m SOESTER BANKVEREENIGING ALLE BANKZAKEN Wie verhuist U? LA PORTE Co - BANKIERS gem. Meisim IMH HHLEH i BOKEn Uitgave: G. J. Smit, Soestdijk. Bureau: Van Weedestr, 35, Tel. 2181 Banketbakkerij „Nieuwerhoek31 Hoogst fijn Amandel- en Botergebak. Burgemeester Grothestraat 53 Telefoon 2317 SAFE-DIEPOSIT Kloosters, Mgr. In Memoriam Dr. W. H. NOLENS. De geschiedenis herhaalt zich. 9.F.V0IGT Burgem. Grothestraat 28 - SOESTDIJK Behandelen alle Bank en Effecten-zaken Safe-Deposit Uw gelden VEILIG BELEGD N.V. Nederlandsche Middenstandsbank m w Zondag a.s. 2. uur E.S.V.A.C. I - B.V.C. I Lucie Wittig Keyser 1e JAARGANG VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1931 No. 13 W SOEST EP POST KatboliekJweekbJad voor Soostdljk, Soest en Soesterberg. ABONNEMENTSPRIJS 50 cent per 3 maanden. ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. Elke regel meer 15 cent. Advertenties tusschen de tekst dubbel tarief. Bij contract belangrijke korting. Bijkantoren: VISSER'S Boekhandel, SOEST en C. J. VAN DAM, SOESTERBERG ADVERTENTIES opgegeven voor „De Soester Post", worden zonder prijsverhooging opgenomen in het „SOESTER NIEUWSBLAD", Algemeen Christelijk Weekblad en „DE SOESTER COURANT". Algemeen Weekblad. Vele malen bekroond. Uitgebreide sorteering Bonbons, Chocolade, Suiker, en Dessertwerken Gereduceerde prijzen. TEL. 2232 Aanbevelend, F. H. EUWE EPISTEL EN EVANGELIE. Achttiende Zondag na Pinksteren. Les uit den eersten brief van den H. apostel Paulus aan de Korinthiërs; I, 4—8. Broeders! Altoos dank ik om uwentwille mijnen God, voor de genade Qods, welke u gegeven is in Christus Jesus; dat gij in Hem rijk geworden zijt in alles, in alle leer en in alle kennis, gelijk ook de getuigenis aangaande Christus bij u bevestigd is; zoo dat u in geene genadegave iets ontbreekt, terwijl gij de openbaring verwacht van onzen Heer Jesus Christus, die u ook standvastig maken zat ten einde toe, om zonder mis daad te zijn op den dag der komst van onzen Heer Jesus Christus. Evangelie volgens den H. Mattheiis IX, 1-8. In dien tijd ging Jesus in het schip, voer over en kwam in zijne stad. En zie, zij brachten tot Hem eenen lamme, die op een bed lag. En Jesus, hun geloof ziende, sprak tot den lamme: Vertrouw, zoonuwe zon den worden u vergeven. En zie, eenigen van de schriftgeleerden zeiden bij zich zelve: Deze lastert Ood. Daar nu Jesus hunne ge dachten zag, sprak Hij: Waarom denkt gij kwaad in uwe harten? Wat is gemakkelijker te zeggen: uwe zonden worden u vergeven, of te zeggen: sta op en ga loopen? Doch opdat gij moogt weten, dat de Zoon des menschen macht heeft om op aarde zonden te vergeven, sta op, sprak Hij toen tot den lamme, neem uw bed op en ga naar uw huis! En deze stond op en ging naar zijn huis. De volksmenigten nu, die het za gen, werden bevreesd en verheerlijkten God. die eene zoodanige macht aan de menschen gegeven had. Heuvelweg 16 Middelwijkstr. 38 - Tel. 2065 Voor ons, Katholieken, hebben de kloosters niet de geheimzinnigheid, die andersdenken den meenen, dat er bestaat. Hoevelen van hen kunnen U met een „zekerheid" vertel len over de verschrikkelijke dingen, die zij er van weten. Door legende-vorming is hier een gruwelijk misverstand ontstaan, die im strijd is met iedere verstandige redeneering. En toch vindt men bij ontwikkelde andersdenkenden er nog, die de „verschrikkelijke" verhalen als vast staand aannemen. Hoe wordt door hen b.v. Maria Monk, een boek vol van grove leugens en laag bij de grondsche verdachtmaking, gelezen en helaas geloofd. Zelfs wanneer men deze leugens tracht te weerleggen, zijn er nog velen, die vol durven houden, dat het toch