I LA P0RTE&Co. - BANKIERS
Luxe Auto-verhuur
VENEMA
Uitgave: G. J. SMIT, Soestdijk. Bureau: Van Weedestraat 35, Telefoon 2181
N.V. Cramer's Behangerij
en Meubiieer-lnrichting
DENKT U ER OfVI,
2 STQOMWASSCHERIJ
„DE KOLK"
plrttotj PU ROL
Herfst.
D. F. VOIGT - Burgem. Grothestraat 28 - SOESTDIJK
Behandelen alle Bank
en Effectenzaken
Safe-Deposit
Rentevergoeding voor Deposlo's:
o.a. voor een maand vast 4%'s jaars.
C. Verschoor, Nieuwstr. 57
KR A
ELS
PIANOLESSEN
IDA JONGSMA
KNIPCURSUS
8e Jaargang No. 39
Gegarandeerde oplaag 3000 exemplaren.
Vrijdag 27 September 1929
DE S0E5TER COURANT
Abonnementsprijs voor Soestdijk, Soest en Soesterberg, 25 cent per
3 maanden.
Voor buiten 50 cent per 3 maanden.
Bijkantoran: VAN DE VENS Boekhand*!, Baarn en C. J. VAN DAM, Rademaker*tr. 15, Soesterbarg
ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. Elke regel meer 15 cent
Advertenties tusschen de tekst dubbel tarief.
Bij contract belangrijke korting.
Laanstraat 61 - Telefoon 119
BA.4RN
in den nu minder drukken tijd Uw
beddengoed eens te laten nazien?
Voor een vakkundige behandeling
kunnen wij U instaan.
ONZE RIJMKRONIEK
et plaatselijke) gcdlcl ter
(Nadruk verboden)
(Ingezonden.)
STERRENLICHT
Als ge in late avondstonden
naar der sterren schitt'rend licht
stil en peinzend d' oogen richt,
vragend, wat zij u verkonden
is het dan niet, of van veêr,
uit een land vol zaligheden,
vriend'lijke oogen uit 't Verleden
tot U spreken van Weleer?
Zoo ook blinkt daar menig' sterre,
die uw levenskruis bestraalt,
als uw levenszon reeds verre
hoop'loos vèr, is neergedaald.
Schoon zij niet het licht kan geven
dat voor U verdwenen is
toch kan zij een lichtstraal weven
door 't gordijn der duisternis.
Toch, waar menschenhand den doren
neerlegt op uw levenspad,
die thans niet meer^ als tevoren,
schuil gaat onder 't rozenblad
wijst haar lichtstraal, vóór uw schreden,
U, hoe gij vermijden kunt
dat uw voet, bij 't voorwaarts treden,
neerkomt op de dorenpunt.
Toch, waar 't Lot het licht gaat doovcn,
't Levenspad in 't duister hult,
U den schoonsten droom komt rooven
die geheel uw ziel vervult
daar komt in uw donk're dalen,
als gij 't oog slechts opwaarts richt,
ongeacht een sterre stralen,
die -uw donker pad verlicht.
Als g' in 's Levens avondstonden
naar het vredig sterrenlicht,
stil, ontroostbaar d' oogen richt,
balsem zoekend voor uw wonden
Schouw, o schouw dan in den nacht
van uw donker zieleleven:
of geen lichtstraal is gebleven,
die uw zielewond verzacht
Raadselachtig stergeflonker,
dat ons troostend tegenlacht
o, gij wekt, doorstralend 't donker,
onze ziele uit haar nacht.
Eind'Ioos, eeuwig lichtgewemel,
noodt gij tot volmaakte rust?
Fokkelende sterrenhemel,
zijt gij niet, de blijde kust
zijt gij niet, het veil'ge strand
van het Groote Vaderland?
Naar de Sterren aan den Hoogen
hopend geest en hart gericht.
Naar de Sterren heen, uw' oogen
naar de Sterrennaar het Licht.
zomernachten en voor de milde volle schoon
heid van de natuur in Lente- en Zomertijd?
