en al te dui
delijk zichtbaar werd. Doch om zijn groot
heid, hoe diep dan ook gevallen, bleef toch
iets van den stralenkrans, die haar had omge
ven, voordichten op rijn persoon als wereld
figuur. En velen, die rijn graf in het Hotel des
Invalides te Parijs bezoeken, worden nog
door bewondering, zoo niet door eerbied
aangegrepen, omdat dit graf spreekt en zal
blijven spreken van grootheid, die niet uit
sluitend was geboren uit heerschzucht, ver
overingszucht en zelfzucht en mede, omdat
dit graf spreekt: van een „Sint-Helena". Zijn
verbanning maakte hem immers tot marte
laar.
Er zijn in den loop der eeuwen vele over
winnaars geweest, die van zich hebben doen
spraken, en de geschiedenis der volken
spreekt van vele „gevallen grootheden". Maar
zoo menig levensboek zou als het slechts
gedrukt was, kunnen spreken van een on
eindig aantal kleine overwinnaars en van een
nog grooter aantal overwonnenen. Overwin
naars, bij wie van geen grootheid sprake
kan rijn, zien menigmaal hunne wijze van
strijden mede met een goeden uitslag be
kroond, doch rij danken hunne overwinnin
gen maar al te dikwijls, noch aan een eidele
strijdwijze, noch aan edele genade en
overwin ook zelfs uw eergevoel".
Dit soort van strijders spaart niemand. Zij
staan niet hoog en worden daarom weinig
opgemerkt. Aan het oog van menschenken-
ners ontgaan rij toch ook menigmaal niet,
daar zij door gelaatsuitdrukking, hoe streng
bewaakt ook, en door tegenstrijdigheden hun
ne strijdwijze veelal verraden. De leugen is
hunne borstwering, die evenwel door het
veelvuldig gebruik niet vertrouwbaar meer
is. Hun schild is: de handige methode om
de schuld terug te weren en op anderen te
doen neerkomen; hunne wapenen zijn ve
lerlei en hun krijgsplan is de intrige. Hunne
overwinningen zijn talrijk, daar hunne stel
lingen in het duister geheim liggen, waarin
de waarheid slechts voor weinigen haar licht
werpt.
Maar toch is hun leven, dat voordeel, zelf
voldoening, gemak en genot zoekt, langs on
bespiede kronkelgangen menigmaal zeer-
moeilijk en niet door diepgaand zonlicht
beschenen.
Overwinningen in het open veld behaald,
rijn zeldzaam, en brengen vele diepe, vaak
doodelijke verwondingen aan.
Maar de eerekrans van recht en waarheid
en de lauwerkrans van edelen moed, dekken
het graf van den strijder, die op het open
slagveld sneuvelde maar overwon.
VIKING.
Vraag dan toch eerst inlichtingen of ga luisteren
bij onze abonné's; zij verlangen niet anders.
Goedkoop. - Soliedp. - Eenvoudig.
VAN KNEUS.
„Democratie" en „Vrije Arbeid".
Wat of dit nu weer te beteekenen heeft?
Wel niets. Dat is een heel gewone zaak, die
wellicht een beetje ongewoon is.
Dit is den naam van een veelzeggend blad,
dat in het hooge Noorden wordt uitgegeven.
Voorheen waren dat twee bladen, maar
nadien heeft er een verloving of liever gezegd
een samensmelting plaats ge had.
Toch schijnt de samenwerking nog niet
zeer innig te zijn, of het vertrouwen niet
al te groot, want onder het hoofd van dit
blad staat: „Democratie'' buiten verantwoor
delijkheid van „Vrije arbeid" en „Vrije ar
beid" buiten verantwoordelijkheid van „De
mocratie".
Leuk gevonden hè?
Het is een orgaan van de Democratische
Partij en een weekblad gewijd aan Kunst, Let
teren en Wetenschap. Niet zoo mis.
