RADIO-CENTRALE „SOESTDIJK Steeohuiisen co., vemuizersM 67a Stormschade 1 monlngtnireau PJAlt Luxe Auto-verhuur VEN E MA LA PORTE Co. Uitgave: G. SMIT, Soestdijk. Bureau: Van Weedestraat 35, Telefoon 2181 Expositie Bontmantels. Een aansluiting op de u IS DE AANGEWEZEN WEG, ook voor de bezitters van verouderde ontvangtoestellen. Geeft daarvoor niet langer Uw geld uit. Luisteren. Uloering van Menopflers. Incasso - Coupons Prolongatie - Deposito Safe-Deposit KRABBELS C. Verschoor, Nieuwtsr. 57 D, F. VOIGT Woeste gronden. VERZEKERT U tegen Steenhofstraat 5, Teief. 2045 7e Jaargang Vrl|dag 7 December 1928 No. 49 DE 5CE5TED CDUB/VNT Abonnementsprijs voor Soestdijk, Soest en Soesterberg, 25 cent per 3 maanden. Voor buiten 50 cent per 3 maanden. Bijkantoren: VAN DE VEN'S Boekhandel, Baaro en C. J. VAN DAM, Rademakerstr. 15, Soesterberg ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. ESce regel meer 15 cent Advertenties tusschen de tekst dubbel tarief. Bij contract belangrijke korting. ONZE RIJMKRONIEK grecce? sas i! c t a caa 36 scjes a 3:j oyj-/ rsrgoeaca. voor 5eC3C£Us i 255- vcrbodco-i (Ingezonden.) UITBARSTING ETNA NOV. 192S Op 't eiland van Cicïlië, Liggend in een wijde zee, Woont een aantal nijv're menschen, Jaren lang reeds, weltevreê. Hooge bergen, diefje dalen, Zonneschijn en tuinenlust, Scboone boomen groeien, bloeien Daar, als in volmaakten rust. Lieflijk nijgt de zon ter kimme. Als in gouden purp'ren gloed, Zachtkens roept een Idoosterklokje, Zich weemoedig klinken doet Zoele nacht is aangebroken, Sterren schir'ren voor ons oog, Plots, het rollen van een donder, Vuur stijgt uit een berg omhoog. Op, ontwaak, gij nijv're menschen, Ziet, uw vijand is weer daar, Op, ontwaak, gij trouwe werkers. Uw bezit is in gevaar. Groote brokken rollen, dav'ren, Schieten uit den berg omhoog, Stroomen vuur en gloeiend lave. 't Schrikbeeld voor ons starend oog. Sluipend naden die verschrikking. Alles doodend op haar baan. Kleine huisjes, bonte gaarden. Zijn in vlammen opgegaan. Angstig loopt en kijkt den volke. In oord van jammer en ellend. Starend, wezenloos, berustend, Voor dat groote woest geweld. Langzaam wordt het rom'Ien minder, 't Vuur stijgt minder hoog ten top. 't Is, alsof deez' wonder-donders. Ruwe krachten, waren op. Troost'loos, grauw en grijs en donker. Hopen puin, een blik omhoog, Weg zijn huis en schoone gaarden, Niets dan jammer treft het oog. A. B. reriaal, verhoogd met 25 pCt. voor toezicht en administratie. Burgemeester en Wethouders van Soest brengen hierbij ter openbare kennis, dat heden is afgekondigd de door den Raad de zer gemeente op 31 October 1928 vastge stelde verordening, houdende aanwijzing van een gedeelte der gemeente Soest bestemd voor het oprichten, hebben of gebruiken van eenige inrichtingen, vallende onder de Hin derwet. Burgemeester en Wethouders van Soest brengen hierbij ter openbare kennis. dat is gebleken, dat het herhaaldelijk voorkomt, dat nieuw gebouwde perceelen in strijd met artikel 53 der Bouwverordening worden be trokken, zonder dat vooraf eene bewoonbaar verklaring is afgegeven; dat zulks in verband met een behoorlijk toezicht ongewenscht moet worden geacht; dat zij daarom het hiervorengenoemd ar tikel der Bouwverordening voor deze ge meente onder de aandacht van belangheb benden brengen, met de mededeeling, dat niet-naleving daarvan tot het instellen van een strafvervolging aanleiding zal geven. Burg. en Weth. voornoemd. De