0 zeg het onsBrengen de snaren van uw
Aeolusharp zooveel vreugde en blijheid in het
menschenhart, als in de hoopbrengende, hoop-,
vernieuwende, jubelende Lente als in den
weelde-ontwikkeknden Zomer? Zijn er wel
snaren op uw harp, die den leeuwerikszang,
die het nachtegaalslied en het dankgeluid van
den merel weergeven? Kunnen de gele en
bruine tinten van uw gebladerte, die het af
sterven, het vergaan voorspellen, wel wed
ijveren en vergoeding geven met en voor het
frissche, teedere groen van het lenteloover,
dat 'hoop, vernieuwing en den zwijmel van
jonge liefde in zich draagt en uitademt? Zeg
het ons deel het mede aan het angstig
kloppend menschenhart, dat groote verliezen
vreest. Hoor, wat ritselt daar?Het is het
geluid, het is de stervenskreet van het gebla
derte, dat zich loslaat van den boomtwijg en
wegdwarrelt naar beneden, naar de aarde,
waar het zal vergaan. Zoo kort geleden was
het nog teergroen; de zomer maakte het
donker van kleur, en vóór dat nog de Herfst
zijn sprekend maar verraderlijk geel of rood
bruin kon aanbrengen, viel het, te vroegtijdig,
vaal en verschrompeld, af. Gij' ziet het, o
mensch, en het verschrikt U. Hebt gij' misr
schien dat geluid reeds meer vernomen? Niet
alleen in de natuur, dn den weemoedigen, in
den kleurenrijken, stem menden herfsttijd,
maar nog in den zomer van het levenook
reeds in den groenen bloemenrijken lentehof,
bij stralende lentezon, bij den vroolijken ju
belzang der blijde vogels? Hebt gij toen
misschien reeds geknakte en stervende bloe-
1 men aanschouwd, die zich in de Lentezon
zoo heerlijk hadden ontplooid, en zoo liefelijk
j geurden? Indien dit zoo was zoo treur
dan niet. Zij zijn immers heengegaan in lente
of zomertijd vroeg, te vroeg. Zij zijn on
tijdig verwelkt en afgestorven; doch gisteren
mogelijk zoo pas, hebt gij haar geur inge
ademd, haar kleuren nog bewonderden
zij zal in uwe herinnering voortleven, zooals
gij haar gezien en vereerd hebt. Haar heeft
de ouderdom of de ellende dezer wereld al
thans niet langzaam, maar wel zeker alles
ontnomen, wat zij aan schoonheid van. vorm
en kleur, wat zij aan geur bezat. Want de
geur is de ziel van de bloem; zij is haar
adem, die verfrischt en verkwikt en die
opstijgt naar omhoog.
9 AMERSFOORT - TELEFOON No. 615
- EEN GOED ADRES
VOOR UW WASCH.
..{halen en thuisbezorgen iederen dag.
vallen en bezeeren zich dikwijls en
het wiegekind heeft vaak last van
roode of gesmette huid. Oitverzacht
en geneest men met
■wotMEZ1110
kuKÊ P>-EK
Tube 80
Bij Apolh. «n Drogisten
„Dichterlijke najaarsdagen,
Weemoed brengt gij ons alweer,
't Hart, vol heimwee, blijft nog vragen
Naar zijn beelden van Weleer." V.
Het begin van den Herfst, dat jaargetijde
vol weemoed en poëzie, is daar. September,
de maand met zijn versterkende lucht en zijn
laatste, kleurige bloemen, heeft hem ingeleid.
In den oud-Romeinschen tijd was Septem-
bris de zevende maand, zooals ook door haar
naam wordt aangewezen. Nu is zij, volgens
latere indeeling, de maand, die aan den Zo
mer zijn afscheid geeft, en die ons komt her
inneren aan de nadering van den Winter
aan den stilwerkenden rusttijd der natuur.
