Mm. urataMMsj jBEsr fioesém. Uitgave: G. J. SMIT, Soestdijk. Bureau: Van Weedestraat 35, Telefoon 2181 Rotterdamsche Bank- vereeniging N.V. Correspondentschap SOEST ALLE BANKZAKEN SPORTMAGAZIJN „RECORD" Banketbakkerij „Nieuwerhoek" Fijnere soorten Gebak - Amandel- en Boterkoekjes J. Arend Wiersma STOGfflWASSGHERU DE KOLK" S EEN GOED ADRES VOOR UW WASCH. I Voorbij. Geëtaleerd: Moderne EETKAMER Slavonisch eiken, compleet 1450 H. L. GREEVE HET MEUBELHUIS VOOR IEDER. Het Gemeentelijk Grondbedrijf, i DE EERSTE GQ01SCHE HULPBANK PIANOLESSEN IQA JO^GSMA 9e Jaargang No. 8 Gegarandeerde oplaag JlOOO'exemplaren. |Vrljdag 21 Februari 1930 DE SCEPTER CCLDAMT Abonnementsprijs voor Soestdijk, Soest en Soesterberg, 25 cent per 3 maanden. Voor buiten 50 cent per 3 maanden. Bijkantoren: VAN DE VEN'S Boekhandel, Ba&rn en C. J. VAN DAM, Rademakerstr. 15, 5oeat«fberg ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. Eflce regel meer 15 cent Advertentie* tusachen de tekat dubbel tarief. Bij contract belangrijke korting. ONZE RIJMKRONIEK 8l)dfagen, niet grooter dan 48 en niet kil voor deie rubriek worden Ingezonden. Bij o actueele mlct plaatselijke) gedlci.ten I 2,50. i dan 36 regels, mogen (Nadruk verbodenl ^Ingezonden.) 'T GRIJS WORDEN Als je flink bent, sterk en krachtig, Vol gezonden levensmoed, Als het leven je zoo mooi lijkt, Zoo vol warmte en vol gloed Voel je je inééns héél ernstig, Maak je een verschrikt gebaar, Bij 't ontdekken op een morgen Van je eerste grijze haar. Even blijf je dan een wijle Héél diep in gedachten staan, Want dit eerste grijze haartje, Wijst 't Begin van 't Einde aan. Vader Tijd staat vanaf heden, Daag'lijks met zijn witkwast klaar, Doet onmerkbaar kleine streekjes Over je prachtig hoofd met haar d' Eerste worden nog uitgetrokken, ('n Mensch geeft het zoo gauw niet op), Maar... de keus wordt onverbiddelijk: „Een grijzen óf een kalen kop!" W. B. A. KANTOOR SAARN Torenstraat 3 - Telefoon 2262 OFF1CIEELE BEKENDMAKINGEN Inschrijving van leerlingen voor de openbare scholen Den ouders, die hunne kinderen, met in gang van 1 April a.s. onderwijs wenschen te doen geven aan een der openbare scholen in deze gemeente, wordt verzocht hiervan opgave te doen bij het desbetreffende hoofd der school. Gelegenheid tot inschrijving wordt gege ven: Voor de school aan de Beetzlaan op Maan dag 24 Februari a.s., des avonds van 8.15 tot 9.15 uur en op Dinsdag 25 Febmari a.s., des avonds van 7 tot S uur in de school; voor de school in de Kerkebuurt op Dins dag 25 Februari a.s., des voormiddags van 11 tot 12 uur in de school en op Donderdag 27 Februari a.s., des avonds van 7 tot 8 uur in de ambtswoning van het hoofd der school; voor de school te Soesterberg op Maan dag 24 Februari a.s., des avonds van 7 tot 8 uur in de school. De kinderen moeten op 1 April a.s. ten minste 5,5 jaar oud zijn om in de school te kunnen worden toegelaten. Burg. en Weth. van Soest, De Burgemeester, G. DEKETH De Secretaris, J. BATENBURG. Soest, 18 Februari 1930. o Burgemeester en Wethouders van Soest brengen ter kennis van belanghebbenden, dat in de maand Juni a.s. zal worden overge gaan tot eene her-nummering van de hui zen aan de Koninginnelaan. Soest, 12 Februari 1930. Waarom hij rust'loos