maar gebeurd is. En wij? Kennen wij wel het opofferende leven, dat in de kloosters geleefd wordt? Kennen- wij het 'wel en weten wij de anders denkenden te wijzen op het goede, dat er van de kloosters komt en het leven, dat er geleefd wordt? Kennen wij het aan God gewijde leven der kloosterlingen? Er zijn in den loop- der laatste jaren vele andersdenken den geweest, die wel wat meer wilden we ten van die geheimzinnigheid, enkelen door nieuwsgierigheid gedreven, anderen, die zich niet alles op de mouw lieten spelden en eens gingen onderzoeken of die kloosters toch werkelijk zulke verschrikkelijke dingen verbergen. Zoo ging het met Dr. Fred- v. Eeden, met Chesterton, om er eens een paar te noemen. Na veel kloosters bezocht te hebben, maak ten zij, reeds lang voor hun bekeering, in de kloosters verschillende geestelijke oefe- ningen mede en vonden zij, die er toch de griezeligheden verwacht hadden, rust. Aardig was een artikel, wat onlangs on der mijn oogen kwam, over Kloosters door een Predikant. Het is niet algemeen, dat een predikant dit doet, doch gelukkig worden er altijd nog menschen gevonden, die er zelf op uittrekken en zelf onderzoeken. Zoo trok ook deze er op uit en met veel vooroordeel schrijft hij. Bij zijn eerste bezoek aan een Dominianen- klooster was hij toch eenigszins huiverige maar na een 30-ta! te hebben bezocht, is zijn meening niet alleen gewijzigd, maar ook vol lof. Na een inleiding, waar hij de verschillen de protestantsche (en ook katholieke) zon derlinge vermoedens en vooroordeelen scherp atkeurt, geeft hij te kennen, dat die kloos terlingen gewone menschen bleken te zijn. Menschen, die kunnen schertsen en plagen, zouals dai ook in de „wereld" gebeurt. Men schen, die op hun tijd eten en drinken, als andere stervelingen, maar die daarbij door allerlei heilzame regels er telkens aan herin nerd worden, dat 't er in dit leven alleen om gaat de voile zalige vereeniging met God ie verwerven. Menschen, die hebben afstand gedaan van de niet allerhoogste din gen, waarin de overgroote meerderheid van tiet menschdorn een ruim deel har-er levens bevrediging zoekt En zoo vaak ik bezwaren opperde van aen modernen tijdgeest tegen de katho lieke wereldbeschouwing, zaten die middel- eeuwsche monniken „geenszins met den mond vol tanden". Zeiden hoorde ik het Godsbe staan zoo „inslaand" verdedigen als door een der Dominicaner paters „Van het aan de katholieken vaak verwe- tene „pogen om een zieltje te wannen", eeai handige manoeuvre orn mijn gtmoeds- en denkleven als viëreanigbaar met een overgang naai- Rome voor te stellen, heb ik niets, niets ontdekt". En bij het lezen van het boekje krijgt men den indruk, dat hier iemand aan het woord is, die het zeker niet te doen is' 'om bij de katholieken in het gevlei te komen, doch het rijn de indrukken van een eerlijk mensch. „Het kloosterleven", zegt hij, „is geen geestelijke lust in de eerste plaats, maar een ernstige roeping". En terecht merkt deze predikant op, dat een klooster geen toevluchtsoord is voor ka rakters, die ontevreden met hun lot of onbe kwaam zijn stand te houden, evenmin rijn het tehuizen voor hen die lijden aan „ge broken harten". Wij hebben toch allen wel eenige ondervinding in den omgang met pa ters en weten toch ook, dat het geen knies- ooren zijn. Dat hij niet tevreden was met het bezoek aan één klooster, blijkt, doordat hij meerdere kloosters bezocht, o.a- die der Benedictijnen en Capucijn-en. Zijn indruk over deze „echte monniken", die, in tegenstelling met andere orden, bijna nooit naar buiten werken, zoo, dat wij er wei een tikje jaloersch op kunnen zijn; want deze