Wie verhuist U?
Geenvreesuoorde fiaderendeuiinter
iffiü mmm m\m
SOESTER BANKVEREENIGING
ALLE BANKZAKEN.
GAS
PIANO-ONDERWIJS
GEMEENTE-GASBEDRIJF
Uitgave: G. J. Smit, Soestdijk. Bureau: Van Weedestr, 35, Tel. 2181
Banketbakkerij „Nieuwerhoek"
SEIZOEN DELICATESSEN
De Octobermaand
TU ES PETRUS
E. van üeurs
Burgemeester Grothestraat 53 - Telefoon 2317
SAFE-DEPOSIT
D. F.VOIGT - Burgem. Grothestraat 28 - SOESTDIJK
PUROL erop!
DE EERSTE GGOISCHE
HULPBANK
VSOJLUOO
jijeeius uauhj usa
jbui uaqasuaui jqoa
W. G. F. JANSEN
Geef ons het kind.
Geen brandopslag
Geen stof en asch
Geen bediening
Geen teleurstelling
Gasverwarming is hygiënisch en ook bij de strengste koude afdoende
kachels
Ie JAARGANG
VRIJDAG 16 OCTOBER 1931
No. 16
DE SOESTER POST
Katholiek weekblad voor Soestdijk, Soest en Soesterberg.
ABONNEMENTSPRIJS 50 cent per 3 maanden.
ADVERTENTIEPRIJS: van 1—5 regels f0.75. Elke regel meer 15 cent. Advertenties
tusschen de tekst dubbel tarief. Bij contract belangrijke korting.
Bijkantoren: VISSER'S Boekhandel, SOEST en C. J. VAN DAM, SOESTERBERG
ADVERTENTIES opgegeven voor „De Soester Post", worden zonder prijsverhooging
opgenomen in het „SOESTER NIEUWSBLAD", Algemeen Christelijk Weekblad en „DE
SOESTER COURANT", Algemeen Weekblad.
Vele malen bekroond.
BOTERLETTERS - SPECULAAS
BORSTPLAAT - MARSEPAIN ENZ.
Koopt in Soest. Aanbevelend, F. H. EUWE TEL. 2232
EPISTEL EN EVANGELIE.
Een-en-Iwintigste Zondag na Pinksteren
Les uit den brief van den H. aposteii Pauius
Ephesiërs; VI, 1017.
Broeders! weest krachtvol in den Heer
en in de sterkte zijner macht. Trekt de wa
penrusting Gods aan, opdat gij bestand inoogt
zijn tegen de listen van den duivel. Want; wij
voeren den strijd niet tegen vl-eesch en bloed,
maar tegen de vorsten en de machten, tegen
het booze geestendom in de lucht. Doet
daarom de wapenrusting Gods aan, om ten
kwaden dage weerstand te kunnen bieden,
en om, als in alles volmaakt, staande te kun
nen blijven. Houdt derhalve stand, uwe
lendenen omgord met waarheid, bekleed met
het harnas der gerechtigheid en de voeten
geschoeid met bereidwilligheid voor het Evan
gelie des vredes; en neemt in alles op het
schild van het geloof, opdat gij daarmede
al de vurige pijlen van den boozen vijand
kunt uitdoovenneemt ook op den helm der
zaligheid en het zwaard des Geestes, dat
Gods woord is.
Evangelie volgens den H. Mattheüs;
XVIII, 23- 35.
In dien tijd sprak Jezus tot zijne leerlin
gen deze gelijkenis: Het Rijk der hemelen is
gelijk aan een koning, die afrekening wilde
houden met zijne dienaren. En toen hij be
gonnen was met afrekenen, werd er een voor
hem gebracht, die hem tienduizend talenten
schuldig was. Daar deze echter niet had om
te betalen, gebood zijn heer, hem, zijne
vrouw en kinderen en al wat hij bezat te
verkoopen en te betalen. Doch die dienaar
viel neder en smeekte hem: Heb geduld met
mij en ik zal u alles betalen. De heer nu ont
fermde zich over dien dienaar, liet hem gaan
en schold hem de schuld kwijt. Maar toen
die dienaar heenging, vond hij een zijner
mededienaars, die hem honderd tienlingen
schuldig was; en hij greep dezen aan, neep
hem bij de keel tot stikkens toe en zeide: Be
taal wat gij schuldig zijt! Zijn medeknecht nu
viel voor hem neder en smeekte hem en
zehlc: Heb geduld met mij uit ik ZcU| u alles
betalen. Doch hij wilde niet, maar hij ging
heen en liet hem in de gevangenis zetten,
totdat hij de schuld zou betalen.