dolen moet, Steeds dragend 's levens lasten, Waarom zijn straks vermoeide voet Geen steunpunt kan betasten. Waarom, in zorg en leed verward, In donk're levensnachten, Het licht en warmte zoekend hart Steeds zoeken blijft en smachten 't Gaat al voorbij. De levensvlam, Gaat welhaast flauwer branden, En van de tent in 't levenskamp Verlicht zij nauw de wanden. De mensch vraagt wat voorbij vloog weer, Vol heimwee naar 't verleden: Want toch, veel dierbaars is niet meer ln 't stil geworden heden. Voorbijzooals de Eiber trekt Naar zonnige gewesten, Wordt bij den mensch de drang gewekt Zich vèr van hier te vesten De Eiber trekt naar 't vérre strand Vèr over d' aardsche landen: De mensch trekt naar het „verre land" Voorbij zijn aardsche panden ELISABETHSTRAAT 5 - UTRECHT Voorbij't Gaat alles hier voorbij, In wisseling geboren. Het komt, in langen, bonten rij, Het gaat en is verloren. De mensch staart nu zijn dierb'ren na; Want éénzaam wordt zijn leven Straks volgt hij d' ure komt weldra Slechts toeft hij hier nog even. Voorbij de liefde, diie de borst Verwarmde en deed gloeien. Voorbij al waar het hart naar dorst, Als wat den mensch mocht boeien. Voorbij der lente morgenrood, De blijde zomermorgen. Voorbij de vreugd, voorbij de nood; Voorbij al d' aardsche zorgen. Ginds is het land van warmt' en licht De tocht gaat Zuidwaarts henen. Naar tropisch oord het oog gericht, Als alles schijnt verdwenen Al wat voorbij gaat kent geen tijd, Het drijft op snelle stroomen. Het is aan 't Eeuwige gewijd En slechts voorbij gekomen, VIKING. VELE MALEN .BEKROOND TEL. 2232 Aanbevelend, F. H. EUWE TORENSTRAAT No. 8 SOES' TELEFOON No. 2086 Eerste aanspreker: W. VAN D1ERMEN, T.tLMALAAN No. 17 TELEFOON 2290. AMERSFOORT - TELEFOON Ho. 615 j Afhalen en thuisbezorgen iederen dag. i en de omstandigheden bepalen vaak wat we zullen nemen. Vaak wordt het gebruik van beide gecombineerd, met goede resultaten. Op schrale gronden brengt stalmest direct humus in den grond en werkt dus dubbel goed, maar waar de grond in goeden toe stand is, heeft dat beetje humus niets te beteekenen. De stalmest bestaat uit twee gedeelten: uit vaste en vloeibare uitwerpselen. Meest al komen deze gemengd voor. Vloeibare alleen (gier) geeft op den duur geen be vrediging. Er zit geen phosphor in. Deze zou -dus er bij gegeven moeten worden in den vorm van super of slakkenmeel. De ver schillende natuurlijke meststoffen van koe, paard, varken, schaap, kip en ook van den mensch geven goede resultaten. Maar ze werken door hun meerdere hoeveelheid stik stof al gauw op blad en dit is wel goed vooi sla, andijvie, raapstelen, spinazie, maar ni-e1 voor aardappels, bieten, boontjes. Wat pa tentkali en super werkt zeer goed. Kippen en duivenmest is iets, waar houders van kleine tuintjes nog al eens over beschikken. Het is een kostelijke meststof. Het beste re sultaat ziet men echter, als men deze mest uitstrooit als gier. Men neemt een oude ton of emmer, -doet hierin de mest en roert met water, tot het geheel fijn verdeeld is. Dit strooit men nu over het land of bij koolplan- ten, struiken, enz. Dus niet alleen het -wate rige deel, -maar ook het dikkere drab moet mee uitgestrooid worden. Wie kunstmest wil gebruiken, doet het best te strooien per 100 vierkante M.: 4 K-G. zwavelzure ammoniak (of 2 K.G. ureum), 8 K-G. patentkali, 8 K-G. super of slakken- meel. Het hangt natuurlijk veel af van den grond, of deze hoeveelheden iets verhoogd oi verlaagd moeten worden. Het te verbouwen gewas en de vorige bemesting hebben in deze ook wel iets te zeggen. Als we meer dan een bladgevvas verbouwen, zou ik bij bovenstaande bewieatirrg iiog - toeve-^c-f.