Burgemeester, G. DEKETH. De Secretaris, J. BATENBURG. Dames- en Heeren Kleermakerij F.C.KuiperstraatIO - Telefoon 2169 VOSSEN, MARTERS e.a. Besluit nog heden tot het goedkoopste, eenvoudigste, het meest bevredigende. menschen en gezinnen en medehelpen aan de oplossing van het komende voedselpro bleem. En als straks de eindrekening zal wor den opgemaakt, zal er, naar onze overtui ging, ook nog wel wat voor den gemeente ontvanger overblijven. BANKIERS BAARN - SOEST - BUSSUM Door geduldig te luisteren, ook naar hetgeen ons niet boeit, geven wij een bewijs van gezond ver stand en van een liefderijk ge moed. Drozan. officieele bekendmakingen De Burgemeester van Soest brengt hierbij namens het Hoofdbestuur van "het Neder- landsche Roode Kruis dank aan allen, dae tot het welslagen der ten behoeve dezer in stelling gehouden collectie hebben medege werkt. Burg en Weth. van Soest brengen hierbij ter openbare kennis, dat de Gemeentelijke werkverschaffing zal aanvangen op Maandag 10 December a-S. Aanvraagformulieren om voor plaatsin: daarbij in aanmerking te komen, zijn kos teloos ten raadhuïze (3e afdeeling) te be komen. Burgemeester en Wethouders van Soesi Drengen bij dezen ter openbare kennis, dat de begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven voor het dienstjaar 1929, welke door hen op heden aan den Raad is aangeboden, vanaf heden voor een ieder ter secretarie der gemeente ter lezing is neergelegd en tegen betaling der kosten algemeen verkrijgbaar is gesteld- Burgemeester en Wethouders van boést brengen ter openbare kennis, dat de Raad in zijne vergadering van 23 November jJ besloten heeft voor gasverbruik de navolgen de tarieven vast te stellen: a. voor een verbruik tot 50 M3 per maand 12 cent per M-3; b- alk verbruik boven 50 M3 per maand 10 cent per M3; c. een tariefrecht van i 6.per maand en iedere M3 verbruikt gas a 5 pent per M-3- Onder maandverbnuk te verstaan de hoe veelheid gasverbruik tusschen twee opvol gende meteropnamen. Deze regeling zal ingaan onmiddellijk na de meteropname van de maand Dec- 1928. Burgemeester en Wethouders van Soest brengen ter openbare kennis, dat bij hun besluit d.d. 23 October 1928, le afd. No. S-1-S2. onder intrekking van het desbetret- fend vorig besluit, is bepaald, dat met ingang van 1 Januari 1929 voor het leggen van dienstleidingen vanwege het Gasbedrijf. door den aanvrager moet worden betaald een in verhouding tot de lengte evenredig bedrag in de aanshlitmgskosten. zulks met machme- miug van het aantal meters, dar ingevolge het bepaalde bij art. 13 der „Verordening regelende de voorwaarden voor de levenng van gas over den gewonen meter en ovw den Smtgasnreter door het Oasbedrijl te Soest", voor rekening tan het bedrijf wordt genomen. Onder aanslniüngskosten worden ver staan de kosten bepaald voor arbeid en ma- Luisteren is ongetwijfeld een daad van goeden wil, doch te gelijkertijd toch ook bijna een gave, althans een kunst dit te kunnen doen. Als „goede wil" heeft „het luisteren voorzeker zijn grootste verdiensie; wel te verstaan „het toeluisteren". Het mag orden aangemerkt als een uiting van be schaving en wellevendheid, maar niet minder als een kenmerk van een vriendelijk karakter. Ook kan aandachtig toeluisteren een diepen kunstzin, een muzikalen aanleg, alsmede een meerdere of mindere mate van weetgierig heid vertolken. Aandachtig toeluisteren getuigt niet alleen ook van meerdere of mindere inspanning den geest, maar veeltijds ook van