RADIO-CENTRALE „SOESTDIJK
Steeohuiisen co., vemuizersM 67a
Stormschade 1
monlngtnireau PJAlt
Luxe Auto-verhuur
VEN E MA
LA PORTE Co.
Uitgave: G. SMIT, Soestdijk. Bureau: Van Weedestraat 35, Telefoon 2181
Expositie Bontmantels.
Een aansluiting op de
u
IS DE AANGEWEZEN WEG, ook voor de bezitters van verouderde
ontvangtoestellen. Geeft daarvoor niet langer Uw geld uit.
Luisteren.
Uloering van Menopflers.
Incasso - Coupons
Prolongatie - Deposito
Safe-Deposit
KRABBELS
C. Verschoor, Nieuwtsr. 57
D, F. VOIGT
Woeste gronden.
VERZEKERT U tegen
Steenhofstraat 5, Teief. 2045
7e Jaargang
Vrl|dag 7 December 1928
No. 49
DE 5CE5TED CDUB/VNT
Abonnementsprijs voor Soestdijk, Soest en Soesterberg, 25 cent per
3 maanden.
Voor buiten 50 cent per 3 maanden.
Bijkantoren: VAN DE VEN'S Boekhandel, Baaro en C. J. VAN DAM, Rademakerstr. 15, Soesterberg
ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. ESce regel meer 15 cent
Advertenties tusschen de tekst dubbel tarief.
Bij contract belangrijke korting.
ONZE RIJMKRONIEK
grecce? sas i! c t a caa 36 scjes
a 3:j oyj-/ rsrgoeaca. voor
5eC3C£Us i 255- vcrbodco-i
(Ingezonden.)
UITBARSTING ETNA NOV. 192S
Op 't eiland van Cicïlië,
Liggend in een wijde zee,
Woont een aantal nijv're menschen,
Jaren lang reeds, weltevreê.
Hooge bergen, diefje dalen,
Zonneschijn en tuinenlust,
Scboone boomen groeien, bloeien
Daar, als in volmaakten rust.
Lieflijk nijgt de zon ter kimme.
Als in gouden purp'ren gloed,
Zachtkens roept een Idoosterklokje,
Zich weemoedig klinken doet
Zoele nacht is aangebroken,
Sterren schir'ren voor ons oog,
Plots, het rollen van een donder,
Vuur stijgt uit een berg omhoog.
Op, ontwaak, gij nijv're menschen,
Ziet, uw vijand is weer daar,
Op, ontwaak, gij trouwe werkers.
Uw bezit is in gevaar.
Groote brokken rollen, dav'ren,
Schieten uit den berg omhoog,
Stroomen vuur en gloeiend lave.
't Schrikbeeld voor ons starend oog.
Sluipend naden die verschrikking.
Alles doodend op haar baan.
Kleine huisjes, bonte gaarden.
Zijn in vlammen opgegaan.
Angstig loopt en kijkt den volke.
In oord van jammer en ellend.
Starend, wezenloos, berustend,
Voor dat groote woest geweld.
Langzaam wordt het rom'Ien minder,
't Vuur stijgt minder hoog ten top.
't Is, alsof deez' wonder-donders.
Ruwe krachten, waren op.
Troost'loos, grauw en grijs en donker.
Hopen puin, een blik omhoog,
Weg zijn huis en schoone gaarden,
Niets dan jammer treft het oog.
A. B.
reriaal, verhoogd met 25 pCt. voor toezicht
en administratie.
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen hierbij ter openbare kennis, dat
heden is afgekondigd de door den Raad de
zer gemeente op 31 October 1928 vastge
stelde verordening, houdende aanwijzing van
een gedeelte der gemeente Soest bestemd
voor het oprichten, hebben of gebruiken van
eenige inrichtingen, vallende onder de Hin
derwet.
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen hierbij ter openbare kennis. dat
is gebleken, dat het herhaaldelijk voorkomt,
dat nieuw gebouwde perceelen in strijd met
artikel 53 der Bouwverordening worden be
trokken, zonder dat vooraf eene bewoonbaar
verklaring is afgegeven;
dat zulks in verband met een behoorlijk
toezicht ongewenscht moet worden geacht;
dat zij daarom het hiervorengenoemd ar
tikel der Bouwverordening voor deze ge
meente onder de aandacht van belangheb
benden brengen, met de mededeeling, dat
niet-naleving daarvan tot het instellen van
een strafvervolging aanleiding zal geven.