Dichterlijke, tintenrijke en vruchtenzamelen-
de Herfst. Zijt gij ook niet de slooper van al
het schoone, het frissche, hoopvolle en weel
derige, dat Lente en Zomer hebben aange
bracht? Weegt uw vruchten-voorraad als hij
is saamgebracht, wel op tegen al de schoone
beloften, al de vreugden, die de bloesemrijke
Lente den hoopvollen mensch bracht? Weegt
uw voorraadkamer, na aftrek van den schei-
dingsweemoed, na aftrek ook van de najaars
stormen en van al de afgerukte groene bla
deren, geurende bloemen, weggezonken men-
schenhope en verdwenen zonnewarmte, wel
op tegen het morgenrood van de lieve, stree-
lende Lente, mét leeuwerikzang en geurige
lentebloesems? Kunt gij. den mensch vergoe
ding bieden voor de zwoele zomerlucht, voor
den menigmaal zonnigen, blauwen zomerhe
mel, voor de heerlijke en lange zomeravon
den, voor de weelderige, groei-aanbrengende
De mensch evenwel, die zijn leven uitleeft,
die alle jaargetijden van dat leven meemaakt,
hoe Jang en hoe krachtig hij in den levenshof
mag bloeien, groeien en vruchten voortbren
gen, sterft vèr van zijn Paradijs, waar de Len
tezonnestralen hem koesterden, waar de len
tebloesems een rijken oogst voorspelden,
waar blij de vogels zongen, waar wel lente
wolkjes heendreven langs den blauwen He
melkoepel, doch waar overigens alles frisch-
heid, reinheid en liefde ademde. De oud-ge
worden mensch staat op een eenzaam, kaal
geworden pad, waarop alléén de herinnering
hem vergezelt, en hem, als hij voortstrom
pelt naar het einde, zijne vervlogen droomen,
zijn afgereisde bloedverwanten en vrienden,
ja alles wat hem eenmaal gelukkig maakte,
m.a.w. zijn Paradijs op aarde laat zien.
Maar die oud geworden, schier van alles
beroofde mensch, strijdt wankelend voort
door dorre bladeren, vvaartusschen zijn do ode
bloemen liggen die niet vervangen kunnen
worden, omdat zij alléén konden ontspruiten
en groeien in de zonnige dreef, die vèr ach
ter hem ligt. Dit zeggen hem die afgevallen
bladeren, die van hun stengel gevallen doode
bloemen; en daarom schrikt hij op als die
neervallende bladeren ritselen, want in zijn
gemoed valt ook iets neer op de snaren van
zijn zieleharp en dat iets brengt die snaren
in beweging, en even even toch klinkt
een zachte klaagtoon op uit de diepte daar
binnen in hem. En vanuit de verte, achter
hem, hocfrt hij stemmen dierbare stem
men v die van saamdoormaakte vreugde, wel
licht ook van saamgedeelde smart spreken.
Dat is het radio-concert, vol melodieën van
verschillenden aard, dat het verleden, bij zijn
terugwijken van het heden, nog naar het
menschenhart afzendt, opdat dit contact blij-
ve, met hetgeen eenmaal werd doorleefd en
gevoeld. Van dat radio-concert uit doorleef
de tijden, dat opgevangen wordt door de
ontvankelijke, eenzamer geworden men-
schenziel, speelt de ziele-harpe alle melodieën
na, in den Herfst van het leven, als de weg-
dwarrelende bladeren ritselen, en de voet zich
een weg moet banen door het dorre loover.
Maar de goudschitterende Herfstzon
spreekt mede, en werpt hare goudsprankels
niet slechts over de geel en bruingetinte
bladeren in de groolsche natuur, maar ook
over de niet verkleurde herinneringsbeelden
van den menschengeest, over de talrijke reli-
quieën van het menschenhart. En dan ziet
die mensch zijn verloren Eden weer, met zijn
frischgroene bladeren en kleurrijke welrieken
de bloemen.
En bij die geestesaanschouwing gaat de
weemoed des harten wonderlijk over in een
blijde herkenning en waardeering. En een
stroom van diepgevoelde dankbaarheid, dat
hij dat alles mocht bezitten, verwarmt zijn
hart.
Gele en dorre bladeren als de goude Herfst
zon U beschijnt, als gij wegritselt van de hoo
rnen, dan spreekt gij tot het menschenhart,
een taal van schoonen klankin verheven
zinsbouw. VIKING.