groo- tere of kleinere deelname en somwijle van rerke aandoening van her zieleleven. Hel iuisteren is immers een „waarnemen tan en tevens een overbrengen naar den geest en naar de ziel, voor zooverre men deze beiden als afzonderlijk kan beschouwen". In de volle beteekenis van luisteren, als handeling, doet de mensch dit niet uitsluitend door bemid deling van het gehoor, doch wellicht niet minder cok door het gezichtsvermogen. Vandaar dan ook dat men wel eens zegt: 4-iij zat met open ooren en oogen toe te iuisteren". Evenals het tot ingespannen luis teren geopend oor, kan ook het wijd geopend oog aandachtig luisteren naar wat het w aar- neemt, als eenmaal de belangstelling is ge wekt. Het gezicht kan n.L menigmaal, even als het gehoor, het gesproken woord, muziek ,f eenig ander geluid, aan geest en hart ertolken zij het dan ook op andere wijze. Het luisteren behoeft bijgevolg niet altijd te zijn naar iets waarvan voor onze stoffehjke ooren een geluid uitgaat Onze ziel immers luistert menigmaal naar stemmen, die ons stoffelijk oor niet verneemt, doch die door het schoonste wat in ons is duidelijk wor den verstaan. Geluidgevende stemmen ver- Kondigen niet altijd de waarheid, maar wat door ons geestesoor wordt vernomen, is aan geen twijfel onderhevig, omdat het nie, de menschenmond is, die uitsprak wat ons gees tesoor heeft vernomen. En wat ons stoffe lijk oog ziet, is niet altijd „waarheid'zij het dan ook, dat duizende menschenstemmen het u zouden bezweren. Er ontgaat veel aan ons eigen stoffelijk oog, maar wellicht nog méér aan ons zieleoog. Doch als wij willen hooren en willen zien, eerlijk en naar alle zijden heen, dan wordt ons veel geopenbaard, waarvoor wij aanvankelijk doof en blind wa ren. De menschehjke stem en het stoffelijk oog zeggen beslist niet altijd de waarheid. Er zijn zoo oneindig veel dingen, die de menschelïjke stem weigert uit te spreken, waar zij in oprechtheid toch zou moeten spre ken; en tevens zijn er zoovele dingen, die het menschenoog hardnekkig weigert te zeg gen en waarvan het zich onwillig en zonder werkelijken spijt bij voortduring afwendt. Als wij in ons leven en in ons doen en nalaten, elke beweging, elk besluit en elk onzer handelingen geheel laten afhangen van wat wij gaarne doen, dan luisteren wij toch heel zeker niet naar de raadgeving en de rechtsspraak van ons verstand en van ons hart, maar brengen daarentegen onze wen- schen, tot eiken prijs, tot verwezenlijking. Wanneer wij daarentegen luisteren met ons geestesoor en zien met ons zielsoog, dan hooren en zien wij de dingen des levens met meerdere juistheid en heel zeker meer naar aarheid. Wij zullen dan heel veel dingen anders zien en anders beoordeelen dan wij deden en vele onzer wenscben aan critiek, althans aan een scherp onderzoek, van eigen rechtvaardig oordeel, onderwerpen. De waar heid is, dat ons toeluisteren met onzen geest en met ons rechtsoordeel, menigmaal veel te wenschen overlaat; omdat onze wil wat al te veel de dienaar is van ons verlangen; daarbij aan velerlei sterke, steeds terugkee- rende invloeden bloot staat en dientengevol ge—al willen wij dit niet gaarne aan ons zelf bekennen ophoudt „eigen vrije wil" te zijn. En juist die steeds zich brutaal op dringende invloeden, van welken aard en oorsprong dan ook, belenen ons helaas zoo menigmaal, met ons geestesoor en ons ziele oog toe te luisteren. En zoo wij dit toch wel hebben gedaan, bewerken menigmaal die nooit rustende