Toen nu de medeknechten zagen wat er
piaats had, werden zij diep bedroefd: en
zij kwamen en deelden hunnen heer alles
mede wat er gebeurd was. Toen riep zijn
heer hem en zeide tot hem: Booze knecht'
de geheele schuld heb ik u kwijtgescholden,
omdat gij mij gesmeekt hebt; moest ook gij
u niet ontfermen over uwen mededienaar, ge
lijk ik mij ontfermd heb over u! En kt toorn
ontstoken, leverde zijn heer hem over aan
de beulen, totdat hij de geheele schuld zou
betalen. Eveneens zal ook mijn hemelsche
Vader u doen, indien gij niet, ieder zijnen
broeder, van harte vergeeft.
deknecht wierp zich neder, smeekte hem
en zeide: Heb geduld met mij, en ik1 zal
u betalen. Doch de andere wilde niet,
maar ging heen en liet hem in den kerker
werpen, totdat hij de schuld zou beta
len.
Hoevele Christenen doen dagelijks hetzelfde.
God moet maar klaar staan om hun de vele
en groote tekortkomingen te vergeven, maar
van onderling vergeven willen ze niet hooren.
Toen nu zijne medeknechten zagen wat
er plaats greep, werden zij diep bedroefd
en kwamen hun meester al het gebeurde
mede-üeelen.
Als de koning het onwaardig gedrag van
den eilendijing, wien hij zelf een onbetaal
bare schuld geheel had kwijtgescholden, hoor
de
Eet zijn heer hem roepen en zeide hem:
Booze knecht, de géheele schuld heb ik
u kwijtgescholden, omdat gij het mij ge
vraagd hebt: moest ook gij u dan niet
ontfermen over uw medeknecht, gelijk
Ik zelf mij ontfermd heb over u? En
in zijn toorn leverde de heer hem aan
de beulen over, totdat hij de geheele
schuld had voldaan.
Kon Jesus duidelijker zeggen, dat Zijn He
melsche Vader zulk ondankbaar mensch en-
gedoe met eeuwige straffen zal treffen?
Zoo zal ook mijn hemelsche Vader met
li handelen, als niet ieder uwer zijn broe
der van harte vergeeft!
Als de mensch zich hier niet met zijn naaste
wil verzoenen, hij zal er zich na dit leven
eeuwig over hebben te beklagen. Want even
min als die ondankbare knecht ooit zijn ont
zaglijke schuld bij den koning had kunnen
aflossen, zal ook de zondige mensch nooit
aan de sterke arm van Gods rechtvaardigheid
kunnen ontkomen, als God met hem doet,
wat hij zich tegenover zijn evenmensch ver-*
oorloofde.
worden het middel voor een staats-almacht.
Niet de staat ondergeschikt aan den dienst
van God, zoodat ook de handelingen van den
staat voortspruiten uit een konsekwente wil
van God en de christelijke moraal in
al haar geledingen wordt toegepast. O neen,
dat niet. Hij wil, dat de godsdienstige han
delingen als het ware de staats-almacht
dienen. In deze richting moest het on
derwijs worden gegeven. Met de school eisch-
te hij de jeugdbeweging in haar geheel. De
jeugdbeweging; daar moest de godsdienst
buiten blijven. Zoover ging deze noodlottige
dwaling, dat de Kath. jeugdbeweging werd
ontbonden; zij was een sta in den weg voor
de almacht van den staat.
Geef ons het kindwas ook de leuze
der liberalen in de vorige eeuw in ons land.
Ook wij kennen de massa, die is opgegroeid
zonder God. In ons land zijn nu ook dorpen,
waar nog een enkeling woont, die een gods
dienstige richting is toegedaan, maar voor
de rest zonder God, zonder godsdienst. Zij
hadden het kind van hun dagen, nu hebben
zij den man. Vruchten van die dagen wor
den nu geplukt.