Burg. en Weth. voornoemd.
De Burgemeester,
G. DEKETH.
De Secretaris,
J. BATENBURG.
Dames- en Heeren Kleermakerij
F.C.KuiperstraatIO - Telefoon 2169
VOSSEN, MARTERS e.a.
Besluit nog heden tot het goedkoopste, eenvoudigste, het meest bevredigende.
menschen en gezinnen en medehelpen aan
de oplossing van het komende voedselpro
bleem.
En als straks de eindrekening zal wor
den opgemaakt, zal er, naar onze overtui
ging, ook nog wel wat voor den gemeente
ontvanger overblijven.
BANKIERS
BAARN - SOEST - BUSSUM
Door geduldig te luisteren, ook
naar hetgeen ons niet boeit, geven
wij een bewijs van gezond ver
stand en van een liefderijk ge
moed. Drozan.
officieele bekendmakingen
De Burgemeester van Soest brengt hierbij
namens het Hoofdbestuur van "het Neder-
landsche Roode Kruis dank aan allen, dae
tot het welslagen der ten behoeve dezer in
stelling gehouden collectie hebben medege
werkt.
Burg en Weth. van Soest brengen hierbij
ter openbare kennis, dat de Gemeentelijke
werkverschaffing zal aanvangen op Maandag
10 December a-S.
Aanvraagformulieren om voor plaatsin:
daarbij in aanmerking te komen, zijn kos
teloos ten raadhuïze (3e afdeeling) te be
komen.
Burgemeester en Wethouders van Soesi
Drengen bij dezen ter openbare kennis, dat
de begrooting der plaatselijke inkomsten en
uitgaven voor het dienstjaar 1929, welke door
hen op heden aan den Raad is aangeboden,
vanaf heden voor een ieder ter secretarie der
gemeente ter lezing is neergelegd en tegen
betaling der kosten algemeen verkrijgbaar
is gesteld-
Burgemeester en Wethouders van boést
brengen ter openbare kennis, dat de Raad
in zijne vergadering van 23 November jJ
besloten heeft voor gasverbruik de navolgen
de tarieven vast te stellen:
a. voor een verbruik tot 50 M3 per maand
12 cent per M-3;
b- alk verbruik boven 50 M3 per maand
10 cent per M3;
c. een tariefrecht van i 6.per maand en
iedere M3 verbruikt gas a 5 pent per M-3-
Onder maandverbnuk te verstaan de hoe
veelheid gasverbruik tusschen twee opvol
gende meteropnamen.
Deze regeling zal ingaan onmiddellijk na
de meteropname van de maand Dec- 1928.
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen ter openbare kennis, dat bij hun
besluit d.d. 23 October 1928, le afd. No.
S-1-S2. onder intrekking van het desbetret-
fend vorig besluit, is bepaald, dat met ingang
van 1 Januari 1929 voor het leggen van
dienstleidingen vanwege het Gasbedrijf. door
den aanvrager moet worden betaald een in
verhouding tot de lengte evenredig bedrag
in de aanshlitmgskosten. zulks met machme-
miug van het aantal meters, dar ingevolge
het bepaalde bij art. 13 der „Verordening
regelende de voorwaarden voor de levenng
van gas over den gewonen meter en ovw
den Smtgasnreter door het
Oasbedrijl te Soest", voor rekening tan het
bedrijf wordt genomen.
Onder aanslniüngskosten worden ver
staan de kosten bepaald voor arbeid en ma-
Luisteren is ongetwijfeld een daad van
goeden wil, doch te gelijkertijd toch ook
bijna een gave, althans een kunst dit te
kunnen doen. Als „goede wil" heeft „het
luisteren voorzeker zijn grootste verdiensie;
wel te verstaan „het toeluisteren". Het mag
orden aangemerkt als een uiting van be
schaving en wellevendheid, maar niet minder
als een kenmerk van een vriendelijk karakter.
Ook kan aandachtig toeluisteren een diepen
kunstzin, een muzikalen aanleg, alsmede een
meerdere of mindere mate van weetgierig
heid vertolken.