- -5 K-G. chili.. Patentkali kan ook vervan gen worden door 5 K-G. 40 pCt. kalizout, maar dan zoo vroeg mogelijk in het voor jaar uitstrooien. PLUIMVEE, TUINBOUW ENZ. „Hebt gij de zwermen vogels ge zien, welke vóór den winter uit het duistere, koude Noorden hierheen ko men? Weet gij wat zij in Egypte ko men zoeken?" „Wel zeker, warmte en licht!" „De zielen zoeken ook warmte, die niets anders is dan liefde; en zij zoe ken licht, dat niets anders is dan waar heid. Maar de vogel weet waarheen hij zijn vlucht zal richten om zijn ge luk te vinden, terwijl de zielen in het onbekende, in droefdheid en onrust zweven." H. Sienckewicz (Anthea). Voorbij, voorbij- 't gaat al voorbij Niets blijft niets is bestendig, Of 't vreugde of wel smarte zij, Of 't goed is of ellendig. 't Gaat al voorbij, in snelle vlucht De tijd en zijn geslachten. Niets blijftmeest zelfs niet een gerucht Van wat wij voelden, dachten! Voorbij, voorbij't snelt al voorbij, Niets baat geen klacht, geen bede. De tijd vliegt, als in razernij, En neemt al 't aardsche mede. Waan niet, dat 't morgen nog zoo is, Zooals het was in 't heden: Het, heden" toch, gij voelt het wis Is „morgen" reeds „verleden". VoorbijO mensch, niets blijft ter woon Van wat U werd geschonken Geen vlam stijgt op tot aan Gods Troon: Zij dooven d' aardsche vonken. En vrucht'loos vraagt de mensch, die staart En omziet naar zijn bergen: Waarom hij 't kleine slechts ontwaart Geen reuzen ziet, slechts dwergen. Waarom zijn leven niet voldeed, Aan jonkheids idealen. Waarom hij, onder druk en leed, Steeds zoeken bleef en dwalen. Waarom zijn arbeid toch zoo klein, Zoo luttel is bevonden, Waarom toch hart en menschenbrein Den weg nictt vinden konden. Bemesting van onzen tuin. Het bezit van een tuintje is een kostelijk iets. Een goed .aangelegden tuin, bepoot en beplant met een bepaald doel en met een weinig doorzicht, levert ons het heele jaar door een schat van bloemen, groenten en vruchten en geeft ons tevens een tijdver drijf, dat ver verheven -is boven het bezoe ken van bioscoop, het slenteren Langs den weg of het zoek brengen van den tijd met nutteloos gepraat. Een tuin moest iedereen hebben. En heusch, het kost niet zoo veel moeite er iets in te kweeken. Het is waar, de een bereikt er meer in dan de ander, maar ieder bereikt toch iets. Een voornaam ding in den tuin is de mest. Dat wordt nog zoo vaak vergeten. Het re sultaat kan er voor zoo'n groot deel van afhangen. Waarvoor moeten we mesten? Om de plan ten van voedsel te voorzien. Er zijn wel van die gelukvogels, die zoo'n rijken grond hebben, dat ze met zeer weinig mest toe kunnen, maar dat loopt eens sphak. Elke plant haalt voedsel uit den grond en er is niet een grond, die dat op den duur uit houdt. En wie werkelijk veel en mooie bloe men en vruchten wil bezitten, moet goed