Door een gelukkige samenwerking zijn wij
in staat onze kinderen op de scholen die
vorming te laten geven, die zij thuis ook
krijgen. Zij die meenen, dat die strijd is
gestreden, zij opgemerkt, dat de andere zijde
niet stil zit. Onder allerlei schoonklinkende
leuzen tracht zij haar propagandawerk aan
ons op te dringen. In haar orgaan voor de
„vrije school'' komt zij ons vertellen, dat zij
geen verdeeldheid komt brengen onder de
kinderen. Als zij ons komt vertellen, dat
door de vrije school later geen verdeeldheid
zal "heerschen over den godsdienst, maar en
kel verdeeldheid in hun ongeloof, dan zeg
gen wijGij zegt het juist.
Onder ons zijn er, die om zekere ver
langens, dit veroverd terrein, niet zoo belang
rijk meer achten. Zij hebben zich door an
deren reeds laten wijsmaken, dat dit nu een
maal zoo blijft. Maar hen zouden wij willen
toeroepen: laat bij al de verlangens dit eene
uw leiddraad zijn, dat door de godsdienstige
vorming van het kind en vooral op de school,
vele verlangens in de toekomst reeds zijn
verzekerd. Voor ons geldt het meer dan voor
de anderen: Geef ons het kind. P.
EVANGELIE-VERKLARING.
Heuvelweg SS
Nliddelwijkstr. 38 Tel, 2065
Voor on:
Gelijkenis van den onbarmhartigen knecht,
Op zekeren dag, toen Jesus in den kring
Zijner Apostelen en leerlingen over de broe-
derijke berisping en de vergevings-gezindheid
had gesproken, kwam Petrus tot Hem en
vroeg op een toon, waaruit zijn vaste over
tuiging, nu zéker het maximum bereikt te
hebben, doorklonk: „Heer, hoe dikwijls zal
ik mijn broeder, die tegen mij misdoet, ver
geven? tot zeven keeren toe?" Doch Jezus
antwoordde: „Niet tot zeven keeren, zeg Ik
u, maar tot zeventig maal zeven keeren!"
Om Zijn hoorders de volle beteekenis van
die uitspraak duidelijk te maken en hen te
Ieeren, dat de Christelijke vergevingsgezind
heid geen perken mag kennen, sprak de Za
ligmaker den treffenden parabel van den ver-
gevingsgezinden koning en den onbarmharti
gen knecht, waarin het gedrag van God
jegens ons in den persoon van den koning
en het gedrag veler menschen tegenover el
kander in de handelwijze van den onbarm
hartigen knecht voorgesteld wordt.
Het Rijk der hemelen is gelijk aan een
koning, die afrekening wilde houden met
zijne dienaren. En toen hij begonnen
was. af te rekenen, bracht men er een
voor hem, die hem tienduizend talenten
schuldig was.
Met opzet noemde Jesus een voor dien tijd
ontzaglijk bedrag (één Grieksch talent had
ongeveer de waarde van 3000 gulden) om
zoodoende het contrast des te duidelijker te
doen iutkomen.
Daar hij echter niet had om te beta
len, beval zijn meester, hem en zijne
vrouw en kinderen en alles wat hij be
zat, te verkoopen en zoo te betalen
gelijk zulks bij vele volken der oudheid in
geval van onvermogen gebruik was.
Maar de dienaar wierp zich neder en
smeekte hem en zeide: Heb geduld met
mij, en ik zal u alles betalen.
Vertwijfeling gat hem die woorden in, want
nimmer zou hij 'n zóó groote schuld kunnen
aflossen.
De heer nu had medelijden met dien
knecht, liet hem gaan en schold hem
de schuld kwijt.
Treffend beeld van Gods grenzelooze ont
ferming.
Vergelijken we daarmee het gedrag van
den mensch:
Maar die dienaar ging en ontmoette
een zijner medeknechten, die hem hon
derd tienlingen (d.i. nog geen vijftig
gulden) schuldig was, greep hem tot
worgens toe bij de keel en zeide: Be
taal wat gij schuldig zijt. En zijn me-
Nog immer staat Zij onbewogen,
Gebeukt door brandend golfgeklots,
In schutse van Gods Alvermogen,
De eeuwen-oude Petrus-Rots.