protestant, die toch niet geheel de hoogte en diepte der liturgiën kan aanvoelen, heeft toch in het bijwonen der verschillende diensten iets gevoeld van datgene wat wij weten dat er is, maar ook wij niet altijd kunnen verklaren. Dat zich één voelen met het Goddelijke, het Hoogste, „dat voor de eenvoudigen is geopenbaard". Bij rijn bezoek aan de Capucijners trof hem het meest de groote eenvoud, meer nog de bijna armoedige omgeving. De nau we gang met de kleine cellen, die zoo klein, zijn, dat men er zich bijna niet kan roeren, met een gemis van elk comfort... Ik vind", zegt hij, „in die vrijwillige ontbering niets ziekelijks, geen onnoodige, ijdele zelfkwel ling en ik kan me ook best voorstellen, dat 't eciit is, als menschen 't uitwendig niet be ter willen hebben dan de Allerheiligste Man van Smarten 't had. Laat ons menschen-, el kanders zieiedrang niet te veel beoordeelen". Aan het eind van zijn „praatje over kloos ters" herhaait hij Dr. Fred- van Eeden's conclusie: „Ik was mijn vriend dankbaar, dat hij mij geleerd heeft, hoe iets, dat zoo vaak miskent en belasterd is, zoo schoon kan zijn en versterkend kan werken op het gemoed, ook van den buitenstaander". Velen zullen wèl weten dat van Eeden tot ons heilig Geloof bekeerd is en al zal die bekeeiing afhankelijk rijn geweest van hetgeen hij, vooi hij katholiek werd, in onze godsdienst zag want bekeering is een ge- na-dë toch heeft het er toe bijgedragen, dat zijn zienswijze over onze godsdienst ge wijzigd werd. Dit is nu juist de hoofdzaak: dat anders denkenden overtuigd worden van hun ver keerde zienswijze omtrent ons Katholiek be ginsel. En, laten wij het eerlijk bekennen, dat in dit opzicht wij, katholieken, nog al eens in onzen plicht te kort schieten. We kun nen en behoeven geen priesters te zijn,, maar als niet-katholieken ons iets vragen of op merkingen over onzen godsdienst maken, die kant noch wal raken, dan is het toch bedroe vend als wij of geen antwoord geven of door ons zwijgen de gedachten voedsel geven, dat de verkeerde zienswijze de juistee zou zijn, omdat wij het verkeerde niet recht willen of kunnen zetten. Treurnis nu en droeve rouwe Waart door Neêrlands stad en gouwe Om het sterven van zijn zoon, Een der grootsten, wien zoo schoon. d' Eelste gaven heerlijk sierden, Die op 't schoonst triomphen vierde Als hij voor het Heiig Recht Met het zwaard des geestes vecht. Gouden vrucht op zilv'ren schalen Wordt rijn woord, een waarheid stralen, Als hij, scherp omlijnd en klaar, Op 't kompas van 't Eeuwig waar, Spreekt de taal van den Aquiner, Van de toekomst wordt een ziener, Die, na bangen worstelstrijd 't Lichten ziet van bet'ren tijd. Moog de wereld van U leeren Tot den Christus weer te keeren, Die den ware vrede geeft, Als zij naar Zijn wetten leeft. Priester, wijsgeer, staatsman mede, Rust bij God nu, rust in vrede, Van uw moeizaam levenswerk, Sieraad, Gij van land en Kerk. J. A. W. S. Wij allen kennen het verhaal van de Ba bylonische spraakverwarring, toen men na den zondvloed een toren wilde bouwen hoo- ger dan hel water ooit zou kunnen komen-. Men zou met het menschelijke kunnen wel de rampen weren, niet door ootmoed en on derwerping aan de Goddelijke wetten, wei neen, door de vooruitgang van het mensche- Iijk genie. Men zou die toren zoo hoog ma ken, als het water ooit zou kunnen komen. We lezen in het oude testament, dat er een spraakverwarring kwam en de menschen elkander niet meer konden verstaan. Is het zoo nu ook niet? Zie eens rond om U. In den volkenbond wordt steeds gespro ken over vrede. Maar de een vertrouwt den ander niet. Zij bouwen fortengordels, koo- pen