Aandachtig toeluisteren getuigt niet alleen
ook van meerdere of mindere inspanning
den geest, maar veeltijds ook van groo-
tere of kleinere deelname en somwijle van
rerke aandoening van her zieleleven. Hel
iuisteren is immers een „waarnemen tan en
tevens een overbrengen naar den geest en
naar de ziel, voor zooverre men deze beiden
als afzonderlijk kan beschouwen". In de volle
beteekenis van luisteren, als handeling, doet
de mensch dit niet uitsluitend door bemid
deling van het gehoor, doch wellicht niet
minder cok door het gezichtsvermogen.
Vandaar dan ook dat men wel eens zegt:
4-iij zat met open ooren en oogen toe te
iuisteren". Evenals het tot ingespannen luis
teren geopend oor, kan ook het wijd geopend
oog aandachtig luisteren naar wat het w aar-
neemt, als eenmaal de belangstelling is ge
wekt. Het gezicht kan n.L menigmaal, even
als het gehoor, het gesproken woord, muziek
,f eenig ander geluid, aan geest en hart
ertolken zij het dan ook op andere wijze.
Het luisteren behoeft bijgevolg niet altijd
te zijn naar iets waarvan voor onze stoffehjke
ooren een geluid uitgaat Onze ziel immers
luistert menigmaal naar stemmen, die ons
stoffelijk oor niet verneemt, doch die door
het schoonste wat in ons is duidelijk wor
den verstaan. Geluidgevende stemmen ver-
Kondigen niet altijd de waarheid, maar wat
door ons geestesoor wordt vernomen, is aan
geen twijfel onderhevig, omdat het nie, de
menschenmond is, die uitsprak wat ons gees
tesoor heeft vernomen. En wat ons stoffe
lijk oog ziet, is niet altijd „waarheid'zij
het dan ook, dat duizende menschenstemmen
het u zouden bezweren. Er ontgaat veel aan
ons eigen stoffelijk oog, maar wellicht nog
méér aan ons zieleoog. Doch als wij willen
hooren en willen zien, eerlijk en naar alle
zijden heen, dan wordt ons veel geopenbaard,
waarvoor wij aanvankelijk doof en blind wa
ren. De menschehjke stem en het stoffelijk
oog zeggen beslist niet altijd de waarheid.
Er zijn zoo oneindig veel dingen, die de
menschelïjke stem weigert uit te spreken,
waar zij in oprechtheid toch zou moeten spre
ken; en tevens zijn er zoovele dingen, die
het menschenoog hardnekkig weigert te zeg
gen en waarvan het zich onwillig en zonder
werkelijken spijt bij voortduring afwendt.
Als wij in ons leven en in ons doen en
nalaten, elke beweging, elk besluit en elk
onzer handelingen geheel laten afhangen van
wat wij gaarne doen, dan luisteren wij toch
heel zeker niet naar de raadgeving en de
rechtsspraak van ons verstand en van ons
hart, maar brengen daarentegen onze wen-
schen, tot eiken prijs, tot verwezenlijking.
Wanneer wij daarentegen luisteren met ons
geestesoor en zien met ons zielsoog, dan
hooren en zien wij de dingen des levens met
meerdere juistheid en heel zeker meer naar
aarheid. Wij zullen dan heel veel dingen
anders zien en anders beoordeelen dan wij
deden en vele onzer wenscben aan critiek,
althans aan een scherp onderzoek, van eigen
rechtvaardig oordeel, onderwerpen. De waar
heid is, dat ons toeluisteren met onzen geest
en met ons rechtsoordeel, menigmaal veel
te wenschen overlaat; omdat onze wil wat
al te veel de dienaar is van ons verlangen;
daarbij aan velerlei sterke, steeds terugkee-
rende invloeden bloot staat en dientengevol
ge—al willen wij dit niet gaarne aan ons
zelf bekennen ophoudt „eigen vrije wil"
te zijn. En juist die steeds zich brutaal op
dringende invloeden, van welken aard en
oorsprong dan ook, belenen ons helaas zoo
menigmaal, met ons geestesoor en ons ziele
oog toe te luisteren. En zoo wij dit toch wel
hebben gedaan, bewerken menigmaal die
nooit rustende invloeden, die nagenoeg altijd
van geïncarneerde zelfzucht uitgaan, dat wij
het beluisterde weer loslaten, of althans niet
tot ons voordeel dat wil zeggen, tot on
zen ziele-groei, in verband met onze eigen
geestesopaamen", aanwenden.