Gediplomeerd Drogist - Opticien
FOTOHANDEL - ONTWIKKELEN VOOR AMATEURS
BAARN
BUSSUM
SOEST
PLUIMVEE, TUINBOUW ENZ.
Vragen, dexe rubleV betreffende, kunnen worden gezonden aan den
Heer G. J. Lieshout, Dlr. Landbouwschool. Montfoort. Postzegel groot
zeven en een halve cent voor aotvvoord insluiten. (Nadruk verboden.)
Het kuilen van gras.
Het wordt hoe langer hoe meer gewoon
te groenvoer voor den winter te gaan kuilen.
Het is eigenlijk de gewoonste zaak van de
wereld. Ieder maakt 's zomers in om 's win
ters groente te hebben.
Zoo doet ook de veehouder. Deze heeft
vaak groote hoeveelheden groenvoer, die
niet direct geheel te vervoeren zijn. Het is
zonde, deze ongebruikt te laten Liggen, zoo
dat het waardeloos wordt. En ook verkeerd
is het, te groote hoeveelheden groenvoer on
doordacht op te voeren. In den laten winter
en het voorjaar zit bijna ieder zonder groen
voer. En o, 't is zoo moeilijk op die manier
veel melk te hebben.
Velen maken dan ook het te vele gras in.
Die inmaak heet persvoer, kuilvoer, inmaak
en ik weet niet, hoe al meer.
Persvoer werkt zeer gunstig op de spijs
vertering, is uitstekend voor de melkgift,
werkt den gezondheidstoestand der dieren
in de hand, geeft een mooi voer om te ver
mengen met meel, enz. En bovendien het
kost niet duur.
De meer vooruitstrevender: onder -
houders leggen het nog anders aan. Die zor
gen er voor, in voor- en najaar veel gras te
hebben. Om te hooien is het weer dan niet
standvastig genoeg. Dan is inmaken een uit
komst. Dat vele gras is gemakkelijk te ver
krijgen. Met stikstofmest is dat geen kunst
meer. De fosfor en kali en zoo noodig de
kalk worden niet vergeten, maar per bunder
in het voorjaar een 200300 K.G. chili of
kalksalpeter of 1,52,5 zak zwavelzure am
moniak als stikstofmest zetten dan de kroon
op het werk.
Dat inkuilen van gras kan natuurlijk niet
zoo secuur gaan als bijv. het wekken van
boontjes, maar secuur gaan, moet het toch.
Er zijn regels, waar we ons aan moeten hou
den en die zich niet ongestraft laten over
treden.
Gras, dat aan een hoop gereden is, gaat
broeien. Dat komt, omdat de groene plan-
tendeelen ademhalen en zoodoende warmer
worden. De bacteriën zorgen dan voor de
rest. Bij zoo'n 20 graden voelen de azijn
zuurbacteriën zich goed thuis en maken van
de aanwezige suiker azijnzuur.
Bij sterker broei komt de beurt aan de
boterzuurbacteriën, die een onaangenaam rie-
15 cent per K.M.
Da* en nacht te ontbieden.
TELEFOON 2247.
kend zuur vormen. Wordt de temperatuur
nog hooger, tot 60 graden toe, dan zijn de
melkzuurbacteriën in hun element en vor
men het aangenaam ruikend melkzuur. Dit
moeten we zien te bereiken. En dat kan, als
het gras niet te nat, maar zeker ook niet
te droog, wordt bij elkaar gebracht en losjes
uitgeschud. Is de vereischte temperatuur van
65 graden C. bereikt, dan wordt weer een
nieuwe laag gras aangebracht. Deze drukking
verdrijft de lucht uit de onderste laag en doet
den broei daar ophouden. Men wacht du9
met het opbrengen van een nieuwe laag gras
tot de vereischte temperatuur dn de voorgaan
de laag bereikt as. De afdekking van zoo'n
hoop gras geschiedt veelal met grond. Met
slootvuil, liefst nog met modder er tusschen
gaat zeker evengoed. Dat rolt er ook niet ge
makkelijk af. Maar daar slootvuil nog al
stinkt, moet de opgebrachte laag ongeveer
1 M. dik zijn.
Sommigen maken in op den grond, anderen
er in, weer anderen gedeeltelijk in, de rest
boven den grond. Het kan alle drie goed.