kanonnen enz. We hooren veel over de ontwapeningri- conferentie. Maar ze kunnen het niet eens worden over de aanschaffing van oorlogsschepen. We lezen veel over arbeids-conferenties van de geleerdste staatslieden en economen, maar nog nooit aanschouwde de wereld zulk een werkeloosheid. Van „zekere" zijde wordt al sinds jaren gewaarschuwd voor overbevolking; er zou een tijd komen, dat er meer menschen zijn, dan dat de vruchtbaarheid der aarde voedsel zou kunnen leveren. Maar nog nooit is er zulk een overproductie aan voedsel geweest. Zoo zien we door heel de geschiedenis heen, dat wanneer de mcnsch zich het grootst waant, mede door de uitvinding op allerlei ge bied, zijn kleinheid juist zoo scherp naar voren komt. Zielig is het, om ied're conferentie, waar de geleerden te samen zijn gekomen, om voor de vraagstukken een oplossing te zoe ken, te zien mislukken ten aanschouwe van heel de wereld. Tot slot zoekt men een formule, daar voor de oplossing de spraakverwarring te groot ijs*1 ben rij daartoe toestemming noodig van de Düitsche overheid, terwijl bovendien de werk gever in het bezit moet rijn van een vergun ning om vreemde arbeiders in dienst te mo- geh nemen. Zoodra Nederlandsche arbeiders werk ge vonden hebben, informeeren zij het best bij hun werkgever .oi' deze buitenlanders in dienst mag nemen, dan wel bereid is deze vergunning aan te vragen. Slechts indien di^ het geval is, zai de arbeider met kans op goed succes toestemming kunnen vragen in Duitschland te mogen werken. fndien dit verzoek wordt ingewilligd, zal hern een Arbeiterlegimationskarte'worden uitgereikt, welke meestal tot het einde van het kalenderjaar geldig is en in het begin van elk- jaar moet worden vernieuwd. Je aanvrage voor een „Arbeiterlegimati- on^kafte' moet bij de plaatselijke politie der wcyin- of verblijfplaats in Duitschland worden ingediend. liet verdient aanbeveling, van deze aan- vnge kennis te geven aan de Nederlandsche Aneidersbeurs te Oberhausen Rhld. (Sedan- str 51),. onder vermelding van de nadere bijzonderheden, opdat deze instelling het ver zoek van den arbeider kan ondersteunen. Aan buitenlandsche arbeiders, die sinds 1 Januari 1919 (voor arbeiders in den land bouw sinds 1 januari 1913) onafgebroken in Duitschland werkzaam rijn, kan een „Be- ïrjffiwg^scheiii" worden uitgereikt. Deze heeft meestal een langeren geldig- jm'ir ,en steit de vreemde arbeiders ge- i'Ówflt de inheemsche, voor zoover het veiMBen van arbeid betreft. De werkgever kan "/,e arbeiders zonder meer in dienst ne men, 'terwijl de arbeider zonder bezwaar van wekgever kan verwisselen. Op deze bepaling zijn allerlei uitzonde ringen toegelaten, zoodat arbeiders, die vroe ge: gedurende korten of langen tijd (vooral na 1919) in Duitschland gewerkt hebben, go/id doen, om bij de Nederlandsche Ar beidsbeurs te Oberhausen te informeereen, of rij niet beter een „Befreiungsschein" kun- neij aanvragen dan een „Legitimationskarte". Dc beslissing op de aanvragen om „Arbei- ter egitimationskarten" en „Befreiungsschei- ne'i ligt bij de „Landesamter für Arbeitsverr mijtlung" (voor de Rijnprovincie te Düssel- do f, voor Westfaleu le Munster). (tmtrent het verkrijgen van werk in Dijttschland zij het navolgende opgemerkt. JUn Nederlanders, die zich naar Duitsch- lan]i\willen begeven en inlichtingen wenschen 'O'lket verkrijgen van werk of van een be- ""'AWë' daar te lande, wordt dringend aan- n, zich te .wenden tot den Directeur der üsbeurs voor het district, waarin de ge munte hunner Inwoning is gelegen. Welke -die arbeidsbeurs is, zal aan de be langhebbenden op aanvrage worden medege deeld door den