Hoe kunnen wij een juist en waardig
antwoord geven op wat het leven zelf ons
zegt en hoe kunnen wij ons verantwoorden
tegenover die „Scheppende Macht", die ons
dat leerende en terechtwijzende leven heeft
geschonken; méér nog dan dat 't er ons toe
heeft geroepen, zoo wij dat leven niet met
volle aandacht hebben beluisterd. Laten wij
ens toch vooral niet van wat onze geest, als
waarheid, als echtheid heeft opgemerkt en
wat door die eerlijke, zich nooit vergissende
gewetensstem in ons, als zoodanig wordt
beaamd, laten afbrengen, door raadgevingen
als bijv. „Och, wees toch wijzer", die meest
al vergezeld gaan van een gewüd-imponee-
rende gezïchisplooi of afwijzend gebaar. Onze
eigen zelfzucht, doch menigmaal het hard
nekkig volgehouden egoïsme van anderen,
erhindert ons menigmaal aandachtig te iuis-
tren naar of althans in juiste vruchtbare
toepassing te brengen: wat het rijke leven en
de machtige Schepping ons te beluisteren
en te verstaan geven. Immers, de waarde van
ons leven schuilt toch in de som onzer le-
enservaringen, oï liever, in de wijze waarop
wij tot de slotsom zijn gekomen.
Het „beluisteren met het stoffelijk
geestesoor, met het stoffelijk zoowel als met
het zieleoog, zoomede het getrouw en
nauwgezet noteer en van alles wat men in het
waargenomen
roejsrn. dat de machines de oorzaak waren
van de werkeloosheid en zeker, 't is ook een
ÖQ tellende factor, maar de hoofdfactor is
het tiet.
Lk ontginning van woeste gronden is voor
ons land van het allergrootste belang. Daar
door kan voor langen tijd overvloed van
voedsel geproduceerd worden voor den
;teeds wassenden stroom der bevolking en
niet onbelangrijker, een loonende werkgele
gen: eid voor dezen aanwas worden verkre
gen.
Eu elke regeering, hetzij van land of stad,
dorp, of gehucht behoort een open weg te
hebben voor dit vraagstuk. Want elk jaar
vraagt het luider om oplossing.
Nt zuilen we onze lezers niet vermoeien
met een reeks van cijfers, waarin onweer
legbaar wordt aangetoond, dat het hoognoo-
dig is en hoog tijd, dat er met spoed aan dit
vraagstuk gewerkt wordt, maar wij zullen
nu in "t kort eens zeggen, wat er in onze
gemeente, met 'n betrekkelijk klein kapitaal
kan gedaan worden, om telkenjare een flink
stuk wvesten grond te ontginnen; daardoor
voedsel voortbrengenden grond, toevoegend
aan de reeds bestaande, werk verschaffend
aan werkloozen en straks plaats biedend voor
een aantal landbouwers, die er een blijvende
werkkring hebben.
't is een procédé van de laatste jaren, om
het huis- en straatvuil te benutten, om woes
te gronden te ontginnen en in korten tijd
vruchtbaar te maken.
Vide de resultaten daarvan gezien heeft te
Antwerpen, in de Peel bij Helmond eu niet
het minst in de buurt van Tilburg, waar de
grond nogal veel overeenkomst heeft met
den grund in onze gemeente, vraagt zich af,
waarom hier ook zoo iets niet aangepaki
wordt.
Het huis- en straatvuil, dat een groote
waarde heeft als mest, moet daarvoor benut
A - - men veelal zien. dat in 0113e ge
in eejie bijv. de afgevallen bladeren op den
openbaren weg op hoopen worden geveegd
en door particulieren met emmers en wa-
EEN' WIJS WOORD VOOR 1EDEREN DAG
VAN KNELIS.
Een dezer dagen ben ik, na melkenstijd,
eens naar de Eem, die schoone, wild brui
sende rivier geweest
Ik wilde daar een en ander zelf eens in
.ogenschouw" nemen.