In het No. van 13 Oct. 1.1. staat een stukje
getiteld: „Uit den Soester Raad", met als on
dertitels: „Geen cent vertrouwen in het col
lege van B. en W. Conventie of huiche
larij? Sectarisme en democratie. Ben
zinevreters en camouflage. Gasonthullin-
gen.
Sjonge, sjonge, dacht ik, toen ik dit las,
't is toch bar in Soest en dat nog wel in een
plaats, waar zooveel collega's van mij, zoo
veel eenvoudige boeren wonen.
Maar maakt U, geachte Lezer, nog niet
onrustig of zenuwachtig, want ik heb het
heele stukje gelezen en er volgt heusch
geen ontploffing.
't Loopt met een enkel sissertje af.
En'zeg of denk ook niet, als gij deze op
schriften leest: „Dat is van Busch; precies
zijn stijl en manier van zeggen". Dat dacht
ik ook en ik zat er ook naast, want heel
onderaan het stuk staat een V.
Busch noemt zich geen Victor en kraait
geen Victorie en springt niet op als een
Vloo en schreeuwt niet als een Voddenbaas
en overdrijf niet als Veelvraat en slaat niet
door als een blinde Vink en
Hoogstens zou het een Visscher kunnen
zijn, die, meenende een kabeljauw gezien te
hebben, zoo hevig aan den waterkant staat
te schreeuwen en schelden tot hij bot vangt.
Wie deze schotel heeft opgediend kan mij
Lr zit ook nog wel intellect in den raad,
mz.tr 't is niet veel zaaks, natuurlijk „onze
vriend Busch" uitgezonderd.
Ijl et hierbedoelde intellect wordt afgeschil
derd met de volgende „wetenschappelijke" en
„kunstige" „letteren".
Onder het aanwezige intellect van dezen
Raad, schuilen er nog maar te veel, die ge
rangschikt kunnen worden tot een zeker
so^rt gehoornd vee".
Nogal vriendelijk gezegd hè?
Maar we hadden 't er al over, dat die ge
legerde wetenschap- en "kunstbeoefenaar, on-
dei die buffels, koeien en ossen „zijn vriend
Bufech" niet rekent.
Van den heer Busch heet het „Onze vriend
Busch, (die) z'n talenten als redenaar en
strijder voor recht en waarheid met succes
aailwendt''.
£oo schrijft mijnheer V., een vriend van
den heer Busch.
Ik zeg maar zoo: „Beter een goede vriend,
dajieen leege dop".
Maar als in de voorlaatste raadsvergadering
orijlebepalingen gemaakt worden, ziet de heer
Busch daarin een muilband voor zich zelf.
Met betrekking tot dezen muilband, zou
ik mijnheer V. willen vragen onder welk
ge-lierte hij vriend Busch zou rangschikken,
als, hij andere raadsleden „gehoornd vee"
nojmt.
.Dames- en Heeren Kleermakerij
I -f.C. Kuiperstraat 10 - Telefoon 2169
VOSSEN, MARTERS e.a.
Drogist.
Gediplomeerd Opticièn.
BURGEM. GROTHESTRAAT 28 - Soestdijk
Eerste Soester Electr. Brillenslijperij
GROOTE SORTEERING FOTO-ARTIKELEN
ook eigenlijk minder schelen, de hoofdzaak
is, dat ik er heerlijk aan gesmuld heb.
Waar ik echter mijn' medemenschen ook
nog wel een extratje gun, zal ik een en ander
mededeelen, wat in dat blad, dat gewijd is
aan kunst, letteren en wetenschap, en een
orgaan is van de democratische partij en
welke zaken de lezers alsjeblieft goed uit
elkaar moeten houden, want ze wenschen
voor elkaar absoluut geen verantwoordelijk
heid te dragen, over Soest en den Raad ge
zegd wordt.
Ik doe hier en daar een greep.
Daar gaat ie.