mesten. En tevens doelmatig mesten. Want niet elke plant haalt de stoffen uit den grond. Als er aan een stof gebrek is, wreekt zich dat onmiddellijk. Van alle stoffen moet er een voldoende hoeveelheid in den grond voorkomen, een ruim voldoende hoeveelheid. En die hoeveelheid moet grooter zijn aLs we ons niet tevreden stellen met één oogst, maar van hetzelfde stukje bijvoorbeeld wil len eten: eerst spinazie en dan boontjes of vroege koolsoorten, of na de vroege aard appels andijvie of boerenkool. Voor wat, hoort wat. Wie dubbel wil oogsten moet ook dubbel mesten. Vooral als men aard appels, koolsoorten en bieten bouwt, want die lusten heel wat. U begrijpt dus wel, dat we moeten mesten naar behoefte. Kool vraagt bijv. iets anders als sla. In kleine tuintjes is het echter niet doenlijk elk bedje een aparte bemesting te geven, dat is te omslachtig en daarom zul len de meesten het toch niet ten uitvoer brengen. Maar in het groot wordt het toch gedaan. Vraagt maar eens aan een boer of tuinder, waarmee hij zijn aardappels bemest en ook, wat bijv. de rogge krijgt. Ik geloof, dat daar nog al verschil in bestaat. We kun nen mesten met stalmest en kunstmest. Wie denkt, dat alleen stalmest goed is, heeft het bij hetzelfde verkeerde eind als hij, die denkt, dat alleen kunstmest goed is. Beider blik is niet ruim genoeg. Beiden zijn goed toebehoorende onroerende goederen, daartoe door den Raad aangewezen, worden onder d.en naam van „Grondbedrijf" in een afzon- el rlijke administratie vereenigd. Art. 3. Hét bedrijf heeft ten doel: a. den aankoop van grond; b. het... voor exploitatie geschikt maken van aangekochte gronden c. het beheer enz. van de in het bedrijf in te brengen gronden, in patriarchaal bezit der gemeente; d. het verkoopen enzvan de tot dit bedrijf behoorende gronden. Art. 4. De inbreng der in art. 3 bedoelde gronden enz. geschiedt voor de waaide, wel ke die gronden en goederen op het tijdstip vin inbreng geacht worden te vertegenwoor digen. Art. 23. De boekwaardewordt ver kregen door ten laste van het complex te brengen: indien het eigendommen betreft, welke bij het in werkingtreden dezer verordening reeds in het bezit der gemeente zijn, de waarde, v'eLke zij op het tijdstip van den inbreng v irtegenwoordigden. Art. 24. De opbrengst van verkoop eer overige (niet-patriarchale) gronden moet, voor zooveel het bedrag der boekwaarde be- tjeft en -indien een schuld aan de gemeente hiertegenover staat, aan de gemeente worden U'tgekeerd ten behoeve van den buitenge- vonen dienst. De winst, door verkoop van deze gronden verkregen, moet dienen tot vorming eener r'serve. Uit deze reserve kan alleen worden gedékt: 'a. het verlies, ontstaan bij verkoop enz.; b. voor zooveel mogelijk een tekort, als bedoeld in art. 35, laatste lid. Dit laatste luidt: Een nadoe lig saldo van de rekening (ge- v one dienst Grondbedrijf) mag, voor zoo- x dit het gevolg is van de betaling van door dc geiiicerdc- verstrekt ka pitaal) en tot ten hoogste dat bedrag, van de reserve worden afgeschreven enz. Toetsen- wij nu de boven gegeven rede neering van Ged. Staten omtrent „verlies Kerkstraat 26-28-30 Hilversum Telefoon 411-412 Men zal gelezen hebben, dat het beroep door de Gemeente aangeteekend