invloeden, die nagenoeg altijd van geïncarneerde zelfzucht uitgaan, dat wij het beluisterde weer loslaten, of althans niet tot ons voordeel dat wil zeggen, tot on zen ziele-groei, in verband met onze eigen geestesopaamen", aanwenden. Hoe kunnen wij een juist en waardig antwoord geven op wat het leven zelf ons zegt en hoe kunnen wij ons verantwoorden tegenover die „Scheppende Macht", die ons dat leerende en terechtwijzende leven heeft geschonken; méér nog dan dat 't er ons toe heeft geroepen, zoo wij dat leven niet met volle aandacht hebben beluisterd. Laten wij ens toch vooral niet van wat onze geest, als waarheid, als echtheid heeft opgemerkt en wat door die eerlijke, zich nooit vergissende gewetensstem in ons, als zoodanig wordt beaamd, laten afbrengen, door raadgevingen als bijv. „Och, wees toch wijzer", die meest al vergezeld gaan van een gewüd-imponee- rende gezïchisplooi of afwijzend gebaar. Onze eigen zelfzucht, doch menigmaal het hard nekkig volgehouden egoïsme van anderen, erhindert ons menigmaal aandachtig te iuis- tren naar of althans in juiste vruchtbare toepassing te brengen: wat het rijke leven en de machtige Schepping ons te beluisteren en te verstaan geven. Immers, de waarde van ons leven schuilt toch in de som onzer le- enservaringen, oï liever, in de wijze waarop wij tot de slotsom zijn gekomen. Het „beluisteren met het stoffelijk geestesoor, met het stoffelijk zoowel als met het zieleoog, zoomede het getrouw en nauwgezet noteer en van alles wat men in het waargenomen roejsrn. dat de machines de oorzaak waren van de werkeloosheid en zeker, 't is ook een ÖQ tellende factor, maar de hoofdfactor is het tiet. Lk ontginning van woeste gronden is voor ons land van het allergrootste belang. Daar door kan voor langen tijd overvloed van voedsel geproduceerd worden voor den ;teeds wassenden stroom der bevolking en niet onbelangrijker, een loonende werkgele gen: eid voor dezen aanwas worden verkre gen. Eu elke regeering, hetzij van land of stad, dorp, of gehucht behoort een open weg te hebben voor dit vraagstuk. Want elk jaar vraagt het luider om oplossing. Nt zuilen we onze lezers niet vermoeien met een reeks van cijfers, waarin onweer legbaar wordt aangetoond, dat het hoognoo- dig is en hoog tijd, dat er met spoed aan dit vraagstuk gewerkt wordt, maar wij zullen nu in "t kort eens zeggen, wat er in onze gemeente, met 'n betrekkelijk klein kapitaal kan gedaan worden, om telkenjare een flink stuk wvesten grond te ontginnen; daardoor voedsel voortbrengenden grond, toevoegend aan de reeds bestaande, werk verschaffend aan werkloozen en straks plaats biedend voor een aantal landbouwers, die er een blijvende werkkring hebben. 't is een procédé van de laatste jaren, om het huis- en straatvuil te benutten, om woes te gronden te ontginnen en in korten tijd vruchtbaar te maken. Vide de resultaten daarvan gezien heeft te Antwerpen, in de Peel bij Helmond eu niet het minst in de buurt van Tilburg, waar de grond nogal veel overeenkomst heeft met den grund in onze gemeente, vraagt zich af, waarom hier ook zoo iets niet aangepaki wordt. Het huis- en straatvuil, dat een groote waarde heeft als mest, moet daarvoor benut A - - men veelal zien. dat in 0113e ge in eejie bijv. de afgevallen bladeren op den openbaren weg op hoopen worden geveegd en door particulieren met emmers en wa- EEN' WIJS WOORD VOOR 1EDEREN DAG VAN KNELIS. Een dezer dagen ben ik, na melkenstijd, eens naar de Eem, die