„Onzen partijgenooot Busch komt de eer
toe, tot de weinige Raadsleden te behooren,
die zich met hand en hand verzetten tegen
het ingevreten systeem van politiek gekonkel,
geheimdoenerij en last not least, de machts
wellust van een rechfsche meerderheid in
den Raad, gesteund en gestuwd door pas
toors- en dominees-politiek achter de scher
men".
Zoo'n „wetenschappelijk" stukje smaakt
naar meer, of zou dat onder „kunst" thuis
hooren?
Daar gaat ie weer.
„En waar van de meeste dezer vrooede va
deren het maatschappelijk gezichtsveld ont
stellend klein is, moet men ervaren, dat het
bij hen, die soms ook een duit in het zakje
doen, niet zoozeer gaat om de zaken recht
te zetten, doch meer een zucht tot eerste
vioolspel zich doet gelden".
Hoe vin jem? Een eerste viool-spel met een
ontstellend klein maatschappelijk gezichtsveld,
doende soms een duit in 't zakje?
Hier komt nqg meer, dit hoort onder de
letteren thuis.
„Het zwakke pogen van dezulken, om zich
in een ander politiek pak te steken (tot baat
van eigen standje) doet al even hopeloos aan,
als het aanschouwen van iemand, die zich
ais heer trachtte te vermommen doch daarin
niet is geslaagd".
PLUIMVEE, TUINBOUW ENZ.
Vragen, deze rublek betreffende, kunnen worden gezonden aan dtt
Heer G. J. Lleihout. Dlr. Lendbouwichool. Montfoort. Postzegel groo
Kunstmest of stalmest?
Meermalen hoort men zoo'n vraag en het
antwoord kan dan altijd rijn: wat is de be
doeling? Want er zijn er nog zoo talloos ve
len, die de kunstmest aanrien als iets min
derwaardigs. En als tegenhanger gaat er ook
al een categorie komen, die zegt: liever
kunstmest dan stalmest. Welke meening de
ware is, zullen we eens bespreken.
Van ouds was er niets anders dan natuur-
mest, da. stalmest, afval, slootvuil. Of eigen
lijk was er van ouds geen bemesting. Er
werd niet gemest. Wanneer een grond uit
geput was, werd er omgezien naar een an
der stuk bouwgrond, dat wel te vinden was,
daar er land genoeg was en geen bewoners.
Veelal werd er een bosch weggebrand en
de asch leverde heel wat voedsel. Het veen
branden is aan de ouderen onder ons nog
best bekend. Wie het niet van dichtbij ken
den, roken het wel van veraf, want zelfs de
Amsterdammers kregen er nog hun portie
van, als de wind Oost was. In de verbrande
bovenlaag zaaide men dan de boekweit.
Wanneer de menschen begonnen zijn hun
land te mesten met natuurmest, weten we
niet, maar toen enkelen er mee begonnen,
zullen de anderen wel meewarig het hoofd
geschud hebben om dat domme gedoe: mest
in den grond om groei te krijgen er boven.
Het zal wel dezelfde verwondering geweest
zijn als toen de kunstmest kwam. Dat was
wat: een beetje van dat spul op den grond
en je was klaar. Dat bestond toch niet. Dat
was toch tegen alle begrippen van bemesting
in. Want toen kon het niet anders dan met
stalmest.
De conservatieve landbouwer wilde er niet
aan. En het zou nog lange juren duren eer
de kunstmest het zoover gebracht had, dat
ze een plaatsje op de boerderij of in den
tuin verkreeg. Het was ook zoo'n vreemd iets.
Hoe men- toen over die kunstmest dacht
wil iik even illustreeren met een korte sa
menspraak, die ik gisteren van een der eerste
kunstmestgebruikers vernam.
We zullen de personen maar Jan en Piet
noemen.
Jan zaaide kunstmest in den tuin, Piet
zag toe over de heg.
Piet: Zoo Jan, zaai je daar kunstmest?
Jan: Ja, Piet, het is me het vorig jaar goed
bevallen, ik doe het weer.