tegen de beslissing van Gedeputeerde Staten in zake ons Grondbedrijf, door de Kroon ongegrond is verklaard. Wij zouden er dus over kunnen zYvijgen, ware het niet, dat wij meenèn, dat velen eenige nadere toelichting gaarne zullen lezen. Onze Gemeente dan is in het bezit van twee soorten gronden en wel ten le patriar chale gronden, zijnde dezulken, die sinds overoude tijden in ons bezit zijn (vele hei develden en zandstuivingen, alsmede tal van verspreid liggende stukjes op den Eng en elders); ten 2e niet-patriarchale gronden, door aankoop verkregen, zooals het z.g. Ju- liana-complex en de gronden ten Z. van de Spoorstraat. Wij spreken hier over deze laatste gronden. Zij zijn gekocht, er is voor geleend, zij zijn bouwrijp gemaakt, alles voor gemeente-rekening. Zij komen dus alle voor in de gemeente-administratie en zulks in te genstelling met de patriarchale gronden, die alleen dan in die administratie genoemd worden, Yvanneer er een stukje van ver kocht of verhuurd Yvordt of iets dergelijks. Men houde dit Yvèl in het oog. Wij willen nu met cijfers aangeven Yvat ons twistpunt Yvas met Gedep. Staten. Een complex dezer niet-patriarchale gronden heeft aan aankoop en bouwrijp maken gekost f2.80 per M2. Na de oprichting van het Grondbedrijf zijn die gronden door een commissie ge schat op f4.doch eerst na verscheidene jaren, waar-in de grondprijzen zijn vermin derd, verkoopt men ze voor f3.50. Men zou zeggen: „de opbrengst is te gengevallen, maar toch heeft de gemeente f 0.70 Yvinst gemaakt". Gedep. Staten echter zeggen: „ge had ge rekend f 1.20 te verdienen, blijft daar f0.50 onder, dusge hebt f 0.50 verlies en ge legt die vijftig cents er bij uitbelas ting-penningen". Het spreekt vanzelf, dat deze redeneering zelfs als ze van Gedep. Staten komt ergens op mo-gt steunen en- inderdaad be roepen zij zich op eenige artikelen van de „Verordening, regelende het beheer van het Grondbedrijf". Wiij laten die artikelen hier volgen, ons bepalend tot de gedeelten, die betrekking hebben op ons geval: Art. 1. De aan de gemeente in eigendom brillen ook op voorschrift van H.H. Oogartsen JROiEm.üROTHEST enz." aan deze artikelen. Volgens Ged. Staten regelt art. 4 den in breng en daarin staat dat deze geschiedt voor de waarde, die de gronden dan geacht worden te vertegenYvoordigen. Ged. Staten nemen als van-zelf-sprekend aan, dat die waarde door schatting Yvordt bepaald. Art. 23 bepaalt de boekwaarde, die op dezelfde wijze redeneerende gelijk is aan de ge schatte waarde (behoudens latere verhooging met kosten voor bouYvrijp maken). Hoewel nergens gezegd wordt ten op zichte van welk cijfer Yvinst of verlies wor den berekend, nemen Ged. Staten aan, dat dit gebeurt ten opzichte van de boekwaar de, d.Yv.z. de geschatte waarde. In ons voorbeeld Yvas die geschatte waar de f4.