plaatselijken correspondent der intercommunale arbeidsbemiddeling. Wanneer men reeds in Duitschland is en inlichtingen of voorlichting wenscht, moet men zich wenden lot de Nederlandsche Ar beidsbeurs te Oberhausen (Sedanstrasze 51 am Neumarkt). De aandacht van Nederlandsche arbeiders, die zich in Duitscchland wenschen te vesti gen, dient eveneens te worden gericht op de in sommige landen, met name in Pruis- seu, bestaande voorschriften betreffende de vestiging. De arbeider, die zijn verblijf in Pruissen wenscht te vestigen, dient daartoe een vergunning aan te vragen aan de plaat selijke poLitie. Indien tegen het verzoek geen bezwaar bestaal, ontvangt hij een „Aufenthal- serlaubnisz". Indien zich moeilijkheden voor doen tot het verkrijgen van zoodanige Aufen- thaltserlaubnisz, kan de arbeider zich wenden e Nederlandsche Arbeidsbeurs te Ober- FOTOHANDEL Gediplomeerd Drogist - Opticien ONTWIKKELEN VOOR AMATEURS BAARN BUSSUM SOEST BIJ DE Kantoor Soest: VAN WEEDESTRAAT 11 DIRECTEUR: J. v. SCHAIK. 17 September 1931. De' Burgemeester van Soest maakt bekend, dat hij voornemens is iederen eersten Woens dag -der maand ter Hulpsecretarie te Soes terberg zitting te houden voor het publiek en wel des voormiddags om 11 uur. Soest, 21 September 1931. OFFICIEELE BEKENDMAKINGEN Schouw B. en W- van Soest brengen ter kennis van belanghebbenden, dat op Donderdag 15 Oc- tober e.k., zal worden gevoerd de Schouw over de in de gemeente gelegen wegen, voet paden, waterleidingen, bruggen, heulen, heg gen enz. Belanghebbenden worden daarom herin nerd aan de artikelen van het Reglement op het Onderhoud en gebruik der wegen in de provincie Utrecht. Overtreding aer daarin voorkomende bepa lingen word-c gestraft overeenkomstig dat Reglement. Soest, 17 September 1931. o— Waarschuwing aan arbeiders, die in Duitsch land werk zoeken De Burgemeester der gemeente Soest, ves tigt de aandacht van Nederlandsche arbei ders, die in Duitschland willen gaan werken, op het volgende: Evenals alle andere vreemde arbeiders heb- INGEZONDEN STUKKEN (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Mijnheer de Redacteur. Or.dergeteekende verzoekt beleefd opname van dit ingezonden stukje in Uw blad; bij voorbaat dank voor de verleende plaats ruimte. Wat is de Nederl. Militaire Bond? De Ned. Mi!. Bond is een vereeniging van menschen, die de geestelijke, zedelijke en verstandelijke belangen van onze militairen tracht te behartigen. Zij meenen dat de soldaat, hoe goed hij het overigens in de kazerne of aan boord hinoge hebben, in zijn vrijen tijd gebrek heeft aan bewarende leiding. En waar zijn ouders deze in verreweg de meeeste geval len niet meer kunnen" geven, daar isl de Bond opgetreden om in deze behoefte te voorzien, door de Tehuisarbeid onder de militairen. Nu verkeert die Bond in finanti- ëele moeilijkheden, hetwelk natuurlijk den arbeid bemoeilijkt. Dit moet worden verme den en bestreden en daarom doen wij een beroep op uwe offervaardigheid. Lees s.v.p. de advertentie. J. DE VRIESj PLUIMVEE, LANDBOUW, ENZ. Wat is bemesten Na vorige maal gezien te hebben, dat de kunstmest in geen geval bij stalmest ten ach ter staat, zullen we eens meer precies gaan Heel kort kunnen we zeggenBemesten zien. wat bemesten eigenlijk is. is het in den grond brengen van die stoffen, welke noodig zijn voor de voeding en groei van onze gewassen. Welke die stoffen zijn? Dat zijn er vele. Gelukkig bevatten bijna alle grondsoorten de meeste. Een gebrek aan voedingsstoffen, aan alle, is er nooit, maar wel aan enkele. En dat zijn: Stikstof. Kali, Phosphor en Kalk. De bemesting dient dan ook om een of meerdere van