Den laatsten tijd hoort men meer van in
maken in silo's. Zoo'n silo is een ronde hoo-
ge metalen toren van 4—6 M. middellijn en
10 tot meer M. hoogte. Het te persen groen
voer (mais, gras, klaver, enz.) wordt boven
ingebracht en verzuurt in dien toren, onder
afsluiting der lucht. De reuk is aangenaam
zacht zuur en zulk voer wordt door het vee
met graagte opgenomen.
Wij willen dit stukje besluiten met den
wensch, dat niemand meer groenvoer moge
laten verloren gaan. Wie nog nooit gras of
iets dergelijks heeft ingemaakt, kan het best
eens gaan kijken bij iemand, die op dit ge
bied al ondervinding heeft.
OFFICIEELE BEKENDMAKINGEN
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
op Donderdag 10 October e.k., zal worden
gevoerd de schouw over de in de gemeente
gelegen wegen, voetpaden, waterleidingen,
bruggen, heulen, heggen, enz.
Belanghebbenden worden daarom herin
nerd aan de artikelen van het Reglement op
het onderhoud en gebruik der wegen in de
provincie Utrecht.
Overtreding der daarin voorkomende be
palingen wordt gestraft overeenkomstig het
Reglement.
Soest, 25 September 1929.
o
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen ter openbare kennis, dat de zomertijd
zal eindigen den zesden October a.s. te drie
uur in den voormiddag.
De klokken zullen dus om' 3 uur in den
nacht van 5 op 6 October a.s. een uttr moeten
worden teruggezet.
Soest, 25 September 1929.
VAN KNELIS.
klinken, als ik zeg,
dat een der inge
zonden stukken in 't
laatste nummer van
„De Soester Cou
rant" mijn aandacht
heeft getrokken.
Als mijnheer of
mevrouw IJ. het
heeft over de
schoonheid onzer ge
meente, zet hij of
zij den lezers o.m. het volgende voor:
„Waar mijnheer X. meent onze ge
meentelijke overheid te moeten huldi
gen, als zou deze het eigendommelijke
van Soest, Soestdijk, Soesterberg ook
zeer goed inzien en steeds daarnaar han
delen, daar kan ik het niet met hem eens
zijn; tenminste niet geheel.
Want hoe is het anders mogelijk, dat
een toestand maar bestendigd blijft, 'zoo-
als die tot spot voor vreemdeling en in
woner en tot beschaming van laatst
genoemden ik durf zeggen ook tot
beschaming van het Gemeentebestuur
aan de Van Weedestraat bestaat vóór
het perrceel no. 35."
Na nog enkele andere regelen, vervolgt de
schrijver of schrijfster met:
„dat, tenzij men beter weet, men niet
anders kan veronderstellen, dan dat zé
kere bekende of onbekende machten een
beletsel stellen voor het te niet doen van
dien schreeuwenden wantoestand daar
vóór perceel no. 35, de drukkerij van
„de Soester Courant".
Dat 'genoemde mijnheer of mevrouw IJ.
in zijn meening alleen staat, zal wel niemand
beweren. De tongen, welke in de laatste ja
ren door het onsmakelijke terrein aan den
hoofdweg in beweging zijn gebracht, zijn
zeker ontelbaar en dat deze tongen nog
scherper zijn ingesteld, nadat de gehate schut
ting daar zijn plaats koos, is zeker ook aan
ieder inwoner niet vreemd.
Jarenlang heeft heel Nederland schande ge
sproken over de schutting op het Damplein
te Amsterdam en toch hoeveel minder aan-
stootelijk was dit alles, vergeleken bij den,
zelfs aan veel vreemdelingen en toeristen
overbekenden treurigen toestand in onze ge
meente.
Zeer terecht vraagt mijnheer of mevrouw
IJ. hoe het mogelijk is, dat deze toestand
maar bestendigd blijft en waarom tot
heden nog geen maatregelen zijn getroffen
om dit onsmakelijk gedoe te doen verdwijnen.