schoone, wild brui sende rivier geweest Ik wilde daar een en ander zelf eens in .ogenschouw" nemen. Niet, dat ik met de situatie daar onbekend ben, maar als je alles zoo voor je hebt, dan krijg je toch een betere voorstelling van het eheel. Ja, dat woord „oogenschouw'' gebruik ik- hier, omdat m'n nicht dat zoo'n moot woord vindt. „Oogenschouw" en „denk beeld" vindt zij de mooiste woorden in de heele Nederlandsche taal. Begrijpen doe ik daar niks van, want je moet weten, dat zij niet lezen of schrijven kan en ik kan dat* wel. Ik vind bijv. „sap perloot" veel mooier woord, vooral als dit door een inboorling wordt uitgesproken: „Sa- a-aperloe-ot". Maar ik zei, dat ik de Eem eens in oogen schouw zou nemen en de wandeling daar heen was niet onaardig, want ik trof daar juist een man van gewicht. Ik dacht, wel sapperloot, komt die ook de Eem in oogenschouw nemen? Daar moet ik het mijne van hebben. „Moarige m'nheer de B..",zeiïk. Komt U ook eens kijken naar onze schoone rivier, die zooveel welvaart aan onze ge meente brengt?" 15 cent per K.M. Dag en nacht te ontbieden. TELEFOON 2247. ZONDAG. Geen mensch kan een ander rein maken. MAANDAG. Waar rechtschapenheid is, is wijsheid en waar wijsheid is, is rechtschapenheid- DINSDAG. Mildheid, hoffelijkheid, welwillendheid, on zelfzuchtigheid, onder alk omstandigheden jegens aöe menschen. Deze eigenschappen zijn voor de wereld wat de as-nagel is voor den rollenden wagen. WOENSDAG. Ik verafschuw geluk, dat door ongerech tigheid bezoedeld is, gelijk voedsel besmeerd met vergif. DONDERDAG. Dat u nimmer, zelfs niet in een droom, ichuldig zijn moge aan diefstal, ontucht, dronkenschap, moord en leugen. VRIJDAG. Heb eerbied voor de ouden van dagen alsof zij uw vader en uwe moeder waren; heb de jongen lief als uwe kinderen of jon gere broeders. ZATERDAG. Wat als „naam" en „familie" wordt aan geduid is slechts een uitdrukking. doe, misschien gooi ik 'm wel weg. Ik heb m'n plicht gedaan en m'n pijp gerookt". Hij ging weg zonder te groeten. Ik riep hem nog na, maar hij riep terug, dat hij geen tijd meer had- Even later zag ik hem op den Grooien Melmweg, bij de spoorbaan, achter een boom staan en ik dacht ah zoo, had je daarom zoo'n haastJa, dat komt er van, als je zoo'n smerige pijp rookt zet de melodie van ons leven bij de menschen en bij zichzelve, heeft] gentjes in hun tuintjes gesleep:. Daar is niets tegen, want ook daar zal het allicht beter dienst doen, dan dat het weg waait, erregend en de riolen verstopt- Mij dunkt, als de gemeente met ernst een vuilnis-ophaaldienst organiseer: en dan ook die gehate extra-belasting van i 230 per jaar, voor het weghalen van huisvuil afschaft, io de geheele gemeente gratis het vuil laat weghalen en dit als mest benut op daarvoor bestemde stukken thans onbenut land, dan brengt dit niet alleen z'n rente op aan den vruchtbaren grond, welke gevormd wordt, maar 't werpt ook meer economische vruch ten af voor de bevolking van heden en de toekomst. levenslied in compositie; en onze levensharp zal die melodieën doen hooren en vooral het slotaccoord veelzeggend uitspelen. Doch daar is veel wat ons in het leven en io de menschen niet of slechts zeer weinig boeit en ook daarnaar moeten wij trouw en met aandacht oor en oog wenden en niets verzaken. Ook in wat ons persoonlijk met boeit, kan wellicht leering zijn gelegen en onze liefde voor velen en voor veel, moet ons daarbij aansporen, om toch met belangstel ling toe te