P.: Ik begin er niet aan. Het bestaat niet,
dat het goed kan werken. Ik begin er noodt
aan.
J.: Dat komt wel, Piet, dat komt wel.
P.: Zou je dat denken? Nooit begin ik
er aan. En denk jij dan, dat ik niet zooveel
tuinmansverstand heb, dat ik wel weet, dat
het niet helpen kan?
Het komt wel Piet.
Drie jaren zijn verloopen. Piet staat
op rijn land en roept Jan er bij.
P.: Jan, je moet eens kijken. Op deze helft
heb ik kunstmest gezaaid.
J.: Wat zeg je me nou, Piet? Jij kunstmest?
Enne
P.: Ja, Jan, mijn zoon hield niet op voor
ik kunstmest zaaide.
J.: Dus jij zelf niet?
P.: Nee, mijn zoon wou het zoo graag
en toen heb ik gezegd: jij de eene helft met
kunstmest en ik de andere helft met stalmest.
En?
P.: Ik had het niet gedacht Jan, maar ik
ben het met mijn stalmest verloren.
De kunstmest is gekomen en ontvangen
met vooroordeel en schitterend heeft zij het
pleit gewonnen. Ze heeft getoond, dat ze
wat kan, ja, dat ze minstens evenveel kan als
stalmest en ik zou bijna schrijven, dat ze
meer kan.
Stalmest heeft rijn eereplaats van vroeger
behouden, maar de kunstmest heeft ook
zoo'n zetel besteld. Strijd om die plaats was
er dus niet, ze hebben elk recht op een troon.
Ze rijn beiden goed. Ze werken beiden
prachtig. Maar als we een van die twee moes
ten missen, dan konden we dit de kunstmest
toch niet meer. Wie van de twee dus beter
is, laat ik aan U zelf over om te beoordeelen.
In dezen tijd gaat het niet meer om wat
beter is. Het gaat hierom: hoe zullen we die
beide meststoffen gebruiken. In den tuin heb
ben we niet veel meer te doen, binnenkamers
zullen we dus bespreken, wat mest eigenlijk
is, om het volgend voorjaar beslagen ten
ijs te komen. Tot volgende week dus.
15 cent per K.M.
Dag en nacht t« ontbieden.
TELEFOON 2247.
Woensdagmiddag te 3 uur vergaderde de
raad onzer gemeente.
Met uitzondering van den heer Van Kloos
ter, die met kennisgeving afwezig is, zijn alle
leden present.
Bij de opening deelt de Voorzitter mede,
dat nog heden een schrijven is ingekomen
van dc bewoners van den Sxnidswcg, betref
fende het plaatsen van een noodwoning op
het terrein aan dien weg, ten behoeve van
Frans van Klooster en Teunis Kinderdijk.
Waar het hem bekend is, dat men over
deze zaak wenscht te spreken, zal deze zaak
als pulmt 4 aan de agenda worden toegevoegd.
Met het oog op de inwerkingtreding van
het nieuwe reglement van orde op 1 Nov.
en mede voor de behandeling der begrooting,
stelt spr. voor de 2 afdeelingen uit den raad
straks samen te stellen.
De agenda komt hierna in behandeling.
1. Voorstel van Burg. en Weth. tot het
aangaan eener tijdelijke kasgeldleening groot
f 180.000.—.
Z.h.st. goedgekeurd.
2. Voorstel van Burg. en Weth. tot wij
ziging van de voorwaarde sub 5 en intrek
king van de voorwaarde sub 6 van het
Raadsbesluit van 2 October 1928, 3e afd.
nr. 5-3-35, betreffende verkoop van grond
aan den heer J. M. Goedhart, en in verband
daarmede vaststelling van een nieuw besluit.
Eveneens goedgekeurd.
3. Behandeling van een voorstel van het
raadslid G. J. Grootewal, inzake wijziging
der Verordening, houdende aanwijzing van
een gedeelte der gemeente, bestemd voor het
oprichten, hebben of gebruiken van eenige
inrichtingen vallende onder de Hinderwet.