De hier omschreven toestand alleen be
ziende, zou men geneigd zijn aan te nemen,
dat bij het college van B. en W. alle schoon
heidsgevoel is geweken. En toch, hoeveel
vlotter ging het met de affaire van Frans de
Rooij Co.? Jarenlang was de terreinaf
scheiding aldaar als bezaaid met oud-roest
en andere onsmakelijke zaken. De aandacht
behoefde er slechts een enkele maal op geves
tigd te worden, om het geheele gemeente
huis in actie te brengen. Toen gevoelde het
gemeentebestuur plotseling zooveel voor de
aankleeding onzer gemeente, dat de bewo
ners op kosten der gemeente werden ver
huisd; kosteloos een woning kregen, wélke
eerst nog moest worden verrold, (welke
affaire den gemeenschap een kleine duizend
gulden heeft gekost), terwijl bovendien ge
noemd terrein op kosten der gemeente werd
gezuiverd.
Onbegrijpelijk is het dan ook, dat tot op
heden door B. en W. nog geen maatregelen
werden getroffen om aan dien schreeuwen
den toestand een einde te maken.
Gelukkig zijn er nog menschen in onzen
raad, die andere gevoelens hebben. Het wa
ren de heeren Busch en Hilhorst, die door
middel van een kleine wijziging in de politie
verordening de gelegenheid wilden scheppen
een einde te maken aan verschillende zaken,
die onze gemeente ontsieren.
De desbetreffende commissie meende ech
ter aan den raad te moeten voorstellen, be
doelde wijziging niet aan te brengen.
Als gevolg van dit alles zijn er voor mij
twee meeningen; óf B. en W. hebben geen
enkel gevoel meer voor schoonheid, óf er
zit iets anders achter deze zaak.
Ik vraag me af of B. en W., nu een der
gelijk advies door de commissie werd ge
geven, niet aan zich verplicht waren een
weg te zoeken om het gewenschte doel te
bereiken. De plaats, waar de wegen lagen,
was hun nu toch meer dan duidelijk gewezen.
Dat de raad in de volgende vergadering
de wegen zoo noodig zelf zal weten aan te
wijzen, staat voor mij vast en dat dit zelf
zoeken door den raad moet worden ge
zien als een compliment voor B. en W., kan
ik nou juist niet zeggen.
Nog een andere zaak zou ik hier even wil
len aansnijden.
In de agenda der vorige raadsvergadering
was mede opgenomen het voorstel van B. en
W. tot het verleenen van een bijdrage in de
kosten tot bevaarbaarmaking en jaarlijksch
onderhoud van de Eem.
Volgens het raadsverslag is dit punt in de
vorige vergadering niet in behandeling ge
weest en zal dit dus ongetwijfeld weer op
het menu voor de eerstvolgende vergadering
prijken.
Zooals wij in de raadsagenda hebben kun-1
nen lezen, kost dit onze gemeente het eerste
jaar f 10000.— en elk volgend jaar voor on
derhoud een bedrag van f423.De meer
derheid van het college van-B. en W. stelt
voor goedgunstig op dit voorstel te beschik
ken en deze meerderheid meent dit te moeten
doen, omdat zij daarin ziet: le het voorrecht
tot verkrijging van een flink vaarwater, het
geen van belang kan zijn voor industrie en
nijverheid; 2e doordat de mogelijkheid tot
vestiging van industrie wordt geschapen; 3e
j]/? vxacbipriizcu. van goederen en. vooral
bouwmaterialen door' <Je grooterë sclieeps
ruimte, aanmerkelijk zullen verlagen; 4e, om
dat, bij uitvoering van het Valleiplan, dit
kanaal eerst na 10 jaren goed bruikbaar
zal zijn.
Toen er, nu wellicht een jaar geleden, van
de nu weer genoemde verbetering der Eem
sprake ivas, heb ik mij tegen deze plannen
verzet, terwijl ik voor een paar maanden nog
eens gelegenheid kreeg op het belachelijke
van de Eem als vaarwater te wijzen.
EEN WIJS WOORD VOOR IEOEREU L AG
ZONDAG.
Tevreden zijn is een schr.ie gunst,
Tevreden zijn is een groote kunst.