Zij draagt en schraagt een wijdschen tempel,
Wiens spits tot in den Hemel boort;
Geen stervling overschrijdt zijn drempel,
Tenzij slechts door de Petrus-poort.
Wat grootsche bouw, wat trotsche zuilen,
Op bassementen van graniet!
Hoe ook d' orkanen om Haar huilen,
De Rots van Petrus wankelt niet.
Zijn hoeksteen is de Christus Zelve,
Zijn liefde is het sterkst cement,
Zijn koepel zal zich blijven welven
Tot aan der eeuwen eeuwen end.
Demonen hem rondom bespringen
En hem begrimmen met hun haat,
Het „Lied der puinen" eerst te zingen,
Dat in hun vaan geschreven staat.
Vergeefsch hun waanzin, hun braveeren,
Vergeefsoh hun stormloop op de Rots.
Eens zal de Christus triomfeeren,
Vergruizien Satans macht en trots.
Verloren! sist de hel vol woede
Die kamp was al te ongelijk;
Nu tugtigt eeuwig ons Gods roede;
Gij hebt verwonnen, Christus!wijk!
J. A, W. S.
N ieuwerhoekslt aat 2
f 6.°, I 4.10, 13.- per maand.
■is de Octobermaand, sinds de
-van -tftr-.1 ui, va gettrttpccTr-ratry-fcco
XIII z.g. op een bijzondere wijze toegewijd
aan de vereering van Maria. En die vereering
brengen we vooral door het dagelijks bidden
van den rozenkrans. Octobermaand rozen-
kransmaand. Er zijn weinige gebeden zoo
schoon en verheven, zoo algemeen en krachtig
als het rozenkransgebed. Geen gebed zoo
verheven. Het bestaat uit een herhaling van
het Weesgegroet, afgewisseld door het ge
bed des Heeren en de lofprijzing: Eere zij
den Vader, den Zoon en den H. Geest. Zijn
deze drie gebeden niet de heerlijkste gebe
den, die uit het christenhart tot God kunnen
opstijgen? De rozenkrans is het psalmboek
der H. Maagd, waarin we lezen Maria'?
droefheid in de gebeurtenissen uit het leven
van haar Goddelijk Kind! Geen gebed zoo
algemeen. De rozenkrans is in de handen van
de gewone geloovigen en van de heiligste
zielen. Koningin Blanca van Castilië maakte
er zich een gewetensbezwaar van een en
kelen dag het bidden van het rozenhoedje
over te slaan. Heiligen, zooals Paus Pius
V, Carolus Borromeus baden dagelijks den
rozenkrans. Geen gebed zoo krachtig. Door
den rozenkrans overwon de H. Dominicus
de Letten. Toen Don Juan van Oostenrijk
ini 1572 bij Lepanto met den gevreesden Turk
slaags raakte, werd in het leger der christenen
de Rozenkrans gebeden. Dat gebed werd ver
hoord: de christenen behaalden een schitte
rende zegepraal. En toen de Turken in 1716
door Prins Engenius verslagen werden, schreef
Paus Clemens XI de overwinning toe aan het
bidden van den Rozenkrans. Meer nog door
het bidden van den Rozenkrans bewaarden
de katholieken ten alle tijden den schat des
geloofs. Ja! tot over het graf rijkt de, kracht
van het Rozenkransgebed, als we het bidden
voor de zielen in het vagevuur. En daarom
in deze maand iedere dag den Rozenkrans
gebeden, hetzij gezamelijk in de kerk of des
i avonds in eigen familiekring. We
tóch voor ons zelve nog wel iets aan onze
goede Moeder te vragen. En is er niet veel
rondom ons, waarvoor we bidden kunnen?
Ziet de toekomst niet zwart en donker? O!
als' we nadenken, vinden we redenen te over
om vooral .in deze maand den Rozenkrans
dagelijks te bidden.
ONZE RIJMKRONIEK
DE WISSELLOOPER
't Is 'n man met groote schoenen,
Gummi boord en zwarte das,
's Zomers in een kaal colbertje,
's Winters in een kale jas.