deze stof fen aan te brengen. Slechts enkele nieuwe gronden bevatten voldoende voorraad van alle voedingsstoffen, ook van deze vier. De meeste gronden bevatten te weinig voedings stoffen, zoodat mesten noodzakelijk is om hooge opbrengsten te verkrijgen. Ais wij onze inkoopen gaan doen, is een voorraad guldens een groot gemak. Maar bij gebrek daaraan kunnen wij ons ook red den met rijksdaalders of met kwartjes of desnoods ook wel met gouden tientjes. Wanneer een plant zich voedt is er wel eens gebrek aan bijv. kali. Maar al is er nu nog zoo'n groote voorraad van alle andere voedingsstoffen, de kali is niet te vervangen en de plant groeit niet meer. Het is dus heel iels anders dan wanneer wij onze inkoopen gaan doen. Bij gebrek aan een of andere voedingsstof houdt de groei op. De plant zal dan geen andere voedingsstof daarvoor in de plaats nemen. Dit is iets, wat niet ver geten moet worden. Nu zal 't dus al iets duidelijker geworden zijn, wat ik bedoel met de eerste regels' van dit stukje, namelijk: wat is mesten? Nu weten wij, dat het is, het aanbrengen van de noodige voedingsstoffen. Vroeger wist men niet, waarmee de planten zich voed den. Men zei: met grond; later wist men het beter: met humus. Nu weten we, dat het is met mineralen. En ook, dat het voornamelijk gaat om deze vier: Stikstof, Kali, Phosphor en Kalk. Stalmest bevat deze vier mineralen. Dus kunnen we hiermee mesten. Maar niet alle planten eten hetzelfde, net zoo min als men schen en dieren. De eene plantensoort houdt verbazend veel van kalk en andere van stik stof, een derde van phosphor of kali. Weer een ander gebruikt van elke stof heel weinig, terwijl er ook zijn, die altijd honger schij nen te hebben. Iedereen voelt nu wel, dat stalmest dus nooit het ware voedsel kan zijn voor alle planten. De eene soort zal1 het er mee kunnen stellen, terwijl een ander soort er noodgedwongen genooegen mee zal moeten nemen, ook al is het totaal onvol doende. Dat de opbrengst hieronder lijden moet, behoeft geen betoog. Konden we bij stalmest maar een weinig kali doen voor planten, die veel kali gebruiken en stikstof voor de grage gebruikers hiervan, enz., dan waren we klaar. Alleen stalmest is niet vol doende. Nu zijn ei stoffen, die, gevonden in den grond of bereid in fabrieken, slechts één voedende stof bevatten. Deze stoffen noemt men kunstmeststoffen. Een kunstmeststof geeft duc maar óf stikstof, óf kali, óf phos phor of kalk. Wil men volledig mesten, dan is één kunst meststof dus niet voldoende, omdat wij moe ten mesten met zoo noodig alle vier. En; bij stalmest is het een kostelijke vervollediging. Bovendien: wie heeft voldoende stalmest om ai zijn land hiermee te bemesten? En hoe duur is dit niet als we het moeten/ koopen? En zoo'n lolletje is het toch niet om1 stalmest te verwerken? Kunstmest vult de stalmest aan, vervangt het, is goedkooper, strooit gemakkelijker uit en is voordeeliger. Bij stalmest geven we van het eene te weinig of van het andere te veel. Door den grond werken is lang niet altijd noodig, zoodat we kunnen mesten vaak over een gewas heen. Dit is zoo ge makkelijk als we zien, dat er -niet genoeg groei is door gebrek aan een of andere voe dingsstof. ONZE RIJMKRONIEK „Publicatie van deze berichten, in welken vorm ook, is verboden." 't Is avond. Onder 't held're lamplicht Las ik de krant van A tot Z., Mijn vrouw genoot van 't weerbericht En wil nii zoetjes aan naar bed. Ik heb het beursnieuws nageplozen, Wat politiek geabsorbeerd, Wie 'n baantje kreeg en wie een lintje ('t Was uit het Staatsblad geciteerd.) Dat alles onder 'n licht sigaartje, Mijn koffie en mijn draadmuziek, (Ik ben als vele luistervinken, Verslaafd aan toon en aan rythmiek.) Plots zwijgt 't concert. De klok slaat tien Een held're stem Iaat zich nu hooren. 