—, de verkoop f3.50, dusf 0.50 verlies. Evenmin wor-dt gezegd, hoe dit verlies gedekt wordt, maar Ged. Staten zeggen, dat het op geheel normale wijze moet Yvorden gedekt uit de gewone middelen. Uit de be lastingen Yvordt dus f 0.50 bijgepast, die vol gens art. 24, 2e zinsnede, met de opbrengst van den verkoop, aan de gemeente Yvorden uitgekeerd ten behoeve van den buitengewo nen dienst. Aangezien nu op die gronden slechts een schuld rustte van f2.80, blijft er over f 1.20 ter vorming van een potje voor het nageslacht. Wij hebben in deze handelwijze, waar Yvij ondanks een feitelijke winst van f 0.70, toch f0.50 moeten bijpassen tot spaarpot-vor ming, iets zóó onbillijks en zóó onlogisch gezien, dat wij twijfelden of dit de juiste bedoeling; is geweest bij het maken der Ver ordening. Bestudeering schonk ons de over tuiging van het tegendeel. Men leze art. 1 eens goed na. Hier wordt- gezegd, dat een groep onroe rende goederen in een afzonderlijke admi nistratie zullen worden vereenigd, Yvaarin o.i. ligt opgesloten, dat hier sprake is van goe deren, die reeds in administratie waren, doch nu in een afzonderlijke administratie worden vereenigd. Zij worden dus, zooals zij reilden en zeilden, overgebracht van de oude admi nistratie in die van het Grondbedrijf. De waarde moet dus uit de oude administratie worden uitgezocht, Yvat ook inderdaad en wel op aan wij zing van Ged. Staten, is ge beurd. Op hun last toch zijn opgezocht: kostprijs, leening voor aankoop, betaalde ren te en aflossing dier leening, gedeeltelijke verkoopen, kosten van bouYvrijp maken enz., in één woord, al die gegevens, die men bij een gehad zou hebben, als van den beginne af een afzonderlijke administratie had be staan. Wij wezen er reeds vroeger op, dat die gegevens Yvel aanYvezig zijn voor de niet-patriarchale gronden, doch niet of al thans slechts ten deele voor de patriarchale gronden. Wij besluiten uit dit art. 1, dat dit art. regelt den inbreng der niet-patriarchale gron den en vinden steun in art. 3, Yvaar wel ge noemd wordt onder a aankoop van gronden (d.w.z. in de toekomst aan te koopen gron den), onder c inbreng van patriarchale gron den, maar niet opnieuw het inbrengen van niet-patriarchale gronden. Men kan zeggen, dat deze laatste gronden toch vallen onder b of d en in zoover geven wij toe, dat Ged. Staten kunnen zeggen, „art. 3 maakt melding van alle gronden, dus art. 4 regelende den inbreng der in art. 3 bedoelde gronden omvat eveneens alle gronden". Maar hiertegenover staat toch ons bezYvaar, dat de inbreng der niet-patriarchale gronden volledig is geregeld door art. 1 en het dus niet aannemelijk is, dat art. 4 nu een voor schrift zou geven in strijd met art. 1. Wij moeten nu onderzoeken of er strijd is tusschen art. 1 en art. 4. Wij zeiden boven, dat Ged. Staten als van.zelf-sprekend aannemen, dat de waarde, die de gronden geachtworden te vertegen woordigen door schatting moet worden be paald. Wij geven toe, dat dit een gangbare opvatting is. Maar is zij de eenig mogelijke opvatting? Hierop antwoorden wij „neen". Wat be- teekent „vertegenYvoordigen"? Dat yvooh* beteekent „in de plaats treden van Die gronden zijn getreden in de plaats van de aankooppenningenhun Yvaardevermeerdering door bouwrijp maken is gekomen in de plaats van de kosten voor dat Yverk. Welnu, al die kosten zijn in de administratie te vin den 'en de aanwezige gronden „vertegen Yvoordigen" de totale som. Men mag nu dezen uitleg deelen of niet, vast staat, dat de letter der verordening niet rept van schatting bij inbreng err derhalve onder de oogen gezien moest worden of een andere uitleg mogelijk was en vooral of deze niet