In z'n hand draagt-ie 'n zakje,
Dik gepuild van zilvergeld,
Menig klant begint te beven,
Als-ie aan de voordeur belt.
In 'n groote portefeuille,
Aan 'n ketting om z'n nek,
Zitten al z'n boterbriefjes,
Die-ie koestert als 'n vrek.
Praten doet-ie al heel weinig,
Uit z'n zak en streng gezicht
Komen steeds dezelfde klanken".
„Acht of veertien dagen zicht".
Ieder ziet 'n wissellooper
Het allerliefste op z'n rug,
En toch vragen hem z'n klanten
„Och toe, kom U nog-es terug"
Gediplomeerd Drogist - Opticien
FOTOHANDEL ONTWIKKELEN VOOR AMATEURS
INGEZONDEN STUKKEN
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Mijnheer de Redacteur.
Met zeer gr.oote waardeering heb ik het
artikel „Kippenhouden in beperkte ruimte",
in uw blad van 2 Octobber gelezen. Tegen
een ding moet ik echter protesteeren. Er
staat n.1. harkt zoo mogelijk het graan on
der haksel, zand, turfmolm enz. Dat wil dus
zeggen, gooi het graan in hun eigen uit
werpselen. Ligt hier de onzin niet duimen
dik op, want al zou men ook iedere morgen
ee,i laag versche turfmolm, zand of iets an
ders aanbrengen, wat toch wel niemand zal
deen, dan houdt de kip er nog geen W.C. op
na. en bevuilt hij dus zijn eigen voeder.
Laat men toch zoo iets niet in de hand wer
ken; er wordt reeds zooveel misbruik van
gejmaakt, dat het werkelijk tijd wordt de
kiij'penhouders omtrent dat punt een betere
opjvoeding te geven. Droogvoederbakken i?
hijr een uitkomst.
mijnheer de Redacteur, bij voorbaat dan-
kifd voor de plaatsing.
-AUZXLIS
Koninginnelaan 103.
Dit moet Uw eerste gedachte zijn bij
Brand- en Snijwonden, Ontvellingen
en allerlei Huidverwondingen.
Het verzacht en geneest
EEN WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG
ZONDAG.
Zooals een ander bemerkt, dat gij hem
u denkt, zoo helpt ge hem worden.
MAANDAG.
Zonder het woord beteekent de mensch
niets meer dan de vogel zonder vleugels of
de roos zonder geut.
DINSDAG.
Ons geheele leven begint met het ont
waken der zintuigen, die de poorten tot
de inwendige geesteswerkzaamheden ontslui
ten en ons de eerste bouwstoffen verschaf
fen voor ons denken.
WOENSDAG.
De voorbereiding voor den verkoop is de
halve overwinning in het strijdperk van den
koophandel.
DONDERDAG.
De liefde tot ons zelf sluit in de plicht der
zelfachting en der zelfbewaring.
VRIJDAG.
Egoisme is de wortel van alle zonde. De
zon der liefde overwint het egoisme.
ZATERDAG.
Geef u steeds rekenschap van de beweeg
reden, -die u in een bepaald geval moet doen
hebbenbeslissen.
VAARTWFG 4i
HILVERSUM
VERSCHAFT CREDBETEN
OP GEMAKKELIJKE
VOORWAARDEN
GEOPEND ALLE WERKDAGEN
VAN 10—1 UUR EN MAANDAG-,
WOENSDAG- EN ZATERDAG
AVOND VAN 7—8 UUR
IN3G3I91NO 3X SI/1H NVV
OZ NVVlflVSSVN - DNDIM3W A\
fiq jBBq§fu>|jaA
N3ÜVDIS 'OVOVD '3I33C»! '33H1
Oe Schilder van het Hollandsche landschap.
Dit is een leuze, al oud en toch nieuw.
Het was Gambetta in Frankrijk die begreep,
dat, wilde hij zijn ideaal bereiken om het
Fransche volk te verwijderen van den gods
dienst, hij moest beginnen bij het kind. Eerst
werden de „vrije" school toegelaten, maar
dit was niet genoeg. Het aantal, dat die
vrije school bezocht, was te gering. Combes
voltooide zijn begonnen werk, de godsdiensti
ge scholen werden opgeruimd en de vrije
school werd staatsschool. De Katholieken
waren laks genoeg om zich hier niet tegen
te verzetten. Gabetta's ideaal voltrok zich,
het eens zoo geloovige Frankrijk werd inet
den dag ongelooviger en de zeden werden
losser, eerst in de steden, daarna op "het plat-,
teland.