T evreden worden zoet geluk,
Tevreden blijven - meesterstuk.
MAANDAG.
Men bezit ai wat men verlangt, als men
zich beperkt tot het noodige.
DINSDAG.
Het is niet ge .oog de zwakken op te hel
pen, men moet hen ook steunen.
WOENSDAG.
Niets doen 's een leelijk kwaad,
't Brengt den mensch tot slechte daden,
't Werken kan ons nimmer schaden,
Arbeid ndelt. 't Ledig zijn
Is een oron van groot venijn.
DONrERDAG.
De winter is een stuursche vent,
foch ho idt hij elk te vrind,
Wie tot verz '.chting van de ellend',
Geluk in 't weldoen vindt;
Schoon hij o* s klappertanden doet,
Hij stookt in 't hart een dubb'len gloed.
VRIJDAG.
1 >e droevigs e mislukking in het leven is
die welke een gevolg is van een zwakken
wil
ZA fERDAG.
Wroeging, die tot niets leidt dan tot wan-
hop g berusten, is onvruchtbare zelfkwellirg.
Bet( r is het naar erbetering te streven.
f20.f15.— en f 10.per kwartaal.
Spreekuur: Woensdags 23 uur.
KERKPAD ZUID 19 B - SOEST
Ik heb daarbij toen gewezen op de hon
derden bochten en bochtjes in dit ons lan
delijk „slootje", in onzen tijd nog juist goed
genoeg voor zwemmen bij warm en schaat
senrijden bij minder warm weer; heel mooi
als stoffage van ons landschap en practisch
om te dienen als een „lokkertje" voor vreem
delingenverkeer.
Bij ervaring weet ik, dat een schipper
pas aan het varen op de Eem gaat denken,
als hij langs anderen weg niets meer te ver
dienen weet, om de eenvoudige reden, dat
die vrachten niet evenredig zijn aan den af
te leggen weg.
Nogmaals, als luxe rivierke moeten wij
onze Eem behouden, maar meer dan dit
kunnen wij van onzen ouden stroom niet
vergen.
Ik wil mij hierbij eens even de moeite
geven de 4 hierboven door de meerderheid
van B. en W. genoemde punten op
den voet te volgen. Punt 1 (beter vaarwater
Voor industrie en nijverheid) en punt 3 (la
gere vrachtprijzen voor goederen en vooral
bouwmaterialen) zal ik dan eerst gelijktijdig
bezien.
Met betrekking hiertoe zou ik willen vra
gen, in welke mate het beurtschippersbedrijf
in de laatste jaren is afgenomen en welke hoe
veelheid goederen thans nog op deze mjjze
wordt aangevoerd, sinds de auto, voor zelfs
de zwaarste vrachten, het vervoermiddel van
onzen tijd is geworden. Voor eenige jaren
nog was de aanhaling „verzonden per schip
per" een geijkte term; deze woorden hebben
echter sinds lang plaats moeten maken voor
„per autodienst". Zeker, vooral voor ruim
te vragende goederen, zal men voorloopig
nog niet van het vervoer op de Eem afstap
pen, maar dan wil ik vragen, welke van deze
goederen voor onze gemeente worden in
onze gemeente gelost? Niets! Alles, wat voor
onze gemeente nog is bestemd, gaat of tot
Baarn of door naar Amersfoort, om daarna
per as naar onze gemeente te worden ver
voerd. Het eenige, wat wij aan onze Oroote
en Kleine Mehn nog sporadisch zien ver
schijnen, is een schuit steenen of turf.
Als wij dan zien, zooals wij dit thans da
gelijks aan verschillende bouwwerken kunnen
waarnemen, hoe groote vrachtauto's de stee
nen van buiten de gemeente aanbrengen,
dan vraag ik mij af, hoeveel van deze laatsten,
door schuiten aangevoerde goederen, in de
naaste toekomst op deze wijze nog zullen
binnenkomen, maar dan vraag ik ook, of dit
weinige, voor onze gemeente binnenkort
Aanvang der lessen begin October
Aanmelden voor 30 September bij
F.C.KuiperstraatIO - Telefoon 2169
geheel verdwijnende vervoer te water niet
veel te duur wordt gekocht met f 10000.
voor verbetering en plm. f 500.voor jaar
lijksch onderhoud. Wat ik hiermee maar wil
zeggen is, dat wij geen belangen hebben bij
de Eem als vaarwater.