voortvloeide uit den geest, die heeft voorgezeten bij het maken der verordening. Wat die geest betreft, zoo hebben wij uitlatingen gevonden van raadsleden, van B. en W., van Ged. Staten en zelfs van de Kroon, die er op wezen, dat men gewild heeft een verordening, Yvaardoor geenerlei belangen werden geschaad. Het sterkst van al zijn deze woorden uit een brief van B. en W. aan Ged. Staten van 28 Aug. '23: „Wordt aan het verlangen van Ged. Staten voldaan, dan zal de gemeente een spaarpot maken, waarvan het komende geslacht de lusten zal hebben, terwijl de tegenwoordige leden der gemeente de lasten hebben te dragen. Dit schijnt den Raad uiterst onbillijk." Dit schrijven gold toen de patriarchale gronden, waarover toenmaals ook een twist punt bestond, maar is het niet woordelijk toepasselijk op ons geval? Wij hebben hier uiteengezet Yvat ons moed if om ons verschil van inzicht met Ged. Staten voor de Kroon uit te vechten- Wij laten nu het beslissende Kon. besluit hier volgen, luidende: Overwegende: dat art. 4 der verordening op het beheer van het 'Grondbedrijf der ge meente Soest bepaalt, dat inbreng der in art. 3 bedoelde gronden en daarop eY'entueel aan- Yvezige opstallen geschiedt voor de waarde, welke 'die gronden en goederen op tijdstip van inbreng geacht worden te vertegenYvoor. digen dat in art. 3 gehandeld wordt over alle tot 't bedrijf behoorende gronden; dat dus de meening van den raad, dat art. 4 alleen bedoelt te Yvaardeeren het patriar chaal bezit en niet de andere gronden, die op het tijdstip van inbreng in bezit der ge meente zijn, geen steun vindt in de beYvoor- dingen der verordening; dat ook art. 23 onder a kennelijk in ver band met het bepaalde in art. 4 ter verkrij ging der boekYvaarde ten aanzien van alle EEN WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG ZONDAG. Vooruit zij de leuze van 't leven, Wie heert, wie vertoeft, vindt den dood, Vooruit, volgt de lichtYVolk in 't zweven, AI droeg zij d' orkaan in den schoot. Vaart henen, rooskleurige droomen, Gespannen om 't ziekelijke brein. Elke ader moet trillen en stroomen, De blik zij blijmoedig en rein. De man is tot strijden geschapen, Hij vormt zich de baan waar hij treedt; De krans die eens bloeit om zijn slapen, Groeit op uit zijn bloed en zijn zweet. J. F. BrouYvenaar. MAANDAG. GeYvoonlijk zijn Yve bijster goed op de hoogte van onze rechten en van de plichten van anderen, 't moest andersom zijn DINSDAG. Alleen strijd en offers vormen karakters. WOENSDAG. Zie niet altijd naar hetgeen gij niet krijgen kunt, of zie er zóó goed naar, dat ge merkt 't wel te kunnen missen. DONDERDAG. Zoolang nog één illusie ons bezig houdt is ons leven niet ledig. VRIJDAG. We jagen maar al te vaak zelf op onzen levensweg stofwolken op en klagen dan dat we er last van hebben. ZATERDAG. Menige daad tellen Yve eerst voor iets als zij van ons zeiven gevraagd wordt. VAARTWEG 41 HILVERSUM VERSCHAFT CREDIETEN OP GEMAKKELIJKE VOORWAARDEN GEOPEND ALLE WERKDAGEN VAN 10-1 UUR EN MAANDAG-, WOENSDAG- EN ZATERDAG AVOND VAN 7—8 UUR. Bronchitis en Kinkhoest Siroo er flescH 1 gid OnÖOnS perd D I Apo eigendommen, welke bij het in-Yverking-tre- den der verordening reeds in bezit der ge meente zijn, aangeeft de waarde, welke