Niet, dat ik met de situatie daar onbekend
ben, maar als je alles zoo voor je hebt, dan
krijg je toch een betere voorstelling van het
eheel.
Ja, dat woord „oogenschouw'' gebruik ik-
hier, omdat m'n nicht dat zoo'n moot
woord vindt. „Oogenschouw" en „denk
beeld" vindt zij de mooiste woorden in de
heele Nederlandsche taal.
Begrijpen doe ik daar niks van, want je
moet weten, dat zij niet lezen of schrijven
kan en ik kan dat* wel. Ik vind bijv. „sap
perloot" veel mooier woord, vooral als dit
door een inboorling wordt uitgesproken: „Sa-
a-aperloe-ot".
Maar ik zei, dat ik de Eem eens in oogen
schouw zou nemen en de wandeling daar
heen was niet onaardig, want ik trof daar juist
een man van gewicht.
Ik dacht, wel sapperloot, komt die ook de
Eem in oogenschouw nemen? Daar moet
ik het mijne van hebben.
„Moarige m'nheer de B..",zeiïk.
Komt U ook eens kijken naar onze schoone
rivier, die zooveel welvaart aan onze ge
meente brengt?"
15 cent per K.M.
Dag en nacht te ontbieden.
TELEFOON 2247.
ZONDAG.
Geen mensch kan een ander rein maken.
MAANDAG.
Waar rechtschapenheid is, is wijsheid en
waar wijsheid is, is rechtschapenheid-
DINSDAG.
Mildheid, hoffelijkheid, welwillendheid, on
zelfzuchtigheid, onder alk omstandigheden
jegens aöe menschen. Deze eigenschappen zijn
voor de wereld wat de as-nagel is voor den
rollenden wagen.
WOENSDAG.
Ik verafschuw geluk, dat door ongerech
tigheid bezoedeld is, gelijk voedsel besmeerd
met vergif.
DONDERDAG.
Dat u nimmer, zelfs niet in een droom,
ichuldig zijn moge aan diefstal, ontucht,
dronkenschap, moord en leugen.
VRIJDAG.
Heb eerbied voor de ouden van dagen
alsof zij uw vader en uwe moeder waren;
heb de jongen lief als uwe kinderen of jon
gere broeders.
ZATERDAG.
Wat als „naam" en „familie" wordt aan
geduid is slechts een uitdrukking.
doe, misschien gooi ik 'm wel weg. Ik heb
m'n plicht gedaan en m'n pijp gerookt".
Hij ging weg zonder te groeten.
Ik riep hem nog na, maar hij riep terug,
dat hij geen tijd meer had-
Even later zag ik hem op den Grooien
Melmweg, bij de spoorbaan, achter een
boom staan en ik dacht ah zoo, had je
daarom zoo'n haastJa, dat komt er van,
als je zoo'n smerige pijp rookt
zet de melodie van ons
leven bij de menschen en bij zichzelve, heeft] gentjes in hun tuintjes gesleep:. Daar is
niets tegen, want ook daar zal het allicht
beter dienst doen, dan dat het weg waait,
erregend en de riolen verstopt-
Mij dunkt, als de gemeente met ernst een
vuilnis-ophaaldienst organiseer: en dan ook
die gehate extra-belasting van i 230 per jaar,
voor het weghalen van huisvuil afschaft, io
de geheele gemeente gratis het vuil laat
weghalen en dit als mest benut op daarvoor
bestemde stukken thans onbenut land, dan
brengt dit niet alleen z'n rente op aan den
vruchtbaren grond, welke gevormd wordt,
maar 't werpt ook meer economische vruch
ten af voor de bevolking van heden en de
toekomst.
levenslied in compositie; en onze levensharp
zal die melodieën doen hooren en vooral
het slotaccoord veelzeggend uitspelen.
Doch daar is veel wat ons in het leven en
io de menschen niet of slechts zeer weinig
boeit en ook daarnaar moeten wij trouw
en met aandacht oor en oog wenden en niets
verzaken. Ook in wat ons persoonlijk met
boeit, kan wellicht leering zijn gelegen en
onze liefde voor velen en voor veel, moet ons
daarbij aansporen, om toch met belangstel
ling toe te luisteren, bijv. waar het geldt die
medemenschen, wier geest niet is ontwik
keld, of wel, waar het betreft, de oude van
dagen. Bejaarde menschen immers spreken
veelal gaarne van hunne jeugd en van hunne
levenservaringen en vallen daardoor ^veelal
in herhalingen, dan ook moeten wij zon
der ontstemming toeluisteren. Want hun le
vensgenot is door al den aanhang van den
ouden dag en door alles wat zij moeten mis
sen, zoo klein zoo heel klein geworden.