't Is Vas-Dias, het persbureau, Die 't kunstgenot mij komt verstoren. Zal men iets nieuws vanavond zeggen Mijn vrouw en ik, wij lust'ren stil De stem begint: „Het is verboden, Te gappen, wat ik zeggen wil". Hij zégt het wel met mooier woorden, Maar ik geef weer, wat hij bedoelt. Dit voorspel, 't dagelijks gehoorde, Wordt aldus duidelijk aangevoeld. En dan, oreert hij als een nieuwtje, Wat 't avondblad mij had verteld: Dat bet zai regenen of zal waaien En (wat het Staatsblad had vermeld) Dat mijnheer Z. juist was geridderd In rang bevorderd mijnheer X. De veilingprijs van huid en vellen (Ze gingen weg, bijna voor niks). Geduldig blijf ik nog wat wachten, Maar nieuws, dat ik toch nog niet wist, Helaas, als ik niet had geluisterd, Dan had ik ditmaal niets gemist. Nu moet 'k erkennen, die niet lezen, Voor die is waarlijk Vas-Dias Als nieuwtjesbrenger te genieten En komt dan 's avonds goed te pas, Maar 't dreigement: „De publicatie En wat men steeds daarachter hoort, Noem ik een schand voor heel de natie Men werp' dit liever overboord! Hij, die niet leest en 's avonds luistert, Maakt van dit nieuws nooit plagiaat, Omdat wel driekwart van 't gesprook'ne Tevoren in de kranten staat! BURGELIJKE STAND GEBOREN: Cornelis Bernardus, zoon van J. A. Kaats en E. Werkhoven, Lange Berg straat 2. Oijsbertus Johannes, zoon van P. A. Schimmel en H. M. v. Zal, Kon.laan 70. Nanda, dochter van P. J. Zwaai en Z. F. Reussen, Parklaan 16. Aaltje Jacoba, doch ter van R. Spleet en W. Barneveld, Noorder- weg 33. Cornelis, zoon van J. v. Duinker ken en A. Kortenoeven, Heuvelweg 12. ONDERTROUWD: J. v. Duinkerken en J. G. Berends. GETROUWD: B. L. Koeleman en C. M. Schimmel. H. Peek en J. Kok. W. v< d- Visch en N. de Bree. W. v. Brummlelen en N. de Bree. OVERLEDEN: Gerarda van Breukelen,73 jaar, geh. met H. Westemeier, Kerkpad Z.Z. Anna Josina Elisabeth Voskamp, 91 jaar, wed. v- H. J. v. Oostveen, Schrikslaan 53. GEVESTIGD: F. Pley, Hartweg 16a. N. v. Oosten, Van Weedestraat 37. J. A. Buiten rust Hettema-v. Nieuwland, Verl. Postweg 90. J. C. v. Houten, Eigendomsweg 80. Wed. G. Wakelkamp met gezin, Beukenlaan 21. FI. Koot, Kon.laan 137. A. Slager, Anna Pau- lownalaan 8. J. G. Meerwaldt, Steenhofstr. 78. C. Gilles, Banningstraat 94. L. v. Nim- vvegen, Dijkhuisstraat 18. W. Hazeleger, Vaar- dehoogtweg 6. P. Bladergroen, Bosstraat 90. E. W. J. Scharphuis, Kolonieweg 8. R. H. J. Reintjes, Van Weedestraat 11b. F. W. Smiit, Klaarwaterweg 42. J. M. v. Vianen, Vredehofstraat 2. VERTROKKEN: M. Aaltsz, van Kerkpad N.Z. 43 naar Amsterdam, Jasmijnstraat 31. Wed. D. Schnack-Heining, van Kerkpad N.Z. 13 naar Amsterdam, Leimuidenstr. 17h. A. Knoops. van Postweg 28 naar Zeist, Botha- laan 58. C- Th. de Sain, van Kerkstraat 26 naar Bussum, St. Josephstraat 38. W. M. de Vries met gezin, van Ossendamweg 72 naar Amsterdam, Overtoom 260. S. J. P. Goossens, van Mendelssohnlaan 6 naar Ned. O. Indië, Melolo. W. M. Brinkman, van Soesterb.str. 35 naar Leusden, E 82. A. J. E. v. Wely, van Beetzlaan 22 naar Arnhem1, Huygenstraat 1. VERHUISD: G. v. d. Tak, van Hartman- laan '1 naar Birkstraat 31a. J. A. Kaats,, van Kon.laan 29 naar L. Bergstraat 2. R. v. As- seit, van Molenstraat 43 naar Birkstr. 26b. M. v. Kempen, van Schoutenkamppweg 2 naar Birkstraat 29. H. v. d. Hoek, van Van Weedestraat 34 naar Heuvelweg 13. Exposeert in de Kunstzaal Dalweo I, Baarn I KUNSTHANDEL A.M.D.G.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1931 | | pagina 1