Dat verschillende lichamen te Amersfoort,
die verplicht zijn van de Eem gebruik te
maken, over de slechte bevaarbaarheid van
de Eem klagen, begrijp ik ten volle, maar dan
vraag ik weer, moeten wij voor andere ge-
n re en ten onze toch reeds zoosehrale ^gemeen
tekas openen? En is het ook niet de gemeen
te Amersfoort geweest, die de financieele
v.oordeelen aan de Eem verbonden, steeds
heeft ingepalmd.
Dat Amersfoort en ook Baarn (met haar
goede losplaats) verbetering wensch en, kan
ik mij indenken, maar men moet dan niet
trachten het gelag te doen betalen door
emand, die niet heeft meegedronken. In ver
band hiermee wil ik nog vragen, waarom-
Soest voor 100 procent meer op het lijstje is
geplaatst dan Baarn. Voor Baarn toch staat
f5000.voor verbetering en f211.50 voor
jaarlijksch onderhoud.
Als dit alleen ^gegrond is op het feit, dat
de Eem voor een groot gedeelte langs de
Soester gronden haar weg zoekt, dan zijn
de gronden voor de. berekening wel zeer
slecht gekozen.
Punt 2 (vestiging van 'industrie aan de
Eem). Vestiging van industrie op een wijze,
dat het karakter onzer gemeente niet verloren
gaat, sta ik voor. Maar ik vraag weer, wélk
industrieel krijgt het in zijn hoofd een in
dustrie van eenige beteekenis te vestigen op
onze gronden aan de Eem? De te verwerken
producten moet zoo iemand eerst naar Am
sterdam vervoeren, om deze daarna door de
Zuiderzee de Eem op te s'leepen, terwijl, na
verwerking van het product dezelfde oneco
nomische handelingen wederom moeten wor
den verricht. Welke industrie zou op deze
wijze economisch kunnen werken, maar oók,
welke industrieel zou de domheid tot vesti
ging aan de Eem begaan? Bij uitvoering van
het Valleiplan zou toch immers dadelijk blij
ken, dat zijn plaats verkeerd gekozen was. AI
zouden wij de gronden cadeau doen, dan nog
zal elke industrie uitblijven, omdat hier van
geen enkele verbinding met andere rivieren
sprake is.
Punt 4 (het Valleikanaal zal eerst na 10 jaar
in gebruik genomen kunnen worden). Deze,
door de tegenstanders van 't Valleiplan aan
gevoerde meening, is reeds afdoende weerlegt;
door den grooten ijveraar voor het plan, Ir.
Verheij. Zeer duidelijk is door hem bewezen,
dat de werkzaamheden zoo zouden kunnen
worden ingericht, dat reeds na eenige jaren 't
gebruik van het kanaal zeer goed mogelijk is.
Van tweeën één: Of de Eem als een voor
Soest luxe riviertje of een omzetting in het
Valleikanaal, wat voor onze gemeente wil
zeggen, een goede toekomst.
'n Kleine hoop heb ik, dat ook de raad.
zoo over onze gemeente en de financiën zal
denken.
BURGERLIJKE STAND
SOEST
GEBOREN:
Lena Johanna, d. v. Th. Plekkepoel en C.
Meijer, Nieuweweg 55. Alijda Christina Ma
ria, d. v. H. A. C. v. d. Lugt en A. M. de
Gooijer, Molenstr. W.Z. 37. Hendrikus Ei-
bertus, z. v. E. Reinsma en H. v. Laar, Verl.
Postweg 22.
GEHUWD:
A. Hoksbergen en G. A. Stalenhoef. B.
J. v. Schalkwijk en M. G. Huigen. A. G. 'But-
zelaar en M. v. Renswouw. H. W. KoreneeJ
en L. A. v. Berkum. G. Hardeman en M.
Muis.
OVERLEDEN:
Bernardus v. Noort, 74 j., geh. met G.