Waarom dus aan het bescheiden geluk, dat
onze aandacht hen kan schenken, te onthou
den? En behalve dat wij ons in dergelijke
gevallen, door onze aandacht te geven be
schaafde, wellevende en vriendelijke men
schen toonen te zijn, komt toch ook de lee
ring tot ons: hoe ongelijk het levensgenot en
de levensvreugden der menschen kunnen
zijn; alsmede, hoe alles voor den mensch
voorbijgaat in en om hem.
„Ja, Knelis", zei hij, „ik wilde met eigen
oog een en ander persoonlijk eens opnemen' -
Ik zag nu pas, dat hij een groote houten
pijp rookte. Nog nooit 'nad ik hem dit zien
Fn «I- mnjr ipft K;Ï7.»aa»rf> aan
dacht naar die pijp hebben gezien, want
hij zei tegen me: „Ja, Knelis, daar zie je
van op hè, dat je mij zoo'n reuzepijp ziet
rooken; maar tegen jou gezegd, 't bevalt
me niets".
„Nou, schei er dan mee uit", zei ik; „je
hoeft toch geen pijp te rooken als je^niet
wilt? Steek van mij een bokkie op".
Nee Knelis", zei hij, „dat doe ik met,
die pijp is een cadeautje van één van de
Drogist,
Gediplomeerd Opticien
BURGEM. GRQTHESTRAAT 23 - Soestdijk
Eerste Soester Electx. BriUenslijperij.
GROOTE SORTEERING FOTO-ARTIKELEN
BRIEF VAN KNELIS
Mijnheer Smit.
Gisteren heb ik je brief ontvangen, je
denkt zeker de eene dienst is de andere
waard, maar zeg maar aan je vriend, dat het
niet gaat hoor.
Omdat ik nu een paar 'keer in de krant
heb geschreven en over een Visscher schreef,
dacht je zeker ak ik met Jan nog eens ga
vïsschen, dan vraag ik aan Knelis of we bij
hem mogen visschen.
Maar, ik wil je zeggen, dat ik me land
niet laat vertrappen en als jullie voor de
maar ergens anders gaan. Ia Soest is nog
troebel water genoeg.
Nu moet je niet denken we gaan toch
en dat vindt Knelis wel goed; vast niet hoor.
Ik dien beslist een aanklacht tegen jullie
in en dan moeten jullie allebei bij den Ot-
firier van Justitie komen en de hengels mee
brengen. Dan zal hij jullie wel eens laten
vïsschen.
Maar als ik jou aan een goeie raad mag
aeven, dan moet jij gaan visschen in de
Gedupeerden".
,0". zei ik en terwijl ik de slik van m'n Dapjermand, dan zal j' eens zien hoeveel oude
-i.ru-t, aanjcjac|1jen je er uit slaat en ik wed, dat je
klompen veegde, dacht ik, wie zou nou toch
die „Gedupeerde" zijn?
Ondertusschen vertelde hij verder.
„Die pijp heb ik zóó gekregen, gestopt en
Nu weten we zeer wel en vooral de snel
heid van ontginning te Tilburg heeft dat
aangetoond, dat, door het huis- en straatvuil
uit te storten op die droge zandgronden,
deze maar niet zoo één-twee-dne in vrucht
bare landouwen zijn herschapen. In Tilburg
heeft men er dit op gevonden, dat men het
loopen. Dat
rioolwater daarover heen laai
Wij aanschouwen dan m heeft daar een verrassend effect gegeven,
levenskracht en levens-jllusje. b'eroofd o» -| jou mcQ fcf3 kunnen doen.
ren van dagen de de bouwvallen of pomb yk huii beek kruis', zegt 't spreek,
peu van wellicht eertijds irotsche hechte op
het oog bekorende gebouwen, ihans mei mos
begroeid, voorheen met bloemen omsterd
eenmaal hoog en vroolijk afstekende tegen
de blauwe, zonnige Tucht van hunne lente.