De heer Grootewal, zijn voorstel mondeling
toelichtende, zegt, dat hij op rijn voorstel, in
de vorige vergadering verworpen, thans terug
komt. Spr. vindt het ongewenscht, dat inrich
tingen, welke hinder kunnen veroorzaken, in
de kom der gemeente geplaatst kunnen wor
den en acht het goed, dat dit bij verordening
is verboden. Bij de samenstelling der veror
dening is z.i. echter te weinig rekening ge
houden met kleinere zaken, die voor de om
geving niet hinderlijk zijn. Het kan nooit
de bedoeling van den wethouder geweest
zijn, deze kleine zaken te weren. Elke ge
meente heeft bovendien het recht wijzigingen
aan te brengen, welke zij voor haar noodig
acht. Spr. wijst daarbij op een Kon. besluit
van 8 Mei 1918 en stelt voor de verordening
zoodanig te wijzigen, dat kleine wasscherijen
in de kom der gemeente kunnen worden ge
houden.
De heer Van Doorne deelt mede, dat dit
voorstel in de cornm. is bezien, welke comm.
tot toelating adviseert onder bepaalde voor
waarden. Een gezamenlijk krachtvermogen
van 3 P.K. mag niet worden overschreden.
De heer Busch wijst er op, dat in de steden
geen bezwaar gemaakt wordt tegen deze in
richtingen en vraagt waarom wij dan wel be
lemmerend moeten optreden. Spr. steunt het,
voorstel Grootewal.
De heer Hilhorst kan zich eveneens met de
voorgestelde wijziging vereenigen.
Het voorstel wordt hierna met algemeene
stemmen aangenomen.
Hierna heeft de reeds eerder genoemde
splitsing van den raad in twee afdeelingen
plaats.
Bij loting wordt uitgemaakt, dat in de
eene afdeeling zullen zitting hebben de hee
ren Koenders, Gasille, Den Bliek, Pronk,
Busch, Doorman en v. d. Brem er en in de
andere afdeeling de heeren Endendijk, Van
Klooster, Hilhorst, De Bruijn, Grootewal en
Van Doorne.
Hierna komt in behandeling het request
van bewoners van den Smidsweg, protes'tee-
EEN WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG
ZONDAG.
Wij jagen maar al te vaak zelf op onzen
levensweg stofwolken op, en klagen dan dal
wij niet kunnen zien.
MAANDAG.
De deugd eischt daden; praat heeft wei
nig te beduiden.
DINSDAG.
Bij de opvoeding der kinderen ie conse
quentie hoofdzaak.
WOENSDAG.
Wie haastig is tot toorn, zal dwaasheid
doen.
DONDERDAG.
Strijd tegen uw gebreken, opdat gij et
niet het slachtoffer van wordt.
VRIJDAG.
Hij is een uitnemend rnensch van wien
niemand, die hulp en troost zoekt weg gaat
zondeT hoop.
ZATERDAG.
Waarin openbaart zich de grootste hu
maniteit? In het een ander besparen van
schaamte.
Hoofdpijn-Tabletten 60 et
Laxeer-Tabletten 60 et
Zenuw-Tabletten 76 et
Staal-Tabletten 90 et
Maag-Tabletten76 et
Bij Apotb. en Drogilten
rende tegen de plaatsing van een noodwoning
op een terrein aan dien weg en "de beschik
baarstelling van die woning aan Frans van
Klooster en Teunis Kinderdijk.