luisteren, bijv. waar het geldt die medemenschen, wier geest niet is ontwik keld, of wel, waar het betreft, de oude van dagen. Bejaarde menschen immers spreken veelal gaarne van hunne jeugd en van hunne levenservaringen en vallen daardoor ^veelal in herhalingen, dan ook moeten wij zon der ontstemming toeluisteren. Want hun le vensgenot is door al den aanhang van den ouden dag en door alles wat zij moeten mis sen, zoo klein zoo heel klein geworden. Waarom dus aan het bescheiden geluk, dat onze aandacht hen kan schenken, te onthou den? En behalve dat wij ons in dergelijke gevallen, door onze aandacht te geven be schaafde, wellevende en vriendelijke men schen toonen te zijn, komt toch ook de lee ring tot ons: hoe ongelijk het levensgenot en de levensvreugden der menschen kunnen zijn; alsmede, hoe alles voor den mensch voorbijgaat in en om hem. „Ja, Knelis", zei hij, „ik wilde met eigen oog een en ander persoonlijk eens opnemen' - Ik zag nu pas, dat hij een groote houten pijp rookte. Nog nooit 'nad ik hem dit zien Fn «I- mnjr ipft K;Ï7.»aa»rf> aan dacht naar die pijp hebben gezien, want hij zei tegen me: „Ja, Knelis, daar zie je van op hè, dat je mij zoo'n reuzepijp ziet rooken; maar tegen jou gezegd, 't bevalt me niets". „Nou, schei er dan mee uit", zei ik; „je hoeft toch geen pijp te rooken als je^niet wilt? Steek van mij een bokkie op". Nee Knelis", zei hij, „dat doe ik met, die pijp is een cadeautje van één van de Drogist, Gediplomeerd Opticien BURGEM. GRQTHESTRAAT 23 - Soestdijk Eerste Soester Electx. BriUenslijperij. GROOTE SORTEERING FOTO-ARTIKELEN BRIEF VAN KNELIS Mijnheer Smit. Gisteren heb ik je brief ontvangen, je denkt zeker de eene dienst is de andere waard, maar zeg maar aan je vriend, dat het niet gaat hoor. Omdat ik nu een paar 'keer in de krant heb geschreven en over een Visscher schreef, dacht je zeker ak ik met Jan nog eens ga vïsschen, dan vraag ik aan Knelis of we bij hem mogen visschen. Maar, ik wil je zeggen, dat ik me land niet laat vertrappen en als jullie voor de maar ergens anders gaan. Ia Soest is nog troebel water genoeg. Nu moet je niet denken we gaan toch en dat vindt Knelis wel goed; vast niet hoor. Ik dien beslist een aanklacht tegen jullie in en dan moeten jullie allebei bij den Ot- firier van Justitie komen en de hengels mee brengen. Dan zal hij jullie wel eens laten vïsschen. Maar als ik jou aan een goeie raad mag aeven, dan moet jij gaan visschen in de Gedupeerden". ,0". zei ik en terwijl ik de slik van m'n Dapjermand, dan zal j' eens zien hoeveel oude -i.ru-t, aanjcjac|1jen je er uit slaat en ik wed, dat je klompen veegde, dacht ik, wie zou nou toch die „Gedupeerde" zijn? Ondertusschen vertelde hij verder. „Die pijp heb ik zóó gekregen, gestopt en Nu weten we zeer wel en vooral de snel heid van ontginning te Tilburg heeft dat aangetoond, dat, door het huis- en straatvuil uit te storten op die droge zandgronden, deze maar niet zoo één-twee-dne in vrucht bare landouwen zijn herschapen. In Tilburg heeft men er dit op gevonden, dat men het loopen. Dat rioolwater daarover heen laai Wij aanschouwen dan m heeft daar een verrassend effect gegeven, levenskracht en levens-jllusje. b'eroofd o» -| jou mcQ fcf3 kunnen doen. ren van dagen de de bouwvallen of pomb yk huii beek kruis', zegt 't spreek, peu van wellicht eertijds irotsche hechte op het oog bekorende gebouwen, ihans mei mos begroeid, voorheen met bloemen omsterd eenmaal hoog en vroolijk afstekende