De herinnering omwaait die puinhoopen, (Le
wij nimmer in schoonheid, statigheid en
hechtheid hebben gezien. Wij hebben het
jubellied van hun leeuwerik, den zang van
hun nachtegaal, die hen nog heugen, met
gehoord en hunne bloemen niet gezien.
Luister, o luister naar wat zij voor de
zóóveelste maal misschien met ingehouden
tranen, daarvan vertellen.
Luisteren o luisteren wij, met geheel ons
hart. naar het geheele levenslied, dat om ons
ruischt soms bruischt, soms fluistert. Het
omvat 'zoovele variaties, zoovele verrukken
de melodieën, zooveel weemoedsklanken,
zoovele smartkreten en snikken en 't geen
ons zoo vele treffende slotaccoorden te hoo
ren. Luisteren wij dan toe, met oor oogen
hart- Wellicht, dat wij dat lied leeren
verstaan althans waar wij het medeziii-
gen, luisteren wij-
VIKING.
Het bevolkingsvraagstuk is een vraagstuk
an den eersten rang.
Jaarlijks neemt de bevolking van ons land
met rond 100.000 personen toe. -
Voor die allen moet niet alleen brood maar
ook arbeid zijn. of zij zullen vegeteeren op
de publieke liefdadigheid: men moge het
dan noemen Armenzorg, Maatschappelijk
hulpbetoon of anderszins.
Lang hebben verschillende menschen ge-
woord, maar voor Soest zou men kunnen
zeggen: „Elk huis heeft z'n put" en die put
moet op vaste tijden worden leeggehaald.
Vroeger, toen, bij de closetten, die water
spoeling nog niet zoo in zwang was. wil;-
den de boeren voor niets de put wel leeg
halen, alleen voor de mest.
Maar nu, met al dat water, is er geen
enkele boer meer, die dat karwijtje voor
niets voor u opknapt.
Ais nu de gemeente eens gratis het huis
vuil liet ophalen en voor een schappelijk
prijsje bij ieder op gezette tijden de putten
liet ledigen, door middel van een speciale
auto, dan waren de inwoners gediend, om
dat ze dan van al het overtollige en lastige
vuil verlost w aren en de gemeente had vuil
nis en uitstekend vocht voor de vruchtbaar-
making der door mij bedoelde gronden.
Om nu toch enkele cijfers te geven, vermel
den we, dat 10-000 kub. Meter afvalwater in
Tilburg (en 10-000 kub. Meter per jaar is
heusch zoo veel niet als men bevloeiings-
praktijk heeft) aan het perceel, waarop het
wordt uitgestort, schonk: 400 K.G. stikstof,
700 K-G. kali en 160 K.G- phespharzuur.
Wie nu ook maar een klein beetje opper
vlakkige kennis van bemesting mei kunst
mest heeft, weet, dat men met zulk een
hoeveelheid, al heel wat graan, aardapplen
of groenten teelen kan.
Natuurlijk zal de gemeente moeten be
ginnen met geld uit te geven voor bijv.
een vuilnis- en een faecalienauto. Maar, zij
zal dan ook de permanente werkloosheid
verminderen, woeste en nietswaardige grond
beduidend in waarde doen stijgen, een be
staansmogelijkheid scheppen voor diverse
Ik zag hem moeite doen, om een drage
lijk figuur te maken met z'n pijp.
„Hij trekt slecht", zei hij.
'ik nam uit den rand van mijn pet een stuk
van een breinaald en zei tegen m-,M nheet
de B„ als ik U soms dienen kan met een
doorstekertje?"
„Nou graag", zie ie.
Hij porde *een keer of wat door het roer
van de pijp, waarna het doorstekertje weer
vies te voorschijn kwam.
Ik gaf hem m'n blauwe zakdoek om den
naald schoon te maken, want ik zag, dat
hij niet goed wist, wat hij met dat vieze
ding doen moest. Bi dacht, voor je%'m weg
gooit, zal ik je m'n neuslap maar geven.
Als ik een exemplaar van „Democratie
en „Vrije arbeid" bij me had gehad, zou ik
die voor dat doel He ver hebben afgestaan.