De Voorz., de voor-geschiedenis dezer zaak
besprekende, deelt mede, dat het oud roest
aan de Beukenlaan steeds de aandacht van
B. en W. heeft gehad. Aan de hand van po
litieverordening, woningwet enz. is naar een
oplossing gezocht. Geen bepaling was ech
ter te vinden, waarbij de mogelijkheid werd
geopend tot opruiming over te gaan. Ook de
gezondheidsraad wist hiervoor geen weg aan
te wijzen. Het artikel „Donker Soest" in „De
Soester" was oorzaak, dat op deze zaak meer
de aandacht werd gevestigd. Dit artikel was
oorzaak, dat onze gemeente in het geheele
land in opspraak kwam, terwijl één der num
mers een weg vond naar den minister, van
wien daarna een schrijven kwam, met ver
zoek maatregelen te treffen, dat aan dezen
toestand een einde kwam. Door B. en W. is
aan den minister medegedeeld, dat geen weg
bestond, waarbij ingrijpen mogelijk was,
waarna door den minister nogmaals op het
treffen van maatregelen werd aangedrongen.
In samenwerking met den weth. van publie
ke werken is thans deze verandering ontstaan.
Waar thans in het request gesproken wordt
over onzedelijkheid en overlast, moet spr.
er op wijzen, dat hem hiervan nooit iets is
gebleken. Verder wijst spr. er op, dat deze
maatregel als tijdelijk is bedoeld, terwijl de
woning plm. 40 M. van den weg staat. Spr.
ziet thans een betere regeling, terwijl wanneer
het geheel niet netjes wordt bewoond, de
politie zal ingrijpen.
De heer Doorman informeert of dat de
noodwoning, eigendom van de gemeente, op
een terrein is geplaatst, wat eigendom is van
Van Klooster, hetgeen wordt bevestigd.
De heer Hilhorst betreurt het ingrijpen
de gemeente, met welk ingrijpen te veel
gemeente-financiën zijn verloren gegaan. De
woning heeft minstens een waarde van f150,
terwijl 8 gemeente-werklieden onder toezicht
van een opzichter gedurende 8 dagen aan
dit zaakje hebben gewerkt. Spr. vraagt zich
af, of de gemeente niet beter een hypotheek
had kunnen verstrekken aan Van Klooster,
om in de gelegenheid te zijn op zijn. terrein
een waardige woning te plaatsen.
Aan spreker, die steeds in de onmiddellijke
nabijheid van bedoelde personen heeft ge
woond, is van onzedelijkheid of overlast
nooit iets gebleken. Wanneer dit wel het ge
val zou zijn geweest, zouden zeker klachten
hierover bij de gemeente zijn ingekomen.
De Voorzitter wijst er op, dat dit zaakje
reeds 13 jaar oud is en hoog tijd om opge
ruimd te worden. Als vorige gemeentebe
sturen deze zaak niet hebben durven aansnij
den, moest men nu zeker dankbaar zijn.
De heer Busch is er voor den rnensch
zooveel mogelijk op te heffen, doch kan niet
nalaten, ook thans weer kritiek op het beleid
van B. en W. uit te oefenen. Dit zaakje is
niet 13 jaar oud, doch bestaat j>a£ 3 a 4 jaar,
en gedurende den tijd, dat door Van Klooster
het naast zijn perceel staande huis aan den
tegenwoordigen eigenaar werd verkocht. Wat
nu plaats heeft, is niet een opruiming, doch
een verplaatsing van de ellende. Spr. appre
cieert de goede bedoeling, doch ziet te ge
volgen erger dan het geval voorheen op zich
zelf was. Spr. heeft uitgerekend, dat dit zaak
je de gemeenschap op f 750.— komt, hetgeen
hij betreurt. Thans needs is een ongehoorde
toestand geschapen door ëen groote mest
hoop, waarvan na het optreden van de po
litie nog maar een klein gedeelte werd Opge
ruimd. Alles, wat voor Van Klooster wordt
gedaan, noemt spr. boter aan de galg. Deze
persoon negeert alle regels en verordeningen.
Spr. b egrij.pt niet, waarom deze zaak niet in
een officieele vergadering is gebracht. 13 Per
sonen weten allicht meer dan 3. Spr. wil de
zaak laten rusten, als zoo spoedig mogelijk
andere maatregelen worden getroffen.
De heer Van Doorne meent, dat hij indirect
de aanleiding is van het misnoegen, dat in