zij op het tijdstip van inbreng vertegenYvoor- digden dat deze Yvaarde uiteraard de geschatte yvaarde is op het tijdstip van inbreng en niet de waarde, Yvaarvoor de eigendommen in de boeken der gemeente vermeld stonden, daargelaten de vraag of deze boeken de boekwaarde der eigendommen vernielden dat reeds uit dezen hoofde Gedep. Staten aan het raadsbesluit van 29 Mei '29, dat in strijd was met de voornoemde strekking der verordening, terecht hun goedkeuring heb ben onthouden. Gezien de Gemeentewet; hebben goedgevonden en verstaan: het beroep ongegrond ta verklaren, enz. Men ziet, 't is kort en sober gesteld. Men neemt wat men de letter van art. 3 en, 4 acht, maar verzuimt ons betoog tc' unCcciWwcii omtrent den inbreng volgens art. 1. Men acht de boekYvaarde uiteraard de geschatte maarde, rept niet over een anderen uitleg en laat alle belangen-overwegingen buiten be- schouwing. Ik begrijp, dat de Kroon in de eerste plaats zich houdt aan de letter der verordening. Is deze duidelijk en voor geen anderen uit leg vatbaar, dan beslist alleen die letter. Maar zoodra er iets niet volkomen duidelijk is, meende ik, dat de Kroon zou hebben ge zocht naar den geest der verordening. Doch hier is dit niet geschied. Zooals de toestanden zich nu laten aan zien, zullen onze gekochte gronden worden van de hand gedaan beneden de vroeger ge schatte waarde en na eiken verkoop zullen Yvij weer Y\'at moeten bijbetalen. Hoeveel dit totaal zal zijn is niet te ramen; het hangt van de verkoopprijzen af. Verder moeten wij jaarlijks, zoolang de gronden niet zijn verkocht en dus een leening open staat, uit de gewone middelen de rente daarvoor be talen. (Voor "aflossing mag opnieuw geleend worden volgens art. 26,. Art. 24 spreekt (zie hiervoor) over vor ming eener reserve. Maar daarvoor is noo- dig „winst", Yvaarop de kans niet heel groot is. Mocht zich het geval voordoen, dat eeni ge verkoop alsnog Yvinst oplevert, dan kan die reserve (zie art. 35) gebruikt worden om de zooeven genoemde rente te betalen. Tot slot nog dit: Indertijd is aan den Raad voorgelegd een verordening, die zoo onduidelijk en zoo on volledig was, dat niemand toen begreep, dat daaruit een opvatting geput zou kunnen Yvor den, die in strijd is met de bedoelingen. Laat ons ten minste hopen, dat die les tot leering strekke. W. H. C. DOORMAN. f20.—, f 15.en f 10.per kwartaal. Spreekuur: Woensdags 2—3 uur. KERKPAD ZUID 19B - SOEST BURGEL1JKE STAND Geboren: Elisabeth Wilhelmina, d. v. J. J. Pronk en W. M. Tol, Pijnenburgerlaan 3. Pieter, z. v. C. P. v. Beest en M. J. Rondeel, Radema kerstr. 20. AlJert, z. v. A. de Vries en A. W. Hiensch, Gallenk. Pelsweg 6. Ondertrouwd: H. van den Hoek en J. H. L. Verh«ij«i. Gehuwd: F. Veth en C. v. Ee. J. J. F. v. Wouden berg en A. H. Renes. Overleden: Rigarda Clasina v. Breemen, 30 j. Altmie Ellis Harry, 83 j. Gevestigd: W. Hogeboom met gezin, v. Weedestraat 9d. J. M. Schol, KolonieYveg 5. P. C. Aerts, Soesterb.str. 125. J. Dissel, Kerkstr. 2. L. v. Riezen, Nieuwew-eg 64. W. M. de Vos, Nieu- weweg 15d. J. A. Spelt, Molenstr. W.Z. 28. P. Willemse, Hartweg 30. V. W. P. Renooij, Nieuwstraat 38a. M. D. de-Leeuw met gezin,

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1930 | | pagina 1