..Wel. m'nheer de B.", zei ik, „wat denkt
U,"zou het Geldersche Vallei-kanaal er nog
komen?
..Ik weet het niet Knelis", zei hij, „ik weet
het niet". „Maarre, ik moet je zeggen, dat
ik er niet voor ben. Wat hebben wij nu
eigenlijk aan zoo'n kanaal hier. Daarbij komt,
dat deze kant van de gemeente een groote
verandering zal ondergaan en dat wij het
groote «renot. verbonden aan hei jaarlijks te-
rugkeerende hooge water zullen moeten mis
sen, want daar zullen ze natuurlijk we. gelijk
tijdig in voorzien. Wie weet, wat nog alle-
maaf zal veranderen of veranderd moet wor
den en denk dan eens aan 't werk, w at daar
aan is verbonden.
En ze moeten in Soest nu heusch niet
denken, dat ik naar hier ben gekomen om
me dood te werken; want dat heb ik, toen
ik in 't filiaal van Holland was, ook met be
hoeven te doen. 't Is mij zoo mooi genoeg
en als ze nog meer werk voor den dag willen
halen dan moeten ze 't zelf maar weten,
maar dan zal ik gauw verdwenen zijn en dan
moeten ze maar zien, dat ze 't zelf op-
die twee aanklachten, die indertijd tegen U
zijn ingediend, ook nog wel tegen komt. Je
weet nog wel, toen je zoo ondeugend was
om tegen den redacteur van die andere krant
in Soest te schrijven.
Jullie moeten het dus nu zelf maar weten.
Met de groeten van je vriend
KNELIS.
VOOR VILLA'S iO.W PER SULLE EN' IN
BOEDELS f 0.50 PER MILLE
Bij het statiOD Soestdijk
INGEZONDEN STUKKEN
Hierna deed hij weer een haal aan rtt pijp
en trok daarbij zoo'n erbarmelijk gezicht, dai
ik meelijden met hem kreeg-
„Als ik U was, smeet ik die pijp ^"cg
„Neen, Knelis", zei de B„ „dat kan ik niet
doen 't is een geschenk en ik heb belooid,
dat ik die pijp in de gemeente Soest zou
aitrooken".
Nou" zei ik, „3c vind het gemeen hoor,
iemand zoo'n pijp te laten rooken, als hij er
niet tegen kan: ik liet hem die „Gedupeer-
de" zelf maar uitrooken".
Enfin" zei hij, terwijl hij erg raar begon
te doen. „Tc Zal nog wel eens zien, wat 'l"
Geachte Redactie.
Verzoeke beleefd eenige plaatsruimte voor
onderstaande, waarvoor bij voorbaat dank.
Voor een aantal jaren kwam ik bijna da
gelijks aan een groote villa, bewoond door
een „groote dame".
Ze hield er een stuk of wat dienstboden op
na, een kinderjuffrouw, een werkster en weet
ik wat meer.
Haar plaats zocht zij in elk comité en
elke vereeniging, waarin zij maar eeiuge
naam kon maken en velen zagen haar als
een dienares der weldadigheid; ze was een
der kopstukken van de dierenbescherming
en vocht voor het natuurschoon, maar haar
personeel noemde haar eentang.
Avonds, als de krant kwam, liet ze de
meid van drie hoog komen, om de krant
binnen te brengen. Natuurlijk, daar heb je
toch een meid voor.
Ze had een mormel van 'n hond en die
moest 's morgens en 's avonds „gelucht
worden. Als 't mooi weer was, ging mevrouw
zelf wel, maar als 't „hondenweer" was.
moest de meid het doen. Natuurlijk, daar
heb je toch een meid voor.
Aan dat mensch dacht ik, toen ik het
cr-lag las. over die vergadering te Utrecht,
waarin de kanaalplannen besproken zijn.
Daar werd ook besproken de natuur
schoonheid, die bedorven zou worden, als
het plan door de Geldersche Vallei werd uit
gevoerd.
Die menschen gaan zoo op in de beesten,
dat ze aan de menschen niet meer denken.
Ze bewegen hemel en aarde, om 'n trek
hond, die onder of voor een wagen gespan-
nen is, vrijaf te geven. Of de eigenaar zich
ik dan half dood sjouwt, kan hen niets sche-