Geef ons het kind, was ook de leuze der
vrijmetselarij in Italië en met dezelfde ge
volgen. TotdatMussolini kwam en met
hem weer het Kruis in de school
de staatsschool was weer de Katholieke
school. Maarhet ging hem niet om den
godsdienst, waaraan al het andere onderge-l
schikt was. O neen, de godsdienst moest'
Dank zij de gasmwarming kan de winterkoude zonder bezorgd
heid worden tegemoetgezien
Zij maakt het mogelijk het kleinste vertrek, maar ook de grootste
zaal snel en gemakkelijk te verwarmen
HAARDEN
RADIATOREN
In RUIME KEUZE aanwezig in de toonkamer van het
lange Brinkweg.
Adviezen GRATIS
W. G. F. Jansen.
Uit de hierbij gereproduceerde schilderij-;
en kan men reeds eenigszins een indruk
krijgen van hel „genre" werk van dezen
grooten meester. Met W. Bruckmann, Frans
Langeveld en Divid Schulman. behoort W.
G. F. Jansen tot de tegenwoordige in het
Gooi huizende kunstenaars van beteekenis. De
bekende kunstrecensent R. W. P. Jr. schrijft
over Jansen als volgt:
Jansen is een schilder, wiens werk zich
aansluit, -ijk zou zeggen, bij ae oude Hage
naars. om even een vergelijking te treffen.
Ik bedoel hiermede o.a.. dat hij nog schil
dert zonder modern te willen zijn; dat 't
landschap of de zee hem boeit door de
kleur van de lucht, door het groen van de
boornen. door de atmosfeer en hij hierbij
niet gaat zitten peinzen of filosofeeren, maar
schilderen.
En omdat hij zijn werk zóó opvat, spreekt
het van zelf, dat hij de kunst apprecieert
van ben voor wien. ook de voorbijtrekkende
wolken, of de grauwe onweerslucht aantrek
kingskracht had en hij dus een lucht schil
dert als Jaap Maris, of een zee als Blom-
mers. of een landschap als Bastert.
Dit is geen verwijt en zelfs zeer begrijpe
lijk, -dat hij, die de natuur in al haar ver
scheidenheid mooi vindt., deze terugziet bij
zijn groote bentgenooten en daardoor gein-
Op het duinpad.
spireerd wordt. Nu heeft Jansen daarbij 'n
prettige vlotte manier van schilderen, hij
zet 'n schets of kleurstudie direct raak en
pittig in de verf. Ik zou hiervan verschil
lende voorbeelden kunnen noemen als: een
buurtje bij Utrecht, of een in Delft of Har-
lingen of een strand met meeuwen; het zijn
alle vlotte notities, die Jansen doen kennen
als 'n schilder die, wanneer iets hem boeit,
dit rap en vaardig weet vast te leggen, lu
de eerste instantie natuurlijk voor hem zelf,
maar toch ook, om er later "op door te gaan.
In zijn groote schilderijen dan toont hij
zich de kunstenaar, die vakkundig genoeg
onderlegd -is om ook meer te kunnen maken
dan 'n 9chets; want dat is dikwijls juist de
moeilijkheid om 'n schilderij verder te bren
gen dan „een aanzet". Met zijn „Schelpen-
visschers" of zijn molens, bewijst hij, dat
hij liet schilderij „aandurft" en „eruit weet
te komen". Zijn kleur, zijn stemming en at
mosfeer zijn dan goed in toon gehouden;
wij voelen de kou van den „winter", het
trieste van het „Zuiderzeestrand", of de kilte
in de „morgendauw", omdat hij zelf dit zoo
zag en wist weer te geven. En juist omdat
hij dit zoo eenvoudig wegsehildert, zoo zon
der buitennissigheid spreekt zijn werk aan,
voelen wij het echte en zuivere ervan.
W. G. F. Jansen.
Winterlandschap.