tegen de blauwe, zonnige Tucht van hunne lente. De herinnering omwaait die puinhoopen, (Le wij nimmer in schoonheid, statigheid en hechtheid hebben gezien. Wij hebben het jubellied van hun leeuwerik, den zang van hun nachtegaal, die hen nog heugen, met gehoord en hunne bloemen niet gezien. Luister, o luister naar wat zij voor de zóóveelste maal misschien met ingehouden tranen, daarvan vertellen. Luisteren o luisteren wij, met geheel ons hart. naar het geheele levenslied, dat om ons ruischt soms bruischt, soms fluistert. Het omvat 'zoovele variaties, zoovele verrukken de melodieën, zooveel weemoedsklanken, zoovele smartkreten en snikken en 't geen ons zoo vele treffende slotaccoorden te hoo ren. Luisteren wij dan toe, met oor oogen hart- Wellicht, dat wij dat lied leeren verstaan althans waar wij het medeziii- gen, luisteren wij- VIKING. Het bevolkingsvraagstuk is een vraagstuk an den eersten rang. Jaarlijks neemt de bevolking van ons land met rond 100.000 personen toe. - Voor die allen moet niet alleen brood maar ook arbeid zijn. of zij zullen vegeteeren op de publieke liefdadigheid: men moge het dan noemen Armenzorg, Maatschappelijk hulpbetoon of anderszins. Lang hebben verschillende menschen ge- woord, maar voor Soest zou men kunnen zeggen: „Elk huis heeft z'n put" en die put moet op vaste tijden worden leeggehaald. Vroeger, toen, bij de closetten, die water spoeling nog niet zoo in zwang was. wil;- den de boeren voor niets de put wel leeg halen, alleen voor de mest. Maar nu, met al dat water, is er geen enkele boer meer, die dat karwijtje voor niets voor u opknapt. Ais nu de gemeente eens gratis het huis vuil liet ophalen en voor een schappelijk prijsje bij ieder op gezette tijden de putten liet ledigen, door middel van een speciale auto, dan waren de inwoners gediend, om dat ze dan van al het overtollige en lastige vuil verlost w aren en de gemeente had vuil nis en uitstekend vocht voor de vruchtbaar- making der door mij bedoelde gronden. Om nu toch enkele cijfers te geven, vermel den we, dat 10-000 kub. Meter afvalwater in Tilburg (en 10-000 kub. Meter per jaar is heusch zoo veel niet als men bevloeiings- praktijk heeft) aan het perceel, waarop het wordt uitgestort, schonk: 400 K.G. stikstof, 700 K-G. kali en 160 K.G- phespharzuur. Wie nu ook maar een klein beetje opper vlakkige kennis van bemesting mei kunst mest heeft, weet, dat men met zulk een hoeveelheid, al heel wat graan, aardapplen of groenten teelen kan. Natuurlijk zal de gemeente moeten be ginnen met geld uit te geven voor bijv. een vuilnis- en een faecalienauto. Maar, zij zal dan ook de permanente werkloosheid verminderen, woeste en nietswaardige grond beduidend in waarde doen stijgen, een be staansmogelijkheid scheppen voor diverse Ik zag hem moeite doen, om een drage lijk figuur te maken met z'n pijp. „Hij trekt slecht", zei hij. 'ik nam uit den rand van mijn pet een stuk van een breinaald en zei tegen m-,M nheet de B„ als ik U soms dienen kan met een doorstekertje?" „Nou graag", zie ie. Hij porde *een keer of wat door het roer van de pijp, waarna het doorstekertje weer vies te voorschijn kwam. Ik gaf hem m'n blauwe zakdoek om den naald schoon te maken, want ik zag, dat hij niet goed wist, wat hij met dat vieze ding doen moest. Bi dacht, voor je%'m weg gooit, zal ik je m'n neuslap maar geven. Als ik een exemplaar van „Democratie en „Vrije arbeid" bij me had gehad, zou ik die voor dat doel He ver hebben afgestaan. ..Wel. m'nheer de B.", zei ik, „wat denkt U,"zou het Geldersche Vallei-kanaal er nog komen? ..Ik weet het niet Knelis", zei hij, „ik weet het niet". „Maarre, ik moet je zeggen, dat ik er niet voor ben. Wat hebben wij nu eigenlijk aan zoo'n kanaal hier. Daarbij komt, dat deze kant van de gemeente een groote verandering zal ondergaan en dat wij het groote «renot. verbonden aan hei jaarlijks te- rugkeerende hooge water zullen moeten mis sen, want daar zullen ze natuurlijk we. gelijk tijdig in voorzien. Wie weet, wat nog alle- maaf zal veranderen of veranderd moet wor den en denk dan eens aan 't werk, w at daar aan is verbonden. En ze moeten in Soest nu heusch niet denken, dat ik naar hier ben gekomen om me dood te werken; want dat heb ik, toen ik in 't filiaal van Holland was, ook met be hoeven te doen. 't Is mij zoo mooi genoeg en als ze nog meer werk voor den dag willen halen dan moeten ze 't zelf maar weten, maar dan zal ik gauw verdwenen zijn en dan moeten ze maar zien, dat ze 't zelf op- die twee aanklachten, die indertijd tegen U zijn ingediend, ook nog wel tegen komt. Je weet nog wel, toen je zoo ondeugend was om tegen den redacteur van die andere krant in Soest te schrijven. Jullie moeten het dus nu zelf maar weten. Met de groeten van je vriend KNELIS. VOOR VILLA'S iO.W PER SULLE EN' IN BOEDELS f 0.50 PER MILLE Bij het statiOD Soestdijk INGEZONDEN STUKKEN Hierna deed hij weer een haal aan rtt pijp en trok daarbij zoo'n erbarmelijk gezicht, dai ik meelijden met hem kreeg- „Als ik U was, smeet ik die pijp ^"cg „Neen, Knelis", zei de B„ „dat kan ik niet doen 't is een geschenk en ik heb belooid, dat ik die pijp in de gemeente Soest zou aitrooken". Nou" zei ik, „3c vind het gemeen hoor, iemand zoo'n pijp te laten rooken, als hij er niet tegen kan: ik liet hem die „Gedupeer- de" zelf maar uitrooken". Enfin" zei hij, terwijl hij erg raar begon te doen. „Tc Zal nog wel eens zien, wat 'l" Geachte Redactie. Verzoeke beleefd eenige plaatsruimte voor onderstaande, waarvoor bij voorbaat dank. Voor een aantal jaren kwam ik bijna da gelijks aan een groote villa, bewoond door een „groote dame". Ze hield er een stuk of wat dienstboden op na, een kinderjuffrouw, een werkster en weet ik wat meer. Haar plaats zocht zij in elk comité en elke vereeniging, waarin zij maar eeiuge naam kon maken en velen zagen haar als een dienares der weldadigheid; ze was een der kopstukken van de dierenbescherming en vocht voor het natuurschoon, maar haar personeel noemde haar eentang. Avonds, als de krant kwam, liet ze de meid van drie hoog komen, om de krant binnen te brengen. Natuurlijk, daar heb je toch een meid voor. Ze had een mormel van 'n hond en die moest 's morgens en 's avonds „gelucht worden. Als 't mooi weer was, ging mevrouw zelf wel, maar als 't „hondenweer" was. moest de meid het doen. Natuurlijk, daar heb je toch een meid voor. Aan dat mensch dacht ik, toen ik het cr-lag las. over die vergadering te Utrecht, waarin de kanaalplannen besproken zijn. Daar werd ook besproken de natuur schoonheid, die bedorven zou worden, als het plan door de Geldersche Vallei werd uit gevoerd. Die menschen gaan zoo op in de beesten, dat ze aan de menschen niet meer denken. Ze bewegen hemel en aarde, om 'n trek hond, die onder of voor een wagen gespan- nen is, vrijaf te geven. Of de eigenaar zich ik dan half dood sjouwt